Cocaïne kan tot hersenbeschadiging en hersenbloedingen leiden; heroïne tot minder goed groeien, slechtere motorische ontwikkeling (je goed kunnen bewegen) en problemen met leren en gedrag. Ook xtc-gebruik kan effect hebben op leer- en geheugenproblemen bij het kind.
De zenuwcellen in de hersenen veranderen door het gebruiken van drugs. De hersenen worden minder gevoelig voor de lichaamseigen neurotransmitters. Niet alleen voor dopamine, maar ook voor andere neurotransmitters zoals endorfine.
Voorbeelden van neurotransmitters zijn serotonine, dopamine en noradrenaline. Wanneer je te weinig van deze neurotransmitters over hebt, heeft je lichaam even tijd nodig om ze weer aan te maken. Tot die tijd kun je last krijgen van de naweeën van de drugs.
Bij langdurig gebruik kan drugsgebruik uiteindelijk leiden tot een verandering in de structuur en de chemische samenstelling van de hersenen. Het kan daarmee een hersenaandoening veroorzaken die we drugsverslaving of drugsafhankelijkheid noemen.
Op dit moment word je na een beroerte maximaal een jaar lang behandeld. De hersenen kunnen in deze periode nog goed zelf herstellen. Veel patiënten blijven dan last houden van problemen met het denken, zoals het geheugen en aandacht. De behandelingen van nu helpen vooral om te leren omgaan met die problemen.
De resultaten laten zien dat patiënten in de jaren na hun beroerte een hoger risico lopen te overlijden. Hoe hoog dit risico is, hangt onder meer af van de aard van de beroerte. Bij mensen met een herseninfarct is het risico op overlijden 5 keer hoger.
Duidelijk is dat alcohol, tabak, heroïne en crack hoog scoren. Paddo's, LSD en khat scoren relatief laag. In Engeland is een dergelijke rangschikking ook gedaan (Nutt et al., Lancet 2007).
Vrijwel alle drugs stimuleren direct of indirect de afscheiding van de neurotransmitter dopamine stimuleert. Dopamine komt veel voor in dat deel van de hersenen dat te maken heeft met plezier-gevoelens. Als je cocaïne gebruikt leidt dit tot een verhoogde dopamineproductie, waardoor een gevoel van euforie ontstaat.
Uiterlijke symptomen van cokegebruik:
Cocaïne stimuleert de bloedsomloop waardoor je ogen er rood en waterig uitzien. Tandenknarsen. 'Strak' gezicht. Ophalen van de neus of vaak de neus vegen.
De afbraak
Dat gebeurt via ingewikkelde stofwisselingsprocessen. De lever speelt hierbij de belangrijkste rol. Maar ook bloed en lymfevocht kunnen een rol spelen bij de afbraak. De lever breekt met behulp van allerlei enzymen de drugs af in allerlei afbraakproducten.
Cocaïne & je hersenen
Cocaïne remt vooral de afbraak van dopamine, NE en serotonine. Het resultaat is een tijdelijke, sterke toename van deze stoffen in de hersenen. Dit geeft de gebruiker een gevoel van extra energie. Dopamine zorgt voor genot: het prikkelt het beloningscentrum in de hersenen.
Iedere dag coke snuiven
Cocaïne is lichamelijk niet verslavend, maar wel treedt er heel snel geestelijke verslaving op. Het risico op cocaïneverslaving is vooral groot als de coke wordt gebruikt om meer zelfvertrouwen te krijgen. Is de cocaïne uitgewerkt, dan voelt de verslaafde zich somber en depressief.
Cocaïne werkt stimulerend op de hersenen. Energie, euforie, een gevoel van opwinding en grote helderheid zijn de eerste effecten. Ze duren maximaal een uur. Cocaïne is een drug die vaak gebruikt wordt om te kunnen presteren: men voelt zich sterk, actief, spraakzaam en vol zelfvertrouwen.
Op lange termijn
Het gebruik zorgt op de duur voor een rusteloos en opgejaagd gevoel en daarnaast komen neusbloedingen regelmatig voor. Mensen die cocaïne gebruiken kunnen door het wegvallen van remmingen agressief worden. Cocaïne is erg belastend voor het hart.
De oogzenuw kan beschadigd raken en de hersenen kunnen betrokken zijn bij cognitieve functiestoornissen. De meest ernstige gevolgen zijn de uitval van bewegingszenuwen en zijn de verlammingsverschijnselen.
Grote pupillen
Drugs manipuleert niet alleen de neurotransmitters in je brein, maar beïnvloedt ook de fysiologische processen in je lichaam. Dat geldt dus ook voor de spieren in je ogen die verantwoordelijk zijn voor het vergroten, dan wel verkleinen van je pupillen.
Wat is junkiegedrag? Typische kenmerken van junkiegedrag zijn: manipuleren, liegen en bedriegen, sociale contacten verwaarlozen en weinig oog hebben voor de eigen gezondheid. Ook het ontkennen van de verslaving komt vaak voor. Je kunt dit gedrag ook in een breder verband plaatsen.
cocaïne (coke): Cocaïne is een stimulerend middel en geeft je een opgewekt en vrolijk gevoel. Coke wordt meestal gesnoven, maar kan ook geinjecteerd en gerookt worden.
Opvallend: alcohol scoort overall het slechtst (nog erger dan heroïne!), tabak en cocaïne zijn (persoonlijk en maatschappelijk) ongeveer even schadelijk, xtc, lsd en paddo's behoren tot de minst schadelijke substanties (wat niet wil zeggen dat ze ongevaarlijk zijn).
Ongeveer 9 op de 10 mensen vertoont minstens één van de onderstaande symptomen bij een beroerte. Scheve mond: de mondhoek hangt plotseling naar beneden. Verwarde spraak: iemand praat ineens verward of kan de woorden moeilijk uitspreken. Lamme arm: plotseling ontstaat er krachtsverlies of verlamming van een arm.
Duidelijk voorbeelden zijn een beroerte (herseninfarct) door een plotse afsluiting van een bloedvat of een hersenbloeding doordat een bloedvat knapt. Vaatschade kan echter ook sluipend en ongemerkt ontstaan, bijvoorbeeld door mini-herseninfacten, en dan voor de patiënt zomaar 'ineens' cognitieve klachten geven.
Naast centrale pijn kunnen mensen na een beroerte ook pijn hebben als gevolg van lokale problemen (zoals schouderpijn, spasticiteit, blijvende hoofdpijn en spier- of gewrichtspijnen).