Je bloedgroep is erfelijk bepaald. Je wordt er mee geboren en je houdt hem de rest van je leven. Toch kan het gebeuren dat je bloedgroep verandert. Na een stamceltransplantatie krijgen patiënten namelijk de bloedgroep van de donor.
Dit gen kan A, B of O zijn. Afhankelijk van welk gen jouw ouder jouw geven kun je een van de 8 bloedgroepen krijgen. Het O gen is altijd ondergeschikt. Dit betekend dat als je van je moeder gen O krijgt en van je vader gen A, dan jij bloedgroep A krijgt.
In zeldzame gevallen, als de incompatibiliteit ernstig is en een baby in gevaar is, kan de baby speciale bloedtransfusies krijgen, zogenaamde wisseltransfusies, ofwel vóór de geboorte (intra-uteriene foetale transfusies) of na de bevalling. Wisseltransfusies vervangen het bloed van de baby met bloed met Rh-negatieve bloedcellen.
Hoewel het over het algemeen niet mogelijk is om je bloedgroep te veranderen, zijn er enkele zeldzame medische omstandigheden waarin dit kan gebeuren. Voor de meeste mensen blijft de bloedgroep constant gedurende het hele leven.
Omdat rode bloedcelantigenen erfelijke eigenschappen zijn, veranderen ze doorgaans niet gedurende het leven van een individu . Er zijn incidentele casusrapporten van ABO-bloedgroepantigeenverandering bij kwaadaardige aandoeningen. Wij rapporteren twee dergelijke gevallen van ABO-antigeenverandering in verband met acute myeloïde leukemie.
Je vader en moeder geven ieder één kopie van het gen voor bloedgroepen aan jou door. Dit kan een A, B of O zijn. De kopie van je vader bepaalt samen met de kopie van je moeder welke bloedgroep jij krijgt.
Eén ouder met A en een andere met B zal het kind elke A, B, AB of O bloedgroep aanbieden . Eén ouder met A en een andere met AB zal elke A, B of AB bloedgroep aanbieden. Eén ouder met A en een andere met O zal hun kind elke A of O groep aanbieden.
Welke bloedgroep uw baby heeft, hangt af van uw bloedgroep en die van de vader. Heeft u bijvoorbeeld bloedgroep A en de vader bloedgroep O, dan krijgt uw baby bloedgroep A of O. Maar ook als u beiden A heeft, kan de bloedgroep van uw baby A of O zijn.
Wat is de zeldzaamste bloedgroep? Bloedgroep AB-negatief komt het minst voor in Nederland.
U en uw kind hebben dezelfde Rhesus bloedgroep. U kunt geen antistoffen aanmaken tegen de Rhesus D-bloedgroep van uw kind. U bent Rhesus D-negatief en uw kind is Rhesus D-positief. De kans bestaat dat u antistoffen maakt tegen het bloed van uw kind.
Rh-incompatibiliteit treedt op wanneer de bloedgroep van de moeder Rh-negatief is en de bloedgroep van haar foetus Rh-positief is. Antilichamen van een Rh-negatieve moeder kunnen in de bloedbaan van haar ongeboren Rh-positieve baby terechtkomen, waardoor de rode bloedcellen (RBC's) worden beschadigd.
Antwoord. Het korte antwoord is neen. De bloedgroep wordt bepaald door de genen die je van elke ouder krijgt. Iedereen heeft dus twee genen.
Hoewel in casussen is beschreven dat transfusie tijdelijk invloed heeft op de bloedgroep van een patiënt, is er in de literatuur geen informatie te vinden over een tijdsbestek na de transfusie waarin er zekerheid kan worden geboden dat de bloedgroepresultaten betrouwbaar zijn en niet langer worden beïnvloed door de getransfundeerde cellen.
Voor die bloedgroepen zijn er 3 soorten kopieën van een gen: A, B of O. Van die 3 heeft ieder mens er 2. Eentje krijg je van je vader en eentje van je moeder. De kopieën die je van je vader en moeder krijgt, bepalen samen welke bloedgroep je krijgt.
Resusantagonisme is een aandoening waarbij de rode bloedcellen van de baby afgebroken worden door de antistoffen (afweerstoffen) van de moeder. De aandoening kan alleen ontstaan bij moeders die resus-D-negatief zijn en die zwanger zijn van een kind dat resus-D-positief is.
En welk type je bent, heeft ook invloed op je gezondheid. Op welk vlak loop jij meer risico? Wie A positief of A negatief is, heeft volgens een recente studie in de American Journal of Epidemiology 20 procent meer kans op maagkanker dan types B of O.
Als de baby een andere bloedgroep heeft dan u, kan uw lichaam antistoffen maken tegen het bloed van uw baby. De moeder heeft zelf geen last van de antistoffen, maar de baby soms wel. De baby kan bijvoorbeeld bloedarmoede krijgen.
Gouden bloedgroep of Rh-null bloedgroep is de zeldzaamste bloedgroep ter wereld en bevat geen Rh-antigenen op de rode bloedcellen. DNA van mensen met Rh-null bloedgroep mist genen die verantwoordelijk zijn voor het opbouwen van rode bloedcelproteïnecomplexen.
Aan de hand van bovenstaande gegevens wordt duidelijk dat er vier bloedgroepen, A, B, AB en 0, worden onderscheiden. De bloedgroep 0 wordt hier gelezen als nul, met de betekenis: niets, niet A en niet B. Vaak wordt het echter ook geschreven en/of uitgesproken als de letter O.
Een persoon met bloedgroep 0 kan alleen bloed ontvangen van bloedgroepen 0-positief of 0-negatief (afhankelijk van de rhesusfactor). Iemand met bloedgroep 0 heeft antistoffen tegen de bloedgroepen A en B, en kan deze dus niet ontvangen. Lees alles hierover op onze pagina over bloedgroepen.
De eerste 15 weken van hun leven zijn baby's beschermd met afweerstoffen van hun moeder die ze via placentabloed meekrijgen. Dat is niet een speciale mix die de moeder voor het kind maakt. Het is een afspiegeling van de infecties die de moeder heeft doorgemaakt en waartegen zij zelf afweerstoffen in haar bloed heeft.
Wanneer beide ouders bloedgroep AB hebben, kunnen ze kinderen krijgen metbloedgroepen A, B, AB en O.
Bloedgroep en factoren worden bepaald door genetica. Een baby kan de bloedgroep en Rh-factor van een van beide ouders hebben, of een combinatie van beide ouders .
Je kunt je huisarts vragen om het voor je te laten onderzoeken. Wanneer iemand een beenmergceltransplantatie krijgt, kan de bloedgroep soms ook anders worden. Soms is er iets anders aan de hand. Sanquin, de organisatie waar je bloed kunt geven, kan je er mogelijk meer over vertellen.
(foetale bloedgroep)
Een kleine hoeveelheid van het DNA van de ongeboren baby is aanwezig in het bloed van de moeder . Door het DNA van de baby in het bloed van de moeder te detecteren, is het mogelijk om de D-bloedgroep van de ongeboren baby te bepalen. Dit is de foetale RHD-screeningtest.