Waarschijnlijk openbaart zich een bipolaire stoornis bij 10% van de mensen na het 50ste levensjaar. Dit hoofdstuk gaat over patiënten ouder dan 60 jaar met een bipolaire stoornis.
Hoewel een eerste episode op elke leeftijd kan optreden, begint de stoornis meestal tussen het 15e en 24e jaar. Dit is voor mannen en vrouwen gelijk.
Bij een bipolaire stoornis heeft u manische periodes en depressieve periodes. Tussendoor zijn er periodes waarin u zich normaal voelt. U bent veel actiever en opgewekter dan u gewend bent. U wordt snel boos als iets niet gaat zoals u het wilt.
Het is nog niet bekend hoe een bipolaire stoornis ontstaat. Wel zijn er bepaalde omstandigheden bekend, waarin je meer risico loopt op een manische depressie. Het gaat meestal om een combinatie van biologische, sociale en psychologische factoren. De stemmingsstoornis komt evenveel voor bij mannen als bij vrouwen.
Een manie kan door allerlei factoren worden uitgelokt, maar het meest bekend is een gebrek aan slaap. Dat is vaak ook een eerste teken van manie: niet meer kunnen slapen omdat je hoofd niet stil wordt. Veel actiever worden dan bij je past is ook zo'n signaal, en niet stoppen met praten.
Een bipolaire stoornis is een ernstige psychische aandoening die niet vanzelf overgaat en voorkomt bij 1 tot 2 procent van de Nederlandse bevolking.
Een bipolaire stoornis heeft veel weg van een borderline stoornis, maar de twee persoonlijkheidsstoornis zijn wel verschillend. Een van de grootste verschillen is dat bij een bipolaire stoornis de stemmingsveranderingen een stuk langer duren (weken tot maanden) dan bij een borderline stoornis (uren tot dagen).
Zonder behandeling gaan beide stoornissen meestal vanzelf over, maar vooral depressies kunnen vele maanden, soms zelfs jaren voortduren. Bij een manie kunt u lichamelijk helemaal uitgeput raken. Dat kan soms levensgevaarlijk zijn. Een depressie is een belangrijke oorzaak van zelfmoordpogingen en zelfmoord.
een type 1-stoornis wordt gekenmerkt door manische, depressieve en gemengde periodes. een type 2-stoornis wordt gekenmerkt door hypomane en depressieve periodes.
Een bipolaire stoornis is niet te genezen, maar met medicijnen en therapie worden de klachten verminderd. De extreme stemmingswisselingen van manie en depressie nemen af en worden soms zelfs voorkomen. Dat gebeurt door een combinatie van: medicijnen.
Stel je eigen persoonlijke grenzen en zorg goed voor jezelf. Zoek steun voor jezelf bij begrijpende vrienden, lotgenoten of je huisarts. Volg samen met je dierbare een psycho-educatiecursus (kijk op www.plusminus.nl of informeer bij de ggz instelling in je omgeving). Vraag de ander niet om de knop om te draaien.
Als lithium niet goed werkt of te veel bijwerkingen veroorzaakt, wordt vaak carbamazepine voorgeschreven. Dit middel heeft hetzelfde effect als lithium: het helpt tegen ernstige stemmingsschommelingen. De voornaamste bijwerkingen zijn: duizeligheid, sufheid, moeheid en misselijkheid.
Bipolaire stoornissen zijn recidiverende stemmingsstoornissen die zich veelal in de vroege volwassenheid aandienen en waarbij depressieve, manische, hypomanische en gemengde episoden optreden, afgewisseld met symptoomvrije perioden.
Er zijn twee veelvoorkomende bipolaire stoornissen: type 1 en type 2. Bij het 'klassieke' type 1 heb je minstens een keer last gehad van een manische periode, afgewisseld met ernstige depressies. Bij een bipolaire stoornis type 2 is er sprake van depressieve periodes afgewisseld met hypomane periodes.
Een bipolaire stoornis wordt behandeld door of in overleg met een specialistisch team. Bij een ernstige manische episode zijn haloperidol, olanzapine, quetiapine of risperidon de middelen van eerste keus.
De meeste mensen hebben vaker en langer depressieve episodes dan manische episodes. Een manische episode duurt – zonder behandeling – gemiddeld twee maanden. Depressieve episodes gemiddeld twee tot vijf maanden (soms veel langer), en een gemengde episode duurt gemiddeld vijf tot twaalf maanden.
Ouderen hebben over het algemeen minder energie dan jongeren of volwassenen, maar als verminderde energie samengaat met een sombere stemming, is er kans op een dysthyme stoornis. Deze stoornis komt veel minder voor dan een depressie stoornis.
Probeer niet de therapeut te zijn voor de persoon met een bipolaire stoornis, maar wel een vriend of vriendin. Je kan je bezorgdheid uiten, bijvoorbeeld door gewoon te vragen: ”Hoe gaat het?” Of door je eigen zorgen te benoemen: “Ik maak me toch een beetje ongerust …”.
Waarschijnlijk openbaart zich een bipolaire stoornis bij 10% van de mensen na het 50ste levensjaar (Hirschfeld e.a., 2003). Dit hoofdstuk gaat over patiënten ouder dan 60 jaar met een bipolaire stoornis.
Manie is een periode van overdreven opgewektheid, waarbij men de realiteit uit het oog verliest. Soms kunnen ingrijpende gebeurtenissen, zoals een bevalling of het overlijden van een naaste, een manie uitlokken. Vaak worden perioden van manie afgewisseld met perioden van depressie.
Mensen met borderline hebben vaak weinig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld. Ze zijn buitengewoon gevoelig voor opmerkingen die ze als kritiek ervaren. Ze twijfelen constant over wat ze zullen aanpakken en wat ze met hun leven willen. Mensen met borderline kunnen momenten van vervreemding hebben.
“Borderline persoonlijkheidsproblematiek kan op later leeftijd minder herkenbaar zijn voor de omgeving. De aan borderline gerelateerde stemmingsproblemen kunnen echter tot last blijven voor de oudere zelf en zorgen voor een grote beperking in kwaliteit van leven.
Manipulatie wordt gebruikt om toch haar/zijn zin te krijgen. Een voorbeeld daarvan is het verwijt: 'Als je dit niet voor me over hebt (of kunt doen), wat stelt onze vriendschap dan nog voor?' Die manipulatie en wisselende stemmingen zijn er vaak de oorzaak van dat relaties niet lang standhouden.