Queestes zijn een bekend thema in volksverhalen, mythologie, literatuur en ook in films en computerspelen.
Het thema van je verhaal is de onderliggende gedachte die als een rode draad door je verhaal heen loopt. Je onderwerp zou misschien en streng politiek systeem kunnen zijn dat de hoofdpersoon moet verbreken, dan is je thema (stricte) politiek.
Om het thema te bepalen moet je ontdekken op welke manier personages, gebeurtenissen en ruimtes met elkaar te maken hebben. Ook uit de afloop van een verhaal kun je soms afleiden wat het thema is. Terugkerende aspecten hebben vaak met het thema te maken. Zo'n terugkerend aspect in een verhaal heet een motief.
In eerste instantie word je afgeschrikt door de vele stemmen die een nog verward verhaal vertellen. Maar gaandeweg krijg je door al die personen bij elkaar een afgerond verhaal dat naar een bloedstollend einde loopt.
eind 4 vmbo (uitgezonderd BB) minstens niveau 2. begin 4 havo en vwo minstens niveau 2. eind 5 havo minstens niveau 3.
Zo bepaal je het thema van een boek: Stel het onderwerp vast. Bekijk de titel en het omslag. Lees het motto (als dat er is). Kijk welke aspecten van het onderwerp herhaald worden; zoek dus de motieven.
Thema ≠ onderwerp
“Het thema van de film is vriendschap”, wordt bijvoorbeeld weleens gezegd. Vriendschap is echter net als oorlog of liefde geen thema, maar een statisch onderwerp. Een centraal thema is een subjectieve observatie, mening of idee óver het onderwerp.
Een thema is een onderwerp, de wantoestand zelf om bij het voorbeeld te gebruiken. Het genre is een vrij uitgebreid begrip. Er kan van alles onder vallen.
Een thema is wat er in een boek in grote lijnen naar voren komt. Elk persoon kan een ander thema zien in een boek en boeken kunnen ook meerdere thema's hebben. Wat blijft is dat het thema meerdere keren in het boek naar voren komt. Heel erg vroeger was het heel duidelijk wat het onderwerp van een boek was.
Het thema van een tekst kun je vrijwel in een woord zeggen. Het onderwerp daarin tegen kun je in meerdere woorden zeggen. Ook kan een tekst meerdere thema's hebben maar 1 onderwerp. De hoofdgedachte is een zin waar de tekst over gaat.
Een motto van een boek is een citaat, een spreuk, een sententia of een klein stukje tekst dat niet bij het verhaal hoort, en dat meestal van een ander persoon dan de auteur komt.
thema (zn) : aangelegenheid, boodschap, gegeven, inhoud, issue, item, kwestie, punt, stof, thematiek, topic, vraag. thema (zn) : materie, onderwerp, vraagstuk.
Een thema is een stelling of meer in het algemeen een onderwerp van denken, schrijven en spreken. Thema heet ook de grondgedachte van een kunstwerk of muziekstuk. In het onderwijs is een thema een vertaaloefening bestaande uit losse zinnen, van eigen in vreemde taal of omgekeerd.
Het ene thema kun je groter uitwerken dan het andere. Het is belangrijk dat het thema gaat leven voor de leerlingen en dat er uitdaging in zit. En wat is er uitdagender dan bijvoorbeeld zelf een rol te mogen spelen in het thema. Het thema moet leerlingen de mogelijkheid bieden om dingen te doen en te ondernemen.
Is het de of het thema? Een thema is een hoofdgedachte of een onderwerp waarover je kunt spreken, schrijven, denken of iets dergelijks. Als je het hebt over een thema in combinatie met een lidwoord zeg je “het thema”, want het is een onzijdig woord.
Een motief in literatuur is een herhaaldelijk terugkerend element. We herkennen het omdat het ook in andere verhalen voorkomt (bijv. driehoeksverhoudingen, generatieconflicten) of omdat het binnen hetzelfde verhaal meermalen voorkomt (bijv. een voorwerp, een lied, een kleur, een bepaalde handeling, een gevoel).
Er zijn verschillende soorten motieven: Abstracte motieven: dit zijn kleinere motieven, zoals toeval, liefde, haat, enz. Leidmotief: een leidmotief heeft altijd een symbolische functie, zoals een concreet, tastbaar en terugkerend element. Klassieke motieven: dit zijn opvallende elementen uit een klassiek verhaal.
Schuld. Het thema van het boek is in het algemeen schuld. Gedurende het boek beleefd Anton onbewust de neiging om te begrijpen wat er op de avond van de aanslag gebeurd is. Hier wordt naar de schuldige gezocht, zowel de schuldige van de aanslag als de schuldige van de moord op zijn ouders (en later ook op zijn broer).
Leerlingen leren in de bovenbouw literaire begrippen als thema, symbolen, motieven, motto, personages, perspectief, vertelsituatie, ruimte en tijd te gebruiken bij het lezen en analyseren van literaire teksten.
Universele motieven komen voor in literaire werken van alle tijden. Vaak zijn ze terug te voeren op verschillende mythologieën, de bijbel of volkslegenden. Bijvoorbeeld in Zoeken naar Eileen W. van Leon de Winter.
Een beetje uitdaging is daarbij prima, en soms is juist even makkelijk weglezen zinvol! Op de landelijke site van de bibliotheken kun je op leesniveau boeken zoeken. Kijk op www.leesplein.nl, kies de leeftijd 6-12 en dan 'boeken zoeken'. Of klik gewoon HIER.