Tijdens zijn slaap kan jouw baby last hebben van angsten en zelfs nachtmerries. Heel anders dan bij nachtmerries, is het mogelijk dat jouw baby begint te gillen en te huilen terwijl hij slaapt. Op zulke momenten is hij misschien niet in staat je te herkennen, dus is het beter hem niet wakker te maken.
Wanneer je baby 9 maanden oud is, wordt het ook steeds makkelijker te herkennen als je baby een nachtmerrie heeft. Je kind kan dan huilend of schreeuwend wakker worden, en kan hierbij ook zijn vuistjes ballen. Onderzoek kan helaas nog niet met honderd procent zekerheid bevestigen wat en wanneer baby's dromen.
Kinderen hebben meer REM-slaap dan volwassenen, omdat ze meer nieuwe indrukken opdoen en dus meer te verwerken hebben. Zo kan een baby 's nachts wel 5 maal naar dromenland vertrekken. Wel zullen baby's niet in de vorm van verhalen dromen, ze dromen eerder over basisbehoeften: voeding, geknuffeld worden, warmte, …
Rond de 7/8 maanden maken veel baby's de overstap van 3 naar 2 dutjes. Wanneer jij merkt dat je baby opeens vroeg(er) wakker wordt of opeens niet meer wil slapen rond bedtijd, kan het te maken hebben met het feit dat je baby toe is aan de overstap naar 2 dutjes.
Nachtmerries bij baby's
Nachtmerries komen vooral voor bij kinderen tussen de 12 en 18 maanden. We moeten wel een onderscheid maken tussen nachtangst en nachtmerries. Nachtangst komt vooral voort uit de emoties die het kind overdag ervoer. 's Nachts komen al die emoties dan tijdens het slapen naar buiten.
Beginnen met dromen als een baby van 8 maanden
Nu je baby de 8 maanden gepasseerd is, begint het ook met dromen. Het verwerkt daarmee alle belevenissen en avonturen van de dag.
Hieronder volgen enkele tips die kunnen helpen als je kind een nachtmerrie heeft: Troost je kind: Knuffel je kind en zeg dat alles in orde is. Probeer rustig te praten en stel je kind gerust. Laat je kind erover praten: Vraag je kind wat er aan de hand is en laat hem of haar vertellen over de enge droom.
Je baby gaat door een heftige sprong rond 7 maanden. De wereld van relaties gaat voor hem open, hij heeft nu door dat alles aan elkaar hangt van relaties, dat het ene altijd met het andere te maken heeft. Je kindje krijgt door dat er “oorzaak-gevolg” verbanden bestaan. Als hij iets loslaat, valt het naar beneden.
Laat je baby na 17.00 tot bedtijd niet meer slapen, anders is er geen slaapdrang voor de nacht. Alles na 18.00 is een goede bedtijd en de ochtend mag beginnen vanaf 06.00. Dit is gebaseerd op het circadiaanse ritme en de invloed van licht en zon.
Slaapregressies kunnen 2 tot 6 weken duren. Het goede nieuws is dat de meeste baby's niet door elke slaapregressie gaan die er is tussen de geboorte en 3 jaar. Sommige kinderen hebben er amper last van, anderen zijn er gevoeliger voor. Dat is heel erg individueel.
Vanaf zes à zeven maanden kunnen veel kinderen de hele nacht (tussen 19:00 – 7:00) doorslapen zonder voeding, maar sommige kindjes hebben tot zeker 10 maanden nog een nachtvoeding nodig. Bovenstaand is dus echt een gemiddelde, sommige kindjes zijn snel en andere kindjes doen er wat langer over.
Een baby van 7 maanden slaapt overdag nog twee tot drie uur per dag en slaapt 's nachts in totaal zo'n elf uur. Tussen de slaapjes door, is hij twee tot tweeënhalf uur wakker.
Nachtmerries zijn enge of angstige dromen. Dromen komen voor in alle fasen van de slaapcyclus, maar nachtmerries vinden vooral plaats in de REM-slaap. Veel dromen vergeten we direct zodra we wakker worden, maar bij een nachtmerrie is dit vaak anders.
Wat is nachtangst? Nachtangst wordt ook wel 'pavor nocturnus' of 'night terror' genoemd. Als je kindje een nachtangst heeft, zit hij vaak vlak nadat hij in slaap is gevallen rechtop in bed, het lijkt echt of je kindje wakker is. Maar hij ziet niks, herkent je niet en kan geen contact met je maken.
Nachtangst of 'Night Terrors' komen voor vanaf ongeveer 1 á 1.5 jaar oud. Het gebeurt meestal in de eerste helft van de nacht en steeds tijdens de diepe slaap. Je kindje wordt 's nachts schreeuwend of gillend wakker en het lijkt of jouw kindje wakker is omdat het de ogen open heeft.
De meeste baby's van 7 maanden kunnen al rollen, zitten met ondersteuning en sommigen kunnen zelfs al kruipen of zichzelf optrekken tot staan met behulp van meubels. Ze kunnen objecten grijpen met hun handen en beginnen te experimenteren met het gebruik van hun vingers.
Het 2-3-4 ritme betekent dat je op een dag achtereenvolgens rekening houdt met ongeveer 2 uur, 3 uur en 4 uur tussen dutjes: 2 uur: tel 2 uur op bij het moment van wakker worden om het tijdstip van het eerste dutje te bepalen. 3 uur: tel 3 uur op bij het moment van ontwaken uit het eerste dutje van de dag.
Voor het ochtenddutje is 1 uur vaak genoeg en het namiddagdutje mag het minst lange dutje zijn: een half uur tot een uur. Dit is het eerste dutje dat komt te vervallen wanneer je baby een dutjesovergang maakt van 3 naar 2 dutjes. Kleine sidenote: kijk altijd goed naar jouw baby.
De lastige fase van sprong 4: verandering brengt weerstand
Dat noemen we de lastige fase van de sprong. Deze lastige fase duurt meestal 5 weken, maar kan ook 1 of 6 weken duren, dit kan per baby verschillen. Behalve de drie bovengenoemde H's kan je baby nog een aantal kenmerken vertonen als hij de lastige fase ingaat.
Bij 7 maanden, kan je baby langzaamaan zelfstandig gaan zitten .Het begint met slechts enkele seconden, want het evenwicht moet nog ontwikkeld worden. Het hoofd is het zwaarste onderdeel van je baby's lichaam, daarom moet er door je kindje eerst nog geoefend worden om de juiste balans te vinden.
Baby's zullen in de eerste maanden regelmatig huilend wakker worden 's nachts, omdat ze willen drinken, omdat ze een volle luier hebben of omdat ze gewoon jouw nabijheid willen voelen. Maar het kan ook dat je baby huilt in zijn slaap, zonder wakker te worden. Dat kan keihard huilen zijn of een beetje jammeren.
Dit kan verschillende redenen hebben. We zetten de 4 meest voorkomende oorzaken op een rij: Je baby wordt huilend wakker omdat hij een ongemak heeft; honger, te koud of te warm, een te volle luier zijn voorbeelden waarom een baby huilend wakker kan worden. Je baby is niet moe meer en wil niet (meer) slapen.
Je mag je kindje hierbij er altijd aan helpen herinneren dat dromen ook écht eng kunnen zijn en dat je daar zelf ook wel eens last van hebt. Help je kind om vervolgens weer in slaap te vallen. Zorg voor een beetje afleiding en praat over iets leuks wat jullie bijvoorbeeld die dag hebben gedaan.