Euthanasie kan alleen als de patiënt er zelf om vraagt. Familie of vrienden van de patiënt kunnen er niet om vragen. Dat is bij kinderen anders. Is een kind tussen de 12 en 16 jaar, dan moeten de ouders of voogd ook toestemming geven.
Als niemand vertegenwoordiger wil of kan zijn, beslist de arts zelf. Euthanasie mag alleen als de patiënt daar zelf aan de arts om vraagt: mondeling of schriftelijk. Dus niet als familieleden of vrienden het willen.
Euthanasie vragen is een recht, maar euthanasie krijgen niet. Het staat elke arts vrij om een euthanasieverzoek te weigeren. Als patiënt moet je dan een andere arts raadplegen.
Euthanasie mag niet als familieleden of vrienden van de patiënt hier om vragen. Familieleden kunnen wel de wilsverklaring van de patiënt aan de arts geven. Dat mag als de patiënt zelf niet meer om euthanasie kan vragen.
U kunt in de wilsverklaring één of meer vertrouwenspersonen aanwijzen die, als het zover is, de behandelende arts op de hoogte brengen van de wil van de patiënt. De wilsverklaring moet worden gedateerd en ondertekend door de opsteller, de getuigen en de eventuele vertrouwenspersonen.
Mensen hoeven niet bang te zijn dat hun naaste pijn lijdt. Er kan soms een korte pijnsensatie optreden bij het inspuiten van de thiopental, dat valt ondanks een verdovend middel niet geheel uit te sluiten.
De patiënt zal hierdoor overlijden. Belangrijk is een goede voorlichting aan de patiënt en aanwezige familie over het snelle verloop van deze methode. Vaak valt de patiënt al in 10 tot 20 seconden in een diepe slaap en overlijdt binnen 5 à10 minuten.
De wet stelt nadrukkelijk dat alleen de patiënt zelf om euthanasie kan verzoeken. Familieleden kunnen dus niet om euthanasie vragen, bijvoorbeeld voor een terminaal familielid dat niet meer bij bewustzijn is. De patiënt moet op het moment van zijn verzoek wilsbekwaam zijn.
Verschil euthanasie en hulp bij zelfdoding
Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn. Bij hulp bij zelfdoding geeft de arts een dodelijk medicijn aan de patiënt. Maar de patiënt neemt deze zelf in.
De ondraaglijkheid van het lijden wordt bepaald door de actuele situatie, het toekomstperspectief, de fysieke en psychische draagkracht en de persoonlijkheid van de patiënt. De ondraaglijkheid van het lijden van de patiënt moet voor de arts invoelbaar zijn.
De NVVE komt in actie om euthanasie via de Levenseindekliniek door de zorgverzekeraars vergoed te krijgen. Nu vergoedt alleen nog Menzis die kosten, gemiddeld zo'n 2500 euro per patiënt.
Ondraaglijkheid van het lijden
Het gaat om de beleving van de individuele patiënt, in het licht van zijn levens- en ziektegeschiedenis, persoonlijkheid, normen en waarden en (fysieke en psychische) draagkracht. Het is dan ook belangrijk om bij het beoordelen van het lijden de 'biografie' van de patiënt te betrekken.
Als iemand wilsonbekwaam is (geworden), vraagt de arts aan een vertegenwoordiger van de patiënt om beslissingen te nemen. De patiënt kan daar van tevoren iemand voor aanwijzen. Heeft iemand dat niet gedaan, dan is een familielid de wettelijk vertegenwoordiger. Bijvoorbeeld een echtgenoot, een ouder of een kind.
Een zachte dood: euthanasie bij ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden.
Wie bepaalt dan of je naaste wilsonbekwaam is? Huisarts, verpleeghuisarts en andere medisch specialisten zoals een tandarts mogen wilsonbekwaamheid vaststellen als het gaat om de medische behandeling van hun patiënt. Ze mogen niet bepalen of je naaste nog kan beslissen over, bijvoorbeeld, de verkoop van het huis.
De euthanasiewet bepaalt dat de arts die euthanasie overweegt bij een psychiatrische patiënt, zeker moet zijn dat de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk psychisch lijden bevindt.
In het geval van psychisch lijden moet er minstens een maand zitten tussen de eerste vraag en de uitvoering van de euthanasie. Er moeten naast de arts die de euthanasie uitvoert ook twee andere onafhankelijke artsen hun advies geven, onder wie een psychiater. Dat advies is niet-bindend.
Kostprijs: € 225, excl. verplaatsingskosten, betaling na de LOK-training aan de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen vzw of aan LEIF Antwerpen.
Een eerste voorwaarde is dat de zieke zich daadwerkelijk in de stervensfase bevindt: zijn levensverwachting moet beperkt zijn (enkele dagen, hooguit twee weken); 2. De tweede voorwaarde is dat de klachten niet meer op een andere wijze te verlichten zijn ('refractaire symptomen' in medisch jargon).
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
De patiënt verliest heel snel het bewustzijn (binnen 30 seconden is niet ongebruikelijk) door het slaapmiddel en houdt soms zelfs al op met ademen. Als de spierverslapper gegeven wordt is de patiënt meestal na een aantal minuten overleden.
Conclusie. Bij de uitvoering van euthanasie en hulp bij zelfdoding kunnen zich problemen voordoen. Artsen die besluiten om hulp bij zelfdoding te verlenen of euthanasie uit te voeren, moeten hierop voorbereid zijn.
Passieve euthanasie is de oude term voor wat wij vandaag kennen als palliatieve sedatie, met name 'het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase. Men doet dit opdat de patiënt onbehandelbare, ondraaglijke klachten (bijvoorbeeld continu braken) niet meer bewust zou meemaken.
Inductie van coma met daarop volgend overlijden gebeurt door inname van 15 gram barbituraat in 100 ml mixtura nontherapeutica. U als arts bent de enige die het drankje mag overhandigen.