Bestraling is een behandeling voor veel soorten kanker. Soms om te genezen, soms vóór, aanvullend op of na een andere behandeling. Bestraling kan ervoor zorgen dat de tumor helemaal verdwijnt. Of veel kleiner wordt, zodat we die tijdens een operatie weg kunnen halen.
Je kunt bestraling krijgen met als doel om helemaal te genezen. Dit heet curatieve radiotherapie. Vaak krijg je de behandeling dan in combinatie met een operatie of met chemotherapie. Als je niet meer kunt genezen van kanker, kan bestraling een behandeling zijn om de ziekte te remmen en/of je klachten te verminderen.
Hoe lang werkt de bestraling door? Kankercellen sterven geleidelijk af. Zelfs nadat de behandeling is gestopt, gaat de werking van de bestraling nog enige tijd door. Het uiteindelijke resultaat wordt daardoor pas een aantal weken tot maanden na afloop van de behandeling bereikt.
Cellen beschadigen
Met radiotherapie worden de cellen van een gezwel zó beschadigd dat ze zich niet verder kunnen delen, of dat hun stofwisseling ontregeld raakt. De kankercellen sterven dan af. Helaas raken gezonde cellen ook beschadigd. Deze gezonde cellen herstellen zich gelukkig beter dan kankercellen.
Radiotherapie, ook wel bestraling, is een heel effectieve manier om kanker te bestrijden. Het doodt de tumorcellen en geeft het immuunsysteem zo een duwtje in de rug. Het effect heeft echter zijn limieten: sommige cellen weigeren koppig om af te sterven en zijn resistent tegen de behandeling.
De meerwaarde van chemotherapie is het effect op afstand. Bestraling is plaatselijk en zorgt voor een afweerreactie rond de tumor, maar chemotherapie reist het hele lichaam door. Op die manier kan het kankercellen op afstand vernietigen en ook daar afweercellen naartoe lokken.
Ongeneeslijk zieke kankerpatiënten genezen soms 'spontaan'. Niet zelden begint de genezing na een zware infectie. Aangezien een infectie het afweersysteem stimuleert, werd de suggestie geopperd dat het afweersysteem op eigen kracht een kankergezwel kan opruimen.
Naast het bekende haarverlies kunnen mensen die bestraald worden ook kampen met aften in de mond, huidproblemen, misselijkheid, zenuwproblemen (tintelingen en een voos gevoel in handen en voeten), een verhoogd risico op infecties, enz. Het kan gaan om ernstige complicaties die de levenskwaliteit kunnen aantasten.
Die kans is heel klein, minder dan 1%. Als er zo'n tweede tumor ontstaat, gebeurt dat meestal na zo'n 5 tot 30 jaar na de behandeling. Soms ben je dan nog onder controle, soms niet meer. Vaak is de nieuwe tumor een vorm van huidkanker of een wekedelentumor.
Zitten de uitzaaiingen maar in een paar lymfeklieren, dan is een behandeling met bestraling mogelijk. Met de straling uit het bestralingsapparaat kan de radiotherapeut (bestralingsarts) de uitgezaaide kankercellen doden.
Moeilijk verteerbare en opneembare voedingsproducten moeten worden vermeden. Verder is het goed vaker tussendoor wat te eten. Door gestoorde vertering van melksuiker (lactose) moeten melkproducten worden vermeden. Met de aanbevolen voeding kan de patiënt vaak met aanzienlijk minder medicijnen toe.
Je kunt moe zijn door chemotherapie of bestraling
Behandelingen als chemotherapie en bestraling maken kankercellen kapot. Maar soms beschadigen ze ook gezonde cellen. Beschadigde cellen moeten weer herstellen en dode kankercellen moeten opgeruimd worden. En dat kost het lichaam energie.
Veel mensen die radiotherapie krijgen, hebben last van vermoeidheid . Vermoeidheid is het gevoel van uitputting en versletenheid. Het kan in één keer gebeuren of langzaam opkomen. Mensen voelen vermoeidheid op verschillende manieren en u kunt zich meer of minder vermoeid voelen dan iemand anders die dezelfde hoeveelheid radiotherapie op hetzelfde lichaamsdeel krijgt.
Chemoradiatie is een combinatie van bestraling en chemotherapie. De chemotherapie versterkt de werking van de bestraling. We geven deze behandeling bij verschillende soorten kanker zoals: blaaskanker, endeldarmkanker, longkanker en slokdarmkanker.
Bestraling begint in de regel direct te werken. Het effect op foto's of scans is vaak pas na lange tijd te zien (weken tot maanden). Vaak blijven er afwijkingen zichtbaar op foto's doordat er littekenweefsel gevormd wordt. Dit betekent dus niet dat de bestraling niet gewerkt heeft.
De kans op schade aan je organen is bij bestraling vaak kleiner dan bij een operatie. Soms is het risico op complicaties of bijwerkingen ook kleiner dan bij een operatie. De arts kan ook andere redenen hebben om bestraling te adviseren als alternatief voor een operatie.
Cijfers verschillen per kankersoort
Maar de overlevingskansen verschillen sterk per soort kanker. Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%).
Vanaf 10 jaar na bestraling is er een verhoogde kans op nieuwe tumoren, zoals huid-, maag-, darm- en alvleesklierkanker. Dit kan zich uiten in pijn in de bovenbuik, eetlustverlies, gewichtsverlies en risico op bloedbraken.
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Het resultaat van een behandeling met radiotherapie is niet altijd direct te zien. De tumor kan nog weken tot maanden na de behandeling kleiner worden. De arts zal je daarom pas na enkele weken tot maanden na de radiotherapie terug onderzoeken.
Het is niet precies te voorspellen hoe je op de bestralingsbehandeling reageert. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, andere merken er juist weinig van. Van welke bijwerkingen je last kunt krijgen, hangt af: de plek die wordt bestraald.
Heeft bestraling gevolgen op lange termijn? Bestraling kan ook gezonde lichaamscellen beschadigen. Het kan zijn dat je maanden of jaren na bestraling last krijgt van de gevolgen van bestraling. Welke gevolgen dat zijn, hangt af van het gebied dat bestraald is.
Alvleesklierkanker heeft slechtste overlevingscijfers van alle kankersoorten. Op 15 november is het Wereldalvleesklierkankerdag. Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland.
Je immuunsysteem is de afweer van je eigen lichaam. Het beschermt je tegen allerlei ziektes en infecties. En kan ook kankercellen doden en opruimen.
Dat heeft te maken met de belasting van de tumor op het lichaam als geheel. Het delen van de cellen, het groeien en uitzaaien kost heel veel energie. Uiteindelijk ga je je eigen cellen afbreken om genoeg energie te kunnen leveren. Dat is funest voor je afweersysteem, waardoor je aan een simpel virus al kunt overlijden.