Op zich niet zo'n slecht idee, maar over tijd is dit plotselinge schakelen funest voor uw aandrijflijn. Het is gezonder voor uw bolide om tot een complete stop te komen alvorens u schakelt. Uw auto een paar minuten laten warmdraaien alvorens u gaat rijden, zou de motor wonderen doen.
Vanaf 2.000 toeren kun je al naar de volgende versnelling schakelen. Te vroeg opschakelen, als de motor nog niet 'trekt', is niet handig. Dat kan de motor vervuilen en zo schade veroorzaken.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Zo gaat een versnellingsbak kapot
De volgende defecten zullen ervoor zorgen dat een versnellingsbak kapot gaat en niet meer goed te gebruiken is: Versleten tandwielen (kapotte of afgesleten tanden) Versleten afstandsringen. Kapotte lagers.
Ook zo nu en dan doortrekken tot 5000 toeren (of zelfs tot 6000 toeren) kan geen kwaad, als je daarna maar opschakeld. Sterker nog: er zijn genoeg auto's, met namen de wat kleinere, die bij 120 km/u in de hoogste versnelling al rond de 4000 toeren draaien.
Als de motorfiets niet verwarmd of droog staat, kan er bij het langere stilstand corrosie ontstaan aan de uitlaten. Bij erg lange stilstand zullen de benzine, olie -en remslangen uitdrogen, met als resultaat dat deze gaan lekken.
Deze auto heeft een dikke krukas in het motorblok en de zuigers maken een lange slag; dit is dus niet om hard mee te rijden, de motor is meer gericht op trekkracht bij lagere snelheden. Bij 120 km/u draait dit blok in de buurt van de 5000 rpm.
Levensduur koppeling
Gemiddeld gaat een koppeling ongeveer 150.000 km tot 250.000 km mee. Er staat geen vaste termijn voor vervanging. Bij intensief gebruik, hard rijden, file, veel stadskilometers, is de levensduur van de koppeling minder lang en dus eerder aan vervanging toe.
Korte afstanden, stadsverkeer en rijden met een caravan of aanhanger zijn niet bevorderlijk voor de levensduur. Met veel snelwegkilometers en weinig schakelen gaat de koppeling veel langer mee. Rijden met de voet op de koppeling is van oudsher een afrader. Verder zijn olie en vet funest voor een koppelingsplaat.
Het nut van de zesde versnelling: zuiniger rijden
Bij hogere snelheden kan je zo het toerenaantal verlagen, en dus ook het verbruik. Rij je 120 km/u, dan zal de motor in zesde versnelling minder toeren maken dan in vijfde versnelling. Het verbruik van je auto zal in dat geval lager liggen.
In 50 km/h-zone max in 3e versnelling
Welke versnelling het meest geschikt is als je 50 km/h rijdt hangt af van de grootte van je motor, maar in veel auto's is het mogelijk om 50 km/h in de derde versnelling te rijden zonder te veel toeren te maken.
Aangezien de motor al bijna in de toerenbegrenzer zit voor het overschakelen, schiet het blok direct naar toerentallen die de motor niet zonder schade kan verwerken. Onder autoliefhebbers heet zo'n motorschade veroorzakende schakelfout een 'money shift'.
Inderdaad, als je terugschakelt door een versnelling over te slaan en het toerental loopt te hoog op, ligt het risico op de loer dat je motor kapotgaat. Het is daarom het verstandigst om altijd in de juiste volgorde te schakelen, soepel en zonder haast.
Rij niet te lage snelheden in een (te) hoge versnelling. Daardoor kunnen de zuigers in de cilinders een kantelende beweging gaan maken. Dit veroorzaakt schade in de cilinder. Laat de motor goed toeren maken als hij zwaar moet presteren.
Hoeveel brandstof verbruik je? Een snelheid van 70 tot 90 km per uur is het zuinigst. Brandstof werkt bij deze snelheid het best, waardoor er ook minder CO2, stikstof en fijnstof uit de uitlaat komt. In de stad verbruik je het meest, omdat je daar veel moet remmen en optrekken.
Rijd zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid met een laag toerental in de hoogste versnelling, waarbij de motor soepel loopt. Dus: 80 km/u in de 5e versnelling, 50 km/u in de 4e versnelling. Voor alle auto's geldt het advies om tussen 2.000 en 2.500 toeren naar een hogere versnelling te schakelen.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Om te schakelen moet je de koppeling intrekken, het gas loslaten en ondertussen het schakelpedaal bedienen. De koppeling zit achter het linkerhandvat, het schakelpedaal zit bij je linkervoet. Wanneer je het schakelpedaal een positie naar beneden drukt gaat de motor in de eerste versnelling.
De kosten voor het vervangen van de koppeling liggen tussen de 300 tot 800 euro. Tijdens het vervangen gaan wij aan de slag met de koppeling, de koppelingsplaten en de drukgroep van het merk LuK. Wanneer een koppeling wordt vervangen, is het vaak ook zo dat de transmissie olie ververst moet worden.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Er is geen lampje in de auto dat aangeeft dat je koppeling versleten is. Symptomen dat een koppeling aan vervanging toe is zijn: een motor die toeren maakt zonder dat je auto versnelt in de versnelling, een hoog aangrijpend koppelingspedaal, een zwaar koppelingspedaal of een moeizaam schakelende versnellingsbak.
Een normale viertaktmotor van een auto draait met een toerental dat doorgaans varieert tussen 700 en 6500 toeren per minuut, bij racemotoren ligt dat al boven de 10.000.
Een hoog aantal toeren betekent een krukas die veel omwentelingen maakt (en dus een hoger verbruik). Daarom wordt aangeraden om op tijd te schakelen: dit zorgt voor een lager brandstofverbruik.
Schakelen in een personenauto kun je het beste doen tussen de 1500 en 2000 toeren bij een dieselmotor en bij benzinemotoren tussen de 2000 en 2500 toeren. Het schakelen bij de juiste toerental zorgt ervoor dat de auto efficiënt wordt gebruikt.