Chirurgische ablatie wordt onder volledige narcose uitgevoerd en vaak in combinatie met een andere ingreep, zoals bijvoorbeeld een bypassoperatie of hartklepvervanging. De ablatie zelf duurt gemiddeld ongeveer een half uur.
Patiënten die de ingreep niet onder sedatie door de anesthesie ondergaan krijgen een licht 'roesje'. U kunt dan nog pijn ervaren tijdens de ablatie; daarvoor wordt dan extra pijnstilling gegeven.
Tijdens het maken van de littekens ontstaat een branderig, soms pijnlijk gevoel. Meestal zijn meerdere littekens nodig. Na elk litteken moet de katheter weer opnieuw op de juiste temperatuur komen. De totale ablatiebehandeling duurt 2 tot 4 uur.
Voor een ablatie moet je nuchter zijn en word je volledig in slaap gebracht. De ingreep kan namelijk pijnlijk zijn en duurt gemakkelijk enkele uren. Tijdens het onderzoek word je voortdurend gemonitord door middel van elektroden die je hartritme opvolgen.
Herstel. Na een katheterablatie kan het genezingsproces wel drie maanden duren, en na een chirurgische ablatie zelfs wel zes maanden. Vanwege dit genezingsproces kan het boezemfibrilleren de eerste tijd na de ablatie opnieuw optreden.
De voordelen van de deze vorm van ablatie zijn: sneller; minder pijnlijk nadien, maar vindt ook onder narcose plaats net als de radiofrequente katheterablatie; hoog slagingspercentage: 80 tot 85 procent van de patiënten is na deze ablatie van hun boezemfibrilleren af.
Vermijd fietsen en auto rijden, zware dingen tillen en belastende bewegingen. Als u moet hoesten, niezen of persen ondersteun dan de wond in de lies door met de hand lichte druk uit te oefenen op de plek waar u bent aangeprikt. De dag na de procedure weinig te lopen. Lopen in en om het huis is geen probleem.
Mogelijke risico's ‒ met inbegrip van maar niet beperkt tot de hieronder genoemde ‒ zijn: (na)bloedingen, infecties, gaatje in het hart, hartritmestoornissen (boezem en kamer) tijdens en na de ingreep, vochtophoping in het hartzakje en longproblemen.
In principe kunt u uw normale werkzaamheden 24 uur na het onderzoek of behandeling hervatten. Indien u vóór het onderzoek of de behandeling werkonbekwaam was, dan bespreekt u met de arts wanneer u terug aan het werk kan.
Wees voorzichtig met bijvoorbeeld traplopen, stofzuigen, ramen zemen, fietsen en sporten. Ga de eerste 3 dagen niet autorijden en fietsen. Tijdens autorijden en fietsen kan er druk op de lies ontstaan met het risico op een nabloeding.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Misschien voelt u in de eerste 3 maanden na de ablatie nog hartkloppingen of overslagen. Bij sommige ritmestoornissen kan het weken tot maanden duren voordat het hart tot rust komt en de ritmestoornissen verdwijnen. Het kan zijn dat de klachten kortdurend erger worden.
Nieuwe behandeling voor hartritmestoornissen beschikbaar in het Catharina Hart- en Vaatcentrum. Als eerste in Nederland hebben cardiologen en hartchirurgen van het Catharina Hart- en Vaatcentrum een nieuwe techniek toegepast bij een patiënt met hartritmestoornissen. De nieuwe techniek is voor patiënten minder pijnlijk.
Vlak na de ablatie kunnen mensen een wat branderig gevoel op de borst hebben. De klachten verdwijnen meestal snel. Eventueel kunt u hiervoor pijnstillers gebruiken. Er zijn ook mensen die zich wat misselijk of moe voelen.
De meeste anesthesiemiddelen hebben een dempend effect op het hart waardoor de pompfunctie bij een al bestaande cardiomyopathie verder kan verslechteren. Ook kan een reeds bestaande geleidingsstoornis toenemen.
Een ablatie is een behandeling die we toepassen bij ernstige hartritmestoornissen, wanneer medicijnen niet voldoende werken. Met een speciale katheter verhitten of bevriezen we (cryo-ablatie) het stukje hartweefsel dat hartritmestoornissen veroorzaakt. Hierdoor schakelen we de hartritmestoornissen als het ware uit.
De kosten voor de behandeling van boezemfibrilleren kunnen structureel omlaag door de behandeling katheterablatie. Na deze behandeling is de patiënt van zijn medicijnen voor de aandoening af. De kosten hiervan zijn zo'n 3000 euro per jaar per patiënt.
Hierdoor zijn de cellen, die extra slagen veroorzaken, geïsoleerd van de boezems en kan atriumfibrilleren niet meer ontstaan. Echter na deze behandeling kan boezemfibrilleren toch weer terugkomen, doordat de vernietigde hartspiercellen zich weer gaan herstellen.
Door de temperatuur in de slokdarm te meten met een kleine, flexibele thermometer en door u een maagzuurremmer (Pantomed®) te geven tijdens de eerste maand na de ablatie wordt dit risico nog verkleind. Het risico op overlijden wordt geschat op 1 op 1 000.
Succesvolle behandeling is te verwachten bij 60-90% van de patiënten. Bij 20% van de patiënten is hiervoor een tweede behandeling nodig. De kans op een blijvend stabiel sinusritme is afhankelijk van verschillende factoren.
Bij langdurig gebruik verergert alcohol de hartritmestoornissen. Die kunnen zo op termijn overgaan in een persistente toestand van voorkamerfibrillatie. Met mogelijk de gekende gevolgen van een beroerte. Maar ook onrechtstreeks heeft alcohol een nefaste invloed op je hart.
Bij veel ritmestoornissen kun je je werk en hobby's blijven doen. Maar dit geldt niet voor iedereen. Soms is een onderzoek op je werkplek nodig, bijvoorbeeld als je een pacemaker of ICD hebt. Als de hartritmestoornis onder controle is, kun je vaak je gewone werk of hobby's weer oppakken.
De klachten die voorkomen bij een hartritmestoornis zijn: hartkloppingen en -overslagen. een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, (bijna) flauwvallen. kortademigheid.
Bij chirurgische ablatie worden met een ablatiepen of -tang strepen getrokken over het spierweefsel van de hartboezems (atria). Op de strepen treedt littekenvorming op, waardoor het spierweefsel niet meer geleidend is.
Boezemflutter is een hartritmestoornis waarbij de boezems van het hart erg snel samentrekken. Ongeveer 300 keer per minuut. Boezemflutter wordt ook wel boezemfladderen genoemd. Boezemflutter is niet levensbedreigend, maar moet wel worden behandeld.