Als voegwoord verbindt toen een hoofd- en een bijzin. Het woord verwijst ook dan altijd naar een moment in het verleden. De handelingen in hoofd- en bijzin kunnen zich gelijktijdig of na elkaar afspelen. De bijzin staat in het imperfectum of de plusquamperfectum.
Andere voorbeelden van voorzetsels zijn: aan, achter, bij, binnen, boven, buiten, dankzij, door, gedurende, in, langs, naar, nabij, om, omstreeks, over, per, qua, rond, sinds, te, tegen, tegenover, tot, tussen, uit, van, vanaf, vanuit, via, volgens, voorbij, wegens, zonder.
De voegwoorden toen, als en wanneer geven alle drie aan dat de in de rompzin en bijzin uitgedrukte werkingen (min of meer) gelijktijdig plaatsvinden. Toen verwijst naar een eenmalige gebeurtenis of een bepaalde periode in het verleden: 'die keer dat', 'op het ogenblik dat', 'ten tijde dat'.
Veel mensen vragen zich af of toen een voegwoord is. Het antwoord op die vraag is ja. Toen hoort bij de verwijswoorden van tijd, net als bijvoorbeeld voordat, nadat en terwijl.
De beste truc om het verschil tussen than en then te onthouden is om je te concentreren op de letters die anders zijn – 'a' en 'e' . Than wordt gebruikt voor vergelijking, en zowel than als comparison hebben de letter 'a' in hun spelling. Then wordt gebruikt voor time, en zowel then als time hebben de letter 'e' in hun spelling.
Zo houd je ze uit elkaar. Than wordt gebruikt in vergelijkingen zoals in "zij is jonger dan ik" en "hij is langer dan ik". Than wordt gebruikt om over tijd te praten zoals in "toen woonde ik in Idaho", "we'll have to wait until then." en "the then governor [the person who was governor then]."
nee, 'dan' leidt een bijzin in, en een bijzin kan je niet los opschrijven.Er moet altijd een hoofdzin bij dan.
“Then” is een bijwoord en kan niet als voegwoord worden gebruikt , ook al denken veel van mijn studenten dat dat wel kan. Fout: Ik ging zwemmen, toen nam ik een douche. Goed: Ik ging zwemmen, toen nam ik een douche. Een manier om te laten zien dat “then” geen voegwoord is, is door het in de zin te verplaatsen.
De voegwoorden van vergelijking als (na de stellende trap) en dan (na de vergrotende trap) staan in veel gevallen voor een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord (zo dom als een ezel, het hemd is nader dan de rok). Ze worden daardoor ook wel opgevat als voorzetsels.
Then kan functioneren als een bijvoeglijk naamwoord, bijwoord of zelfstandig naamwoord , en geeft tijd of gevolg aan. Than is een voegwoord of voorzetsel dat wordt gebruikt om een vergelijking aan te geven. Then en than behoren tot de 100 meest gebruikte woorden in de Engelse taal.
Signaalwoorden zijn woorden zoals toen, of, maar, ook, of, dus, daardoor, ondanks, daarnaast en tegelijkertijd. Je gebruikt ze om je lezer te laten zien wat het verband is tussen verschillende zinsdelen, zinnen en alinea's.
dan bijwoord [niet gradueel] (ALS GEVOLG)
als gevolg daarvan; in dat geval; ook gebruikt als een manier om een uitspraak te koppelen aan een eerder gesprek: Waarom bel je ze niet om te zeggen dat we later komen? Dan maken ze zich geen zorgen. Als ik vrijdag niets van je hoor, dan ga ik ervan uit dat je niet komt.
Enkele veelvoorkomende voorzetsels zijn: over, boven, over, na, tegen, langs, tussen, rond, bij, voor, achter, onder, onder, naast, tussen, door, omlaag, tijdens, behalve, voor, van, in, binnen, in, zoals, nabij, van, uit, op, op, uit, buiten, over, verleden, aangezien, door, gedurende, totdat, aan, naar, onder, totdat, ...
Voegwoorden zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden, en voegwoorden geven ook aan wat het verband is tussen twee zinnen. Voorbeelden van voegwoorden zijn: 'maar', 'want', 'omdat', 'doordat', 'en', 'dus' en 'of'.
' Er is (vaak) een betekenisverschil tussen zinnen met een voorzetsel en zinnen met een achterzetsel: Noa liep de tuin door. (door is een achterzetsel; de betekenis is 'van de ene kant van de tuin naar de andere')Noa liep door de tuin.
-> “Toen” is een conjunctie van tijd: om een bepaald ogenblik aan te duiden. Onthoud: na 'toen' moet je altijd het imperfectum gebruiken.
Then wordt ook gebruikt om aan te geven wat er gebeurt of gebeurde, of wat er gedaan moet worden, zoals in de volgende zinnen: Eerst ging ik naar de winkel, en toen haalde ik benzine . Maak je huiswerk af, en dan kun je tv kijken. Ga bij de volgende straat rechtsaf, en ga bij het stoplicht linksaf.
Bijwoord. Hij is toen naar huis gegaan.
Het woord 'then' functioneert als een bijwoord in een zin. Een bijwoord is een woord dat een actie (werkwoord), een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord beschrijft. Het laat zien wanneer iets gedaan wordt of wanneer iets gebeurt of zal gebeuren.
Het woord "then" is geen voegwoord. Het is een bijwoord. Het kan worden gegroepeerd met de conjunctieve bijwoorden, maar het zijn allemaal bijwoorden en kunnen als zodanig geen clausules op zichzelf verbinden . Het is dus een vergissing om het te gebruiken om clausules te verbinden.
Het woord than wordt gebruikt voor vergelijkingen om aan te geven met wie of wat iets wordt vergeleken. Bijvoorbeeld: " katten zijn slimmer dan honden ." Het woord then wordt gebruikt om tijd aan te geven, zoals in "op dat moment" of "nadat dat gebeurde." Bijvoorbeeld: "ik heb gesport en daarna gedoucht."
Antwoord en uitleg:
Het woord 'then' kan een zin beginnen . Dit woord functioneert als een bijwoord (een woord dat een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of ander bijwoord wijzigt). Het verwijst naar een tijd in kwestie, iets daarna of in aanvulling op, of iets dat het geval is.
Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen. Voegwoorden verbinden gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin. Deze zinnen dienen dan idealiter een samengestelde zin te vormen, met een komma er tussen.
Deze woorden verbinden twee deelzinnen met elkaar en geven dankzij deze verbinding tevens een toevoegende betekenis aan de zin. Het verschil met een 'voegwoord' is dat een voegwoord altijd alleen tussen de zinnen in kan staan (of soms ook vooraan de zin), het voegwoordelijke bijwoord kan op meerdere plekken staan.