Zetmeel is de belangrijkste bron van energie in een evenwichtige menselijke voeding. Chemisch gemodificeerd zetmeel wordt vaak als (voedings)additief gebruikt.
Levensmiddelenadditieven zijn stoffen die bewust aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om een bepaald technologisch doel te behalen. Een additief kan bijvoorbeeld worden toegevoegd om een levensmiddel te kleuren of om het beter houdbaar te maken.
Het is afhankelijk van runderras, periode van het jaar, het veevoer en andere factoren. Boter maken is een mechanisch procedé. Dat betekent dat boter geen scheikundige bewerking ondergaat. Er mogen aan boter geen andere additieven dan zout toegevoegd worden.
Additieven zijn stoffen die bewust aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om de eigenschappen te verbeteren. Zoals het verbeteren van houdbaarheid, kleur, geur, textuur, stabiliteit of smaak.
Slechts een paar additieven (zoals sulfieten: codes E220 tot E228) kunnen bij sommige mensen een uitzonderlijke overgevoeligheid veroorzaken. Voor die additieven gelden daarom bijkomende etiketteringsregels.
Neem nu suiker. In voeding is dit een onschadelijk product, maar als suiker als additief aan sigaretten is toegevoegd, wordt die minder onschuldig. Want: bij de verhitting wordt de suiker verbrand aan zeer hoge temperaturen en hierdoor worden stoffen als aldehyden gevormd.
Voorbeelden van ingrediënten en producten die vaak sulfiet bevatten zijn fruit, vruchtensap, gedroogde groenten en aardappelen (bijvoorbeeld instant-aardappelpuree en gedroogde groenten in kant-en-klaarmaaltijden), rozijnen, tomatenpuree, suiker, glucosestroop, zuurkool, champignons, bouillon, jus, soep en sauzen.
Voedseladditieven zijn stoffen die aan voedsel worden toegevoegd om bijvoorbeeld de houdbaarheid te vergroten, of de kleur of smaak te verbeteren. Voorbeelden zijn kleurstoffen, zoetstoffen en conserveermiddelen.
Aroma's geven aan voeding een toegevoegde geur of smaak. Toch worden ze niet beschouwd als additieven. Op het gebruik van aroma's is een specifieke reglementering van toepassing.
Olieadditieven. Ze worden direct aan de olie toegevoegd en zijn voor alle in de handel verkrijgbare motor- en transmissieoliën geschikt. Ze verbeteren de eigenschappen van de olie en zorgen daarmee voor minder slijtage en olieverbruik.
Om gezond te bakken kun je dus het beste vloeibaar vet gebruiken. Je kunt hierbij denken aan verschillende soorten oliën, maar bijvoorbeeld ook aan vloeibare margarine of een vloeibaar bak- en braadproduct. Er zijn verschillende typen olie verkrijgbaar in de supermarkt, zoals olijfolie, zonnebloemolie en arachideolie.
Het verschil is eigenlijk verrassend simpel uit te leggen: roomboter is 100 procent dierlijk en natuurlijk, gemaakt van koemelk. Margarine daarentegen is gemaakt van plantaardige olie en vet, aangevuld met water en emulgatoren. Roomboter is dus dierlijk, margarine is plantaardig.
Dit keer: roomboter of margarine? Als het aan het Voedingscentrum ligt, smeren we bij voorkeur zachte margarine op ons brood. Boter bevat meer verzadigd vet dan margarine. En verzadigd vet vervangen door onverzadigd vet kan het risico op hart- en vaatziektes verkleinen, zo stellen ze.
Natrium komt zowel als additief als van nature voor in voedingsmiddelen. Het wordt vaak toegevoegd aan voedingsmiddelen in de vorm van natriumchloride (NaCl), maar kan ook worden toegevoegd in andere vormen, waaronder natriumnitriet, natriumbicarbonaat (zuiveringszout), natriumbenzoaat en mononatriumglutamaat (MSG).
E450 en E500 zijn rijsmiddelen die bijvoorbeeld in donuts worden gebruikt. U hebt ze waarschijnlijk al gebruikt in uw zelfgemaakte recepten, want het zijn de twee ingrediënten van bakpoeder. Lecithine (E322) is een emulgator, wat het mogelijk maakt om water en olie te mengen tot een homogene emulsie.
In Nederland en Europa hebben we jaren campagne gevoerd tegen de witte kleurstof titaniumdioxide (E171), ook wel titaandioxide genoemd. En met succes, sinds augustus 2022 mag E171 niet meer in nieuwe voedingsmiddelen worden gebruikt dankzij een verbod van de Europese Commissie.
Wat zijn aroma's? Aroma's worden aan levensmiddelen toegevoegd om er geur en/of smaak aan te geven of die te wijzigen en zijn ingrediënten die niet bedoeld zijn om als zodanig geconsumeerd te worden.
In de meeste gevallen zijn aroma's niet van dierlijke oorsprong, maar soms bevatten ze bestandsdelen die wel een dierlijke oorsprong hebben. Aroma's staan bijna altijd onvolledig gespecificeerd op de ingrediëntenlijst.
Het is heel begrijpelijk dat de woorden door elkaar worden gebruikt. Immers, als de geurstof, het aroma, aangenaam is, dan merken we dat door de aangename prikkeling van het reukzintuig. Maar strikt genomen is het aroma de stof die de geur verspreidt.Geur is meestal een aangename reuk.
En de producten waarmee we gezond oud worden zoals volkoren granen, groenten, fruit, verse vis en bonen bevatten bijna nooit E-nummers.
Een E-nummer wordt alleen toegevoegd aan een product om een eigenschap te verbeteren, bijvoorbeeld de kleur, smaak of houdbaarheid. Het is dus niet hetzelfde als de ingrediënten zout, suiker, azijn of saffraan, want dit zijn op zichzelf ook voedingsmiddelen.
Glutamaten E-621
E-621 is een E-nummer dat de eetlust stimuleert. Het is dus dubbel zo slecht als je wilt afvallen. E-621 kan zorgen voor extra lichaamsvet omdat deze schadelijk is én E-621 zorgt er ook nog eens voor dat je meer gaat eten.
Net als in wijn, zit er in bier een klein beetje sulfiet. Maar aan wijn wordt sulfiet als bewaarmiddel toegevoegd, terwijl het via de gisten op een natuurlijke manier in het bier komt.
Sulfiet (10 ppm als ingrediënt) Gluten (20 ppm voor de claim glutenvrij)
Biologische wijnen zijn altijd sulfietvrij.