"Zo'n" was vroeger "zo een", maar tegenwoordig klinkt zo een erg formeel (en een beetje raar). Je kunt ook zo'n gebruiken om een schatting te maken. Er waren zo'n honderd mensen op het feest. There were around one hundred people at the party.
Aanwijzend voornaamwoord
Dat kun je van zo'n politicus verwachten.
Bij zelfstandige naamwoorden waarbij dat kan, is zo'n juist. Het is ook zo'n ding, zo'n mens, zo'n vereniging, enz. In andere gevallen is zulk(e) goed: zulke mensen, zulke klei, zulk goud, enz.
Zo'n is standaardtaal in het hele taalgebied in combinatie met een meervoudig zelfstandig naamwoord, als het betrekking heeft op een daarbij horend telwoord en betekent 'ongeveer'.
Bijwoord. We zijn zo door dat gat naar de overkant gekropen.
ANS | 10.3.8 Voorwaardelijke voegwoorden: als, wanneer, indien, ingeval, zo; mits, tenzij, tenware.
Toelichting, voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, ter illustratie, dat wil zeggen, zoals, onder andere.
Zo'n wordt gecombineerd met enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die telbaar zijn: zo'n kind, zo'n mooie spiegel, zo'n idee. In combinatie met meervoudige zelfstandige naamwoorden gebruiken we zulke: zulke kinderen, zulke grote ramen, zulke problemen.
De correcte spelling is sowieso, zoals in het Duits.
Sowieso heeft een nogal vage betekenis: 'in het algemeen, in elk geval, toch al, hoe dan ook'. Er hoeft geen bezwaar gemaakt te worden tegen het gebruik van het woord sowieso in het Nederlands, maar het is aan te bevelen het niet te pas en te onpas te gebruiken.
Om naar een vrouwelijke zaaknaam te verwijzen is in het zuiden van het taalgebied (België en delen van Nederland) ze het gebruikelijkst. Haar wordt er als formeler beschouwd. In het noorden van het taalgebied is ze als niet-onderwerpsvorm weinig gebruikelijk in de standaardtaal.
Volgens mijn begrip betekent "zo'n" " such a " en "zulk" betekent "such". Je zou dus "zo'n" gebruiken voor een enkelvoudig zelfstandig naamwoord, en "zulk/e" voor elk ander soort zelfstandig naamwoord.
tegen, rond, bij benadering, ongeveer, om en nabij, nabij, circa, omtrent, zo'n.
Het woordje 'zo' gebruik je: – als synoniem van 'op die manier'. Zo mag je de schaar niet vasthouden. (=Op die manier mag je de schaar niet vasthouden.)
Als je het over zo'n persoon hebt, dan is dat "zo iemand".
1. Gebruik 'such' wanneer u verwijst naar een massa of een ontelbaar zelfstandig naamwoord. 2. Gebruik 'such a' wanneer u verwijst naar een enkelvoudig telbaar zelfstandig naamwoord .
Bijzondere woorden die niet te tellen zijn: Zo'n & Zulk (e) Er zijn zelfstandige naamwoorden die niet echt telbaar zijn. Zoals weer (weather) of water (water). Voor deze zelfstandige naamwoorden kun je kiezen voor zo'n of zulk (e).
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is cafeetje.
De e wordt verdubbeld en het daardoor overbodig geworden accentteken valt weg.
De enige juiste spelling is sowieso. Zowiezo, zoiezo, zo ie zo, et cetera zijn allemaal verkeerd gespeld.
Enig(e) is een bijvoegelijk naamwoord en betekent 'waarvan er geen tweede is'. Iets wat juist schattig of vertederend is wordt enig genoemd. Enigste is dan zoiets als het schattigste wat je hebt gezien. Enigste kan je alleen gebruiken als je er iets mee aanduidt dat heel fijn of mooi is.
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk. Hiernaar verwijs je respectievelijk met 'hij' en 'hem' en met 'zij' en 'haar'.
Een aanwijzend voornaamwoord is een woord dat iets of iemand aanwijst. Vaak verwijzen aanwijzend voornaamwoorden naar het woord dat er direct achter staat. Voorbeelden van deze woordsoort zijn: 'deze', 'die', 'dit', 'dat' en 'zo'n'.
Een zelfstandig naamwoord is een woordsoort dat een mens, dier, ding, (eigen)naam, gebeurtenis, plaats of abstracte zaak zoals gevoelens aanduidt. Voorbeelden van zelfstandig naamwoorden zijn: man,, kat, tafel, Amsterdam, moederdag, hemel of liefde.
Verwijswoorden, verbindingswoorden en signaalwoorden zijn woorden die samenhang brengen in een tekst. Ze worden daarom ook structuuraanduiders genoemd.
I zo afkorting zondag II zo bijwoord Uitspraak: [ zo ] 1) <met dit woord verwijs je naar iets of iemand uit de context> Voorbeelden: 'Je moet je racket zo vasthouden. ' , 'Is het zo dat jullie elkaar in de trein ontmoet hebben?' , 'Met zo iemand wil ik niets te maken hebben. ' , 'Het is niet zo warm als gisteren.