Tomaten zijn zelfbestuivers: het stuifmeel moet op de stamper vallen voor een bevruchting. Enkel bevruchte bloemen zullen tomaten geven. Bevruchting zal pas plaatsvinden als de temperatuur boven de 18 graden is. Buiten: dit gebeurt automatisch door de wind.
Voor het krijgen van tomaten moeten de gele bloemen 'bestoven' worden. Dit houdt in dat het stuifmeel van de stuifmeeldraden op de stamper terechtkomt. In de natuur wordt het bestuiven van de tomaten- bloemen gedaan door insecten, die op zoek zijn naar stuifmeel of door de wind.
Qua verzorging hebben tomatenplanten vooral behoefte aan een zonnige standplaats en warme, goed bemeste, waterdoorlatende grond. Geef altijd water onderaan de plant. Zo heeft je tomaat minder kans op schimmelziekten. Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje.
Gebrekkige vruchtzetting bij je tomatenplanten
Zijn er weinig bloemetjes, dan uiteraard ook weinig tomaten. Een andere reden kan zijn dat jeje planten te dicht bij elkaar gezet hebt en de plant te weinig zon gezien heeft. Ook moet je je kleinste rassen aan de zuidkant van je serre of tuinkas planten.
De tomaat behoort tot de zelfbestuivende planten. Dit betekent dat de pollen van de plant de bloemen van dezelfde plant kunnen bestuiven. Je hebt dus niet noodzakelijk meerdere tomatenplanten nodig. De bestuiving gebeurt hoofdzakelijk door hommels en wilde bijen.
Aan een plant met grote tomaten, kan je meestal minstens een tros of vier, dus rond de 20 tomaten verwachten. Vaak wordt het echter nog meer, zodat je uitkomt tussen de 5 en 15 kilogram tomaten per plant.
De tomaat is eigenlijk een meerjarige plant, maar kwekers gebruiken hem vaak eenjarig. Ook in Nederland kun je prima tomaten kweken: in de zomer buiten en het hele jaar door in een kweektent. De plantenvoeding en substraten van CANNA bieden je tomatenplant precies de basis die ze nodig heeft.
Een tomatenplant heeft in de serre een levensduur van 5 maanden. Mei, juni, juli, augustus en september. Alle energie van moeder natuur wordt best zo goed mogelijk verdeeld in die 5 maanden.
De reden waarom stamtomaten worden aangebonden is dat stamtomaten (zeker in de kas) grote planten worden tot meer dan 2 meter hoog. Door de hoofdstam elke 15 tot 30 centimeter vast te binden aan een stok zorg je dat de planten niet omvallen.
Tomaat - aardappel, erwt, venkel, diverse koolsoorten.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Water geven gebeurt het best 's ochtends en niet op de plant, maar aan de voet van de plant. Zorg bovendien voor voldoende waterafvoer en een kaliumrijke grond.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Paprika's zijn in principe zelfbestuivend. Tik even tegen de bloemen om de bestuiving te bevorderen. Laat in iedere bladoksel slechts één bloem staan en verwijder de rest. De vruchten worden zo groter.
Men noemt deze zelftoppende/determinate tomatenrassen. Deze groep van tomaten mag je niet dieven, want dan heb je maar weinig vruchten. Zelftoppende tomatenrassen zijn bijzonder geschikt voor potteelt of teelt in kuipen! De laagstblijvende zelftoppende tomaten zijn Fuzzy Wuzzy, Tiny Tim, Tom Red en Whipper Snapper.
Dieven van tomaten is simpelweg het verwijderen van alle uitgelopen okselknoppen. Een okselknop is een knop in de ruimte (oksel) tussen de stengel en het blad. Zo'n knop ontwikkeld zich spontaan tot een nieuwe stengel met bladeren, bloemen, en vruchten.
Tomaten houden van zon en warmte. Plant pas midden april in je serre, en wacht tot midden mei als je in de openlucht kweekt. Geef ze een plekje met veel zon. Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter).
Tomaten houden niet van regen. Knip eventueel wat blad weg wanneer een plant te lang nat blijft na een regenbui. Knip ook bladeren weg die het zonlicht weghouden van de vruchten. Laat in ieder geval altijd minstens 6 tot 8 grote bladeren aan de plant zitten.
Pluk ook niet in één keer te veel bladeren van een plant af, daar schrikt een tomatenplant van en dat vindt hij niet fijn. Beter is het om regelmatig ( bijv. 1x per week) 2 tot 3 bladeren te verwijderen.
Als je hem uitgraaft, kan je hem op een lichte warme plaats wel overwinteren. Hij zal dan echter lang en dun uitgroeien (Etoilleren). Mocht je hem tot het voorjaar in leven weten te houden dan kan hij de tuin in geplant worden. Makkelijker is het om volgend voorjaar een nieuw plantje op te kweken.
Tomatenplanten kunnen helaas niet tegen vorst. Men dient hierdoor maatregelen te nemen om te voorkomen dat de plantjes doodvriezen. Dit kan door de plant in een warmere ruimte te plaatsen. Je kunt bijvoorbeeld een tomatenplant binnen plaatsen en in het voorjaar opnieuw planten.
Tomatenplanten houden van zon, warmte en voed-zame grond. Kies dus een plek uit om de tomaten-planten te laten groeien, die voldoet aan deze voorwaarden. Als je buiten tomaten wilt gaan kweken, zorg dan dat de planten uit de wind staan en het liefst op het zuiden.
In onrijpe tomaten zit tomatine, een stof die in grote hoeveelheden giftig is voor de mens. Tomatine kan koorts, zwakheid, slaperigheid, lusteloosheid, depressie, buikpijn en diarree veroorzaken. Tomatine verdwijnt tijdens het rijpen van de tomaat, dus eet alleen rijpe tomaten. Tomaten rotten relatief snel.
Gina Sam adviseert daarom om niet meer dan twee stuks sinaasappelen en tomaten per dag te eten en deze zelfs te vermijden als je veel last hebt van brandend maagzuur.
Toppen doe je door de stam te verwijderen boven de 2 eerste bladeren na de laatste tros. Tomatenplanten kunnen echt groeien als onkruid. Het verwijderen van bladeren heeft als voordeel dat de plant beter opdroogt na regen (buitenteelt), maar ook dat er meer licht en lucht aan de plant en zijn vruchten kan.