Je kunt bijvoeglijke naamwoorden (zoals snel en bijzonder) ook als bijwoord gebruiken. Bijvoorbeeld: We liepen snel door. (snel bepaalt het werkwoord doorlopen nader)
Bijvoeglijk naamwoord
▸ Beren zijn immers een stuk sneller dan mensen.
Het snelle werkwoord * Wanneer het lidwoord HET bij een zelfstandig naamwoord hoort, dan komt er een buigings-e achter. Het, mijn, jouw, zijn, haar, uw, ons, jullie of hun snelle werkwoord * Wanneer er een bezittelijk voornaamwoord voor het zelfstandig naamwoord komt.
Een bijwoord zegt nooit iets over een zelfstandig naamwoord, dan is het namelijk een bijvoeglijk naamwoord. Een voorbeeld van een zin met een bijwoord is: 'Ik heb heel lekker gegeten'. In deze zin is 'heel' het bijwoord.
Wat is een bijwoord? Een bijwoord is een woord dat meer informatie geeft over een ander woord in de zin, of over de hele zin. Zo is heel in 'Zij is heel aardig' een bijwoord. In 'Ik kom morgen niet' zitten twee bijwoorden: morgen en niet.
De makkelijkste manier om bijwoorden te vinden is om de woordsoorten te begrijpen die ze modificeren (beschrijven): werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en andere bijwoorden. Weet ook dat bijwoorden de volgende vragen over de woorden die ze modificeren beantwoorden: hoe?, wanneer?, waar? en in welke mate? (hoe vaak? of hoeveel?).
Snel en vlug zijn bijwoorden .
naamw. Uitspraak: [ snɛl ] 1) die of dat weinig tijd nodig heeft of een hoog tempo heeft Voorbeelden: 'snelle service bieden' , 'zo snel mogelijk reageren op een oproep' , 'snel van begrip zijn' , 'snel boos worden' Antoniemen: langzaam, traag, zacht, Synoniemen: : vlug, spoedig, hard, 2) modern, modieus en me...
Een werkwoord is een woord dat aangeeft wat iets of iemand doet. 'Spelen', 'lopen', 'rijden' en 'knutselen' zijn voorbeelden van werkwoorden. 'Twijfelen', 'hebben' en 'beheersen' zijn ook werkwoorden, maar geven minder duidelijk een activiteit aan.
Snel is zowel een bijvoeglijk naamwoord als een bijwoord . Snel is een bijvoeglijk naamwoord en de bijwoordvorm is snel. … snel. bijwoord.
De meeste bijwoorden worden gemaakt vanuit bijvoeglijk naamwoorden (beautiful, slow etc.) en kan je herkennen aan de uitgang –ly (beautifully, slowly etc.), op een paar uitzonderingen na (hier komen we verder in dit artikel op terug).
haastig, hard, vlug, wakker, rap, ras, spoedig, vluchtig, gauw, vlot, direct, rad, jachtig, rats, schielijk, gezwind, ijlings, als de bliksem, fast, scheetsgewijs, presto.
Als bijvoeglijk naamwoord kan alleen snel worden gebruikt: een snelle auto is dus wel correct, maar een harde auto niet. In sommige woordcombinaties is hard ingeburgerd geraakt, in andere juist snel.
Snel, langzaam, gisteren, vorige week, hier, daar, vandaag, dagelijks, nooit, zelden, extreem, jaarlijks , etc. zijn enkele voorbeelden van bijwoorden.
Toelichting. Niet is een bijwoord van ontkenning dat de inhoud van een zin ontkent of bijvoorbeeld een werkwoord, deelwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord dat erop volgt: niet doen, niet gezegd, niet lopend, niet verlegen, niet erg, niet bijzonder slim enzovoort.
1. handelend of bewegend of in staat om snel te handelen of te bewegen; vlot . 2. volbracht in of durend in korte tijd.
snel, vlug, vlug, vlug, vlug, haastig, spoedeisend, expeditief betekent bewegen, voortgaan of handelen met spoed . snel en vlug liggen qua betekenis erg dicht bij elkaar, maar snel is vooral van toepassing op het ding dat beweegt.
zamer, -st), traag. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: langzaam (bn) : zacht, traag, rustig, zachtjes, sloom, stapvoets, slepend, loom, lijzig, treuzelend, talmend, slow, traagzaam.
Het is altijd oké geweest om fast als bijwoord te gebruiken. Volgens de Oxford English Dictionary is het gebruik van fast (wat 'met snelheid' betekent) als bijwoord zelfs ouder dan het gebruik als bijvoeglijk naamwoord .
snel / snel / snel . Snel is het gebruikelijke bijwoord van snel:Ik realiseerde me snel dat ik in de verkeerde trein zat. Mijn hart begon sneller te kloppen. Snel wordt soms gebruikt als bijwoord in zeer informele taal, vooral als uitroep:Kom op!
Het is een bijwoord . De constructie als geheel is een imperatief. Zonder het uitroepteken zou het helemaal geen constructie zijn, maar gewoon een woord. Maar het uitroepteken vertelt je dat er een werkwoord wordt geïmpliceerd, dus '[Ga] snel!'
Een bijwoord is een woordsoort die een ander bijwoord, een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord modificeert. Het wordt vaak herkend aan het achtervoegsel -ly aan het einde ervan .
Een bijwoord is een woord of een zin die wordt gebruikt om de betekenis van een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord te wijzigen of te beschrijven . Een bijwoord wijzigt soms ook een ander bijwoord. Bijwoorden vertellen de lezer of luisteraar informatie over de manier, mate, reden, tijd, plaats of frequentie van de actie waarover wordt gesproken.
Antwoord. Uitleg: still is het bijwoord van tijd .