U betaalt voor de meeste Wmo hulp en ondersteuning € 19,00 per maand. Dit wordt het abonnementstarief genoemd.
U komt in aanmerking voor een Wmo-voorziening als u voldoet aan de volgende voorwaarden: U bent niet meer zelfredzaam en u kunt niet meer meedoen in de samenleving omdat u een aandoening of een beperking hebt. Of omdat u langdurige zorg nodig hebt. U hebt geen of onvoldoende mogelijkheden het zelf op te lossen.
Heeft u een aanpassing nodig in uw woning zoals een traplift of een verhoogd toilet? U kunt dan een vergoeding krijgen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit is afhankelijk van de aard en de zwaarte van de zorg die u nodig heeft.
Wmo aanvragen bij uw gemeente
Het Wmo-loket of het sociale wijkteam van uw gemeente geeft u informatie over de Wmo. En helpt u bij de aanvraag van voorzieningen uit de Wmo. U kunt bij uw gemeente ook vragen naar de gratis cliëntondersteuning.
De gemeente mag geen inkomensgrens stellen voor hulp uit de Wmo (offcieel Wmo 2015). Wel kunnen gemeenten een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen en hulpmiddelen uit de Wmo.
De Wet langdurige zorg (Wlz) betaalt de zorg voor mensen die in een instelling wonen. Deze behandelingen zijn duur, daarom betaalt u mee in de vorm van een eigen bijdrage. Voor zowel zorg met verblijf als zorg zonder verblijf betaalt u een eigen bijdrage.
De Wmo is grotendeels gericht op mensen vanaf 18 jaar die zelfstandig wonen. Zorg voor kinderen wordt vanuit andere wetten vergoed. Toch kunt u als ouder van een zorgkind met de Wmo te maken krijgen.
Het aanvragen van een hulpmiddel bij de gemeente (wmo) kan zomaar een paar weken tot en paar maanden in beslag nemen. Dat kan erg lang zijn als je een aandoening hebt waarbij je situatie snel verslechtert. Of als je door een ongeval plotseling hulp nodig hebt.
Goed om te weten: niet al uw spaargeld telt mee. Er is in 2020 een vrijstelling van 30.846 euro per persoon. Heeft u dus een vermogen dat lager is dan de vrijstelling, dan heeft dat geen invloed op de eigen bijdrage.
Voor de eigen bijdrage in 2022 kijken we naar uw vermogen in 2020. In 2020 is het heffingsvrije vermogen € 30.846 per persoon.
Uitvoering van de Wmo wordt gefinancierd uit belastinggeld en eigen bijdragen. De overheid beheert dit geld en keert dit geld aan de gemeenten uit via een speciaal gemeentefonds. Bij de verdeling van het geld wordt vooral gekeken naar de samenstelling van de bevolking in een bepaalde gemeente.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is bedoeld voor mensen die hulp nodig hebben bij het zelfstandig thuis wonen, het ontmoeten van anderen en voor de ondersteuning van mantelzorgers. Voorbeelden van ondersteuning uit de Wmo zijn: maaltijdservice, huishoudelijke hulp en een scootmobiel.
Wanneer u niet meer in staat bent om uw huishouden zelf te doen (bijvoorbeeld door een ongeval, ziekte of omdat u slecht ter been bent), kunt u huishoudelijke hulp inschakelen. Om in aanmerking te komen voor de WMO dient u contact op te nemen met uw gemeente.
De eigen bijdrage voor de Wmo in 2021 is maximaal €19,00 per maand. Kijk voor meer informatie op de website van het CAK. U kunt een indicatie voor huishoudelijke hulp aanvragen bij het Wmo-loket van uw gemeente. Indien u een Wmo-indicatie heeft ontvangen, worden de kosten (gedeeltelijk) vergoed door de gemeente.
Vanaf 2020 is de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen voor iedereen maximaal € 19,00 per 4 weken, ongeacht inkomen of draagkracht. Dat heet Wmo-abonnementstarief. Dit betekent niet dat u altijd € 19,00 betaalt. Als u gedurende een periode bijvoorbeeld minder ondersteuning krijgt, betaalt u ook minder.
Getrouwd of partner
En is minimaal één van u nog geen 66 jaar en 7 maanden (AOW-leeftijd)? Dan hoeft u in 2022 geen eigen bijdrage te betalen voor hulp en ondersteuning vanuit de Wmo. Bereikt u in de loop van het jaar allebei de AOW-leeftijd? Dan wordt de eigen bijdrage maximaal € 19 per maand voor u samen.
De Wmo is er voor mensen die hulp nodig hebben om thuis te kunnen blijven wonen. En de Wmo is ook bedoeld voor mensen die niet meer zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving. Geldt dat voor u? In beide gevallen is uw gemeente dan verplicht om u te ondersteunen.
Eigen bijdrage Wmo
Gemeenten mogen een eigen bijdrage vragen voor de Wmo-ondersteuning die zij mensen thuis bieden. Vanaf 2020 betaalt u voor de meeste Wmo-hulp een eigen bijdrage van € 19,00 per maand. Gemeenten kunnen wel een lagere eigen bijdrage vaststellen. Bijvoorbeeld voor huishoudens met een minimuminkomen.
In 2 of 3 uur per week kunnen doorgaans alle basistaken zoals stofzuigen, afstoffen, dweilen, het schoonmaken van de keuken en badkamer uitgevoerd worden.
Hulp bij het huishouden kan op twee manieren vergoed worden: Door de gemeente vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Door het zorgkantoor vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz)
De wettelijke eigen bijdrage is 25% van de kosten. In dit geval betaalt u zelf 25% van € 1200 = € 300. Van het bedrag dat overblijft (€ 900), betaalt u de eerste € 385 zelf. Dat is het verplichte eigen risico.
Gemeenten ondersteunen mensen met een ziekte of beperking en ouderen die thuis wonen. Het doel is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en dat zij goed mee kunnen doen in de maatschappij. Dit is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Wmo-ondersteuning en wijkverpleging zijn mogelijk als u thuis (= zelfstandig) of in een kleinschalig wooninitatief woont. De Wlz geeft recht om in een zorginstelling te gaan wonen. Bijvoorbeeld een verpleeghuis of een instelling voor gehandicaptenzorg.