Een pasgeboren baby valt nog regelmatig tijdens een voeding in slaap. Dit is heel normaal. Maar vanaf ongeveer zes weken kun je je baby wel langzaam laten wennen aan het zelf in slaap vallen in het bedje of wiegje. Probeer je baby slaperig in het bedje te leggen zodat hij daar zelf in slaap kan vallen.
Het is niet zo'n goed idee om je kind te lang op te houden. Als kinderen oververmoeid zijn, is het juist moeilijker om in slaap te vallen. Oververmoeidheid en teveel prikkels overdag kunnen er ook voor zorgen dat je baby onrustiger slaapt en 's nachts vaker wakker wordt. Houdt vast aan een bedtijd en bedritueel.
De slaapcyclus (van diepe tot lichte slaap) duurt ongeveer: 90 minuten bij een volwassene; 45 minuten bij een pasgeborene; 50 minuten bij een baby tussen de drie en acht maanden.
Je baby alleen laten huilen kan negatieve invloed hebben op veilige hechting. Veilige hechting in in de eerste maanden van het leven vormt de basis voor een goede en gezonde geestelijke gezondheid in het volwassen leven. Stress kan negatieve invloed hebben op de hechting tussen ouder en kind.
Als baby's in het bed van de ouders slapen, zouden baby's oververhit, bekneld of verstikt kunnen raken onder dekens en kussens, wat de kans op overlijden zou verveelvoudigen.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Reageer snel en beperk huilen
Je baby moet nog leren om weer in slaap te vallen als hij 's nachts wakker wordt. De eerste maanden heeft hij jou nodig om hem daarbij te helpen, bijvoorbeeld door te voeden, wiegen, aaien, zingen of een speen te geven. Reageer snel en laat je baby niet te lang huilen als hij wakker wordt.
Rust helpt je kindje om beter te slapen
Spreek stilletjes, gebruik zachte gebaren en dim het licht tijdens de dutjes overdag. Zo behoudt je baby het onderscheid tussen dag en nacht. Help je baby ontspannen en leg hem/ haar in bed voor het dichtvallen van de oogjes.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Een slaaptraining is je kind laten wennen aan een vast slaappatroon en manier van inslapen. Baby's hebben bij de geboorte namelijk nog geen echt dag- en nachtritme, dat moeten ze leren. Het ene kind heeft hier meer moeite mee dan het andere. Met een slaaptraining kun je je uk helpen een ritme te vinden.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.
Maak het bedje kort en strak op, anders kan je baby onder de dekens terechtkomen. Hij moet met de voetjes nét iets van het voeteneind af liggen. Stop de deken en het lakentje goed strak in onder het matras bij het voeteneind en aan de zijkanten. Zo draait je kind zich minder makkelijk om.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Dat hoort bij een kind en bij bepaalde ontwikkelingsfasen van een kind. Het wordt een probleem als het kind voortdurend druk is, niet kan concentreren, impulsief is en slecht luistert. Erg druk doen, niet stil kunnen zitten, rondrennen en friemelen. Dit zijn wat kenmerken van een hyperactief kind.
Hoewel wiegendood een dood is met onbekende oorzaak, weet men wel welke invloeden het risico vergroten. Afstand van de ouders, doordat een kind alleen op een eigen kamer ligt, vergroot dat risico. Een baby die bij de ouders slaapt, heeft dus een kleiner risico wat betreft wiegendood dan een baby op een andere kamer.
Het is aan te raden om een baby zeker tot 6 maanden en bij voorkeur tot 1 jaar slaapt in de ruimte waar de ouders ook zijn. Het kindje moet wel in een eigen bedje liggen en niet tussen de ouders in hetzelfde bed slapen. Aldus luidt het advies van Kind en Gezin en Belgische kinderartsen.
Uit onderzoek blijkt dat steeds meer ouders ervoor kiezen samen met hun kinderen te slapen. Dit wordt co-sleeping of samen slapen genoemd. Vanuit het kind gezien kan dat het tot vijf jaar heel goed bij zijn ouders slapen. Een kind kan zich er veiliger door voelen.
'Baby's denken in indrukken, in herinneringen. Ze kunnen honger hebben, moe zijn, zich veilig voelen bij hun ouders, of het gemis daarvan ervaren. ' Het maakt daarbij nogal uit of je het over een pasgeborene hebt, of over een baby die 1 jaar oud is, vult Kemner aan.
Maar als je baby regelmatig overdag weigert te slapen, of juist steeds 's nachts wakker wordt, dan kan dit leiden tot een verstoord slaappatroon. Signalen van zo'n verstoord slaappatroon uiten zich in veel huilen waarbij de baby niet neergelegd wil worden en het alleen in jouw armen slaapt.