Is zelf katheteriseren pijnlijk en blijft het pijnlijk? In het begin kan zelf katheteriseren gevoelig zijn. De plasbuis is nog niet gewend aan de katheter. Meestal verdwijnt dit gevoel als u vaker katheteriseert.
Zo worden infecties voorkomen. Een overvolle blaas kan zelfs leiden tot nierbeschadiging. Katheteriseren doet geen pijn maar kan raar aanvoelen. De eerste paar keer kunt u een branderig gevoel ervaren, dit komt omdat het slijmvlies wat geïrriteerd is.
Als u voor het eerst begint met zelfkatheterisatie kan het ongemakkelijk aanvoelen. Probeer te ontspannen, adem een keer diep in en probeer het nog een keer. Als het ongemak aanhoudt of als u pijn ervaart, moet u uw arts of verpleegkundige onmiddellijk hiervan op de hoogte stellen.
Uw uroloog kan bepalen dat u vaker moet katheteriseren. Als de hoeveelheid achtergebleven urine 's ochtends èn 's avonds minder is dan 100 ml., mag u stoppen met zelfkatheterisatie na overleg met de uroloog. De techniek van zelfkatheteriseren Het zelfkatheteriseren gebeurt in staande houding.
Schema om te bepalen hoe vaak per dag u zelf katheteriseert:
Kunt u helemaal niet meer zelf plassen, dan katheteriseert u 5 tot 6 keer per 24 uur. Er mag niet meer dan 500 ml urine uit de blaas komen per keer dat u zelf katheteriseert. U bespreekt samen met de arts of de verpleegkundige hoe vaak u zelf katheteriseert.
Het onderzoek doet geen pijn, sommigen ervaren wel een kriebelend gevoel. De prik van de verdoving voel je wel even. Tijdens het onderzoek worden de bloeddruk, de hartslag en het hartritme (hartfilmpje) in de gaten gehouden. Een hartkatheterisatie duurt gemiddeld 1 tot 1,5 uur.
Het optreden van een erectie tijdens het katheteriseren kan ontstaan door een relex en is niet vreemd. Als deze reflexmatige erectie weggaat, is het moeilijker hier vlak na weer een erectie te krijgen. Wanneer u een reflexerectie stimuleer kan u deze erectie gebruiken voor het vrijen.
Over het algemeen geldt: Dat u minimaal 1-2 keer per week moet katheteriseren, om ervoor te zorgen dat het littekenweefsel niet meer terugkomt. Als u nog wel kunt plassen, maar niet meer volledig, dan hangt het af van de hoeveelheid urine die u per keer achterhoudt. Dit kan van 1-4 keer per dag zijn.
De normale blaasinhoud bij volwassenen varieert van 200 tot 500 ml. Als uw blaas vol is, krijgt u aandrang om te gaan plassen. Het is normaal om overdag 5 tot 7 keer te plassen en 's nachts 0 tot 1 keer.
Door het inbrengen van een blaaskatheter kun je last krijgen van verschillende complicaties, zoals: Urineweginfecties. Blaaskramp. Lekkage of verstopping van de katheter.
Het doel van zelfkatheterisatie is dat uw blaas regelmatig volledig wordt geleegd. Hierdoor kunnen complicaties zoals een blaasontsteking, incontinentie (urineverlies), of in het ergste geval een nierlijden, worden voorkomen.
Waar moet u op letten? Als u een katheter heeft is het belangrijk dat u goed drinkt, minstens 2 liter vocht per dag. Zo produceert u voldoende urine, worden de afvalstoffen met de urine uit uw lichaam afgevoerd en verminderen blaaskrampen en verstoppingen van de katheter.
Lukt het niet om spontaan te plassen of blijft er te veel urine achter in de blaas na het plassen? Dan kan u eventueel 1 keer gekatheteriseerd worden. Dit is 1 keer de blaas leeg maken met een katheter.
U kunt het eerste uur na de ingreep last hebben van een branderig gevoel bij het plassen of van een versterkte plasdrang. Bij sommige patiënten duurt dit enkele dagen. Wanneer de plasdrang te vervelend voor u is, kunt u contact opnemen met de polikliniek urologie. Eventueel kunnen hier medicijnen voor gegeven worden.
Een goede toilethouding is dus belangrijk, goed zitten en rustig wat bekken kantelen aan het einde van het plassen kan helpen (of zelfs een keer even gaan staan en weer gaan zitten). De bekkenbodemspieren een keer aanspannen en weer loslaten helpt ook.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Retentie betekent vasthouden. Als u last heeft van urineretentie, kunt u misschien niet beginnen met plassen. Of als u wel kunt beginnen met plassen, bent u misschien niet in staat om uw blaas helemaal te legen. Urineretentie komt zowel bij de man als de vrouw voor.
U kunt met uw katheter gewoon fietsen, sporten, zwemmen etc. Indien u twijfelt over een activiteit, dan kunt u dit altijd met een verpleegkundige op de polikliniek bespreken.
Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
Strek de penis en haal zonodig de voorhuid naar achteren en knijp een beetje in de eikel om de plasbuis te openen. Breng de katheter voorzichtig in de plasbuis tot de urine begint te stromen. - Voelt u weerstand bij het inbrengen? Adem in en duw de katheter voorzichtig door bij het uitademen.
Omschrijving. Het inbrengen van blaaskatheters is een veel uitgevoerde handeling in de gezondheidszorg. Dit mag alleen door een arts, verpleegkundige of verzorgende gedaan worden die daarvoor bevoegd en bekwaam is: het katheteriseren van de blaas bij mannen is namelijk een voorbehouden handeling.
De katheter via de buikwand (suprapubische katheter) wordt ingebracht onder plaatselijke verdoving. De uroloog maakt een klein sneetje in uw buik (net boven het schaambeen) en brengt zo de katheter in uw blaas. Er zit dan geen slangetje in uw plasbuis en het is dus nog mogelijk om op de normale manier te plassen.
Als u niet meer goed kunt plassen, is soms een blaas- katheter nodig. De blaaskatheter helpt urine af te voeren uit uw blaas. De blaaskatheter wordt verwijderd als u weer normaal kunt plassen. Sommige mensen hebben een blaaskatheter voor korte tijd nodig, andere mensen voor langere tijd.