Voor het vervangen van een kapotte of versleten aardlekschakelaar of aardlekautomaat doet u er verstandig aan, de hulp van een professionele elektricien in te schakelen. Het kan letsel voorkomen, evenals dat het problemen in de toekomst tegengaat. Denk aan een kortsluiting in de meterkast, stroomstoringen, enzovoorts.
Hoe test ik de aardlekschakelaar? Op de aardlekschakelaar zit een testknop met de letter “T”. Deze knop moet ingedrukt worden om te testen, de achterliggende installatie wordt uitgeschakeld. Na het testen moet de aardlekschakelaar normaal worden ingeschakeld.
Als de stroom 'lekt' dan is de aardlekschakelaar kapot. Laat dan de aardlekschakelaar vervangen. Elektriciens noemen dit daarom lekstroom en dat kan zeer gevaarlijk zijn. Als er lekstroom ontstaat dan slaat de aardlekschakelaar de stroomtoevoer meteen uit.
Laat de aardlekschakelaar elke tien jaar door een vakman nakijken. Daarnaast kun je de schakelaar zelf twee keer per jaar testen.
De normale klasse A aardlekschakelaar is te gevoelig voor de foutstromen die deze apparatuur veroorzaakt. Een klasse B aardlekschakelaar herkent deze foutstromen en voorkomt daarmee het onterecht uitvallen van de installatie.
Wanneer moet je een aardlekschakelaar testen? De aardlekschakelaar is een belangrijk onderdeel van de elektrische installatie. Het is daarom aan te raden om de schakelaar iedere maand te testen.
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan bedrading versleten zijn, een stopcontact kortsluiting geven, de hoofdzekering kapot zijn of een algehele stroomstoring bij de aanbieder zijn.
Algemeen. In de meterkast van uw huis bevindt zich de groepenkast waarin de aardlekschakelaar(s) en alle afgaande groepen (automaten)zitten. Hier hoort ook een groepenkaart bij aanwezig te zijn waar u op kunt zien welke groep welk gedeelte van het huis van energie voorziet en achter welke aardlekschakelaar deze zit.
Een stroomstoring kan ontstaan door kortsluiting als gevolg van een defect in de bedrading of een kapot apparaat. Daardoor gaat er een te hoge stroom door de elektrotechnische installatie lopen. Bij een goed werkende groepen- of stoppenkast springt automatisch een zekering of schakelt de automaat zichzelf uit.
Om de lekstroom te meten kan je een ampere meter (multimeter) tussen je aarde draad plaatsen. Je meet dan de stroom die dus via je je apparaten lekt naar de aarde. Je kan heel makkelijk meten welke apparaten er lekken door ze in of uit te schakelen.
Als er een zekeringsschakelaar uitgevallen is, hebben we 2 mogelijkheden: Er is een kortsluiting. Je verbruikt te veel.
Een lekstroom is bijna niet te voorkomen. In veel apparaten zijn bijvoorbeeld transformatoren en/of bijvoorbeeld condensatoren aanwezig, veroorzakers van (kleine) lekstromen. Door niet enkel de fase, maar ook de nul te schakelen kan lekstroom als veroorzaker van gloeiende LED-lampen voorkomen worden.
De aardlekbeveiliging moet binnen een tijd van 300 ms de foutstroom onderbreken. De uitschakeltijd is gelijk voor sinusvormige foutstromen en pulserende gelijk-foutstromen. Met deze meting wordt een foutstroom opgebouwd.
Een aardfout is een fout ontstaan door een defect of een externe oorzaak. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een spanning geleidend onderdeel zoals een fasedraad onbedoeld contact maakt met de aarde. Dit vindt dan plaats via het omhulsel van je wasmachine.
Gemiddeld sluipverbruik
Hoeveel uw sluipverbruik van stroom gemiddeld is, hangt af van het aantal elektronische apparaten die u in huis heeft. Daarnaast heeft niet elk elektronisch apparaat sluipverbruik. Volgens Milieu Centraal zou een huishouden zo'n 450 kWh sluipverbruik aan stroom, gemiddeld per jaar hebben.
Lekstroom is gevaarlijk omdat zaken onder stroom staan die niet onder stroom mógen staan. Bijvoorbeeld een vloer die onder water staat, een lamp, een metalen behuizing van een wasmachine, of een koffiezetapparaat. Als je in het water gaat staan, of een lamp aanraakt, kan je geëlektrocuteerd worden.
Voorbeelden van erkende A-merken aardlekschakelaas zijn Holec, Hager, ABB en Attema. Een aardlekschakelaar zelf kost gemiddeld € 30 tot € 90 exclusief montage. Ga altijd voor de beste prijs-kwaliteitverhouding om complicaties achteraf te voorkomen.
De groepenkast bestaat uit verschillende groepenkast componenten. Hierdoor kan ook de groepenkast zelf soms stuk gaan. Zo kunnen er stoppen kapotgaan, waardoor deze er telkens uit worden geslagen. Houdt dus goed in de gaten of de verschillende componenten nog wel goed werken en vervang ze indien nodig op tijd!
Hoeveel aardlekschakelaars heeft u minimaal nodig? Tegenwoordig moeten alle stopcontacten verplicht worden beveiligd met een aardlekschakelaar. Het is niet verstandig om alle groepen achter één aardlekschakelaar te plaatsen. Dit, omdat dan de gehele installatie spanningloos raakt bij een aardlek.
Als een groepenkast is voorzien van een aardlekschakelaar dan zal deze bij kortsluiting, overbelasting of hoge lekstroom het complete elektriciteitsnet in huis uitschakelen. Dat is natuurlijk heel veilig. Er kan daardoor geen verdere schade aan het netwerk en aan elektrische apparatuur ontstaan.
Zo wordt geadviseerd om apparaten die een vermogen hebben van meer dan 2.000 watt, op een aparte groep aan te sluiten. Denk daarbij aan de wasmachine, de wasdroger, vaatwasser, combimagnetron of oven.
Een lekstroom kan ontstaan door een beschadiging of een defect in een elektrisch apparaat waardoor onverwachts spanning op het gehele apparaat komt te staan. Hierdoor loopt er stroom weg via de aarde met als gevolg dat er meer stroom ingaat dan dat er uitgaat.