Reprobel kreeg hiervoor een specifieke wettelijke vergunning als beheersvennootschap van de minister van Economie en werkt onder streng toezicht van de controledienst van beheersvennootschappen van de FOD Economie en een commissaris-revisor.
Wanneer je geen brief ontvangen hebt, is het indienen van een aangifte niet mogelijk. Je kan natuurlijk altijd spontaan een aangifte doen en hiervoor Reprobel contacteren. Heb je wel een brief ontvangen dan moet je deze tijdig indienen, zo niet riskeer je een boete.
Interessant voor wie veel kopieën en prints maakt. Je weet meteen hoeveel je betaalt. Reprobel gaat niet betwisten. Kostprijs per jaar en per relevante werknemer (in voltijds equivalent) = 12 euro (fotokopieën, prints en digitaal hergebruik)
Dat kan een nulaangifte zijn... Meent u geen kopieën of prints van beschermde werken te nemen, dan doet u een nulaangifte, ofwel via het formulier dat u toegestuurd werd, ofwel via https://portal.reprobel.be . In dat geval zal u geen factuur krijgen.
Met Licentienemers van Categorie II worden bedoeld de licentienemers die een gemengde activiteit uitoefenen, in die zin dat ze naast louter materiële producten of diensten ook een belangrijke intellectuele dienstverlening verstrekken en/of sterk innovatieve professionele activiteiten uitvoeren en/of onderzoekscentra ...
De vergoeding van de uitgevers voor fotokopieën van hun uitgaven op papier is eveneens een evenredige vergoeding. Zoals bij de reprografievergoeding van auteurs moet deze in principe betaald worden door natuurlijke personen en rechtspersonen die kopieën van werken maken.
De gecombineerde licentie van Reprobel zorgt ervoor dat het delen van kennis en informatie, zowel op papier als digitaal, vlot en conform de wet verloopt.
De beheersvennootschap Reprobel werd aangesteld om de inning en de verdeling te doen van de reprografievergoeding en de wettelijke uitgeversvergoeding. Daarnaast heeft ze ook tarieven uitgewerkt voor het printen van auteursrechtelijk beschermde werken en voor het hergebruik van digitale werken.
Bijdragen van fabrikant/grossier aan de detailhandel ter dekking van door de detaillist gemaakte reclame- of promotiekosten.
Vrije ruimte verhoogd voor 2020 en 2021
Blijft het totale bedrag onder de 3% van de eerste € 400.000 van de loonsom van alle medewerkers samen? Dan mag u dat onbelast als vergoeding geven. Dit betekent dat u in de nieuwe situatie € 12.000 onbelast beschikbaar kunt stellen.
Voor de jaren 2020 en 2021 is het percentage tijdelijk verhoogd geweest naar 3%. Voor 2022 geldt dat je maximaal 1,7% van de loonsom tot 400.000 euro kan besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor jouw medewerkers. De vrije ruimte voor het bedrag van de loonsom boven de 400.000 euro is 1,18%.
Onkostenvergoedingen gelden in principe als indirecte loonkosten. Dit betekent dat ze gerelateerd zijn aan de situatie van individuele werknemers. Zij ontvangen een vergoeding als compensatie voor kosten die ze hebben gemaakt bij het uitoefenen van hun functie.
Fiscaal gunstige regeling
De fiscale wet voorziet dat wanneer een natuurlijke persoon (jij, bijvoorbeeld) een inkomen uit auteursrecht geniet, dit binnen bepaalde grenzen een roerend inkomen is, zelfs wanneer het auteursrechtelijk werk is gecreëerd binnen het kader van je beroep.
Het belastingtarief op de inkomsten uit auteursrechten bedraagt 15% voor de inkomstenschijf van 0 tot € 37.500 (€ 62.550 geïndexeerd voor de inkomsten geïnd in 2021 en € 64.070 geïndexeerd voor de inkomsten geïnd in 2022).
Vergoedingen voor auteursrechten worden (onder voorwaarden) fiscaal beschouwd als roerende inkomsten en niet als beroepsinkomsten. Dit houdt in dat de effectieve belastingdruk op deze vergoedingen – onder voorwaarden – kan worden herleid tot 7,5% in plaats van de progressieve tarieven die al snel oplopen tot 50%.
In het kort is een ip-ruling een akkoord dat een onderneming sluit met de fiscus. Een onderneming bekomt een IP ruling door een aanvraag in te dienen bij de rulingdienst van de fiscus.
Een voorbeeld: je bent freelance journalist en voor je opdracht factureer je aan de klant 1.000 euro exclusief btw. 50% of in dit geval 500 euro is dienstverlening. Op dat bedrag reken je nog 6 of 21% btw aan. 50% of in dit geval 500 euro zijn auteursrechten.
Maar zoals gezegd: auteursrechten zijn geen beroepsinkomsten en moeten dus elders worden ingevuld, ongeacht of u werknemer dan wel zelfstandige bent met inkomsten uit auteursrechten. Die inkomsten moet u aanbrengen in Vak VII, 'Inkomsten van kapitalen en roerende goederen' in deel 1 van de belastingaangifte.
Wanneer je de werknemer zelf kleding of schoenen laat kopen, dan ben je als werkgever dit niet verplicht. Maar er zijn ook uitzonderingen. Bijvoorbeeld wanneer er afwijkende afspraken staan in de arbeidsovereenkomst of het gebruikelijk is in de branche om de werknemer te laten betalen.
In 2022 krijgt u een vergoeding van maximaal € 5,00 per uur, tot een maximum van € 180 (2021: € 180 en 2020: € 170) per maand en tot een maximum van € 1.800 (2021: € 1.800 en 2020: € 1.700) per jaar. Zowel uw vergoeding per uur, per maand als per jaar mag niet hoger zijn dan de genoemde bedragen.
Een vergoeding voor dranken en andere kleine consumpties, het zogenoemde 'koffiegeld', moet u tot het belastbare loon van uw werknemer rekenen.
De WKR kent een aantal aan te wijzen gerichte vrijstellingen voor het vergoeden van kosten. Denk hierbij aan reiskosten van maximaal 19 cent per km, vergoeding openbaar vervoer, VOG (sinds 2020), maaltijden tijdens dienstreizen en thuiswerkvergoeding van € 2 per dag (vanaf 2022).
U mag onder de werkkostenregeling een gedeelte van uw fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen voor uw werknemers. Dat is de vrije ruimte.
Vergoeding van de kosten medewerker
Vaak zijn dat kosten die de medewerker maakt om zijn werk goed te kunnen vervullen, hierbij moet men denken aan maaltijdvergoeding, lunchvergoedingen, overnachtingen etc. Deze vergoedingen kunnen in beginsel door de werkgever vergoed worden zonder dat dit wordt belast.
Vanaf 1 januari mogen werkgevers aan hun personeel niet 19 cent, maar 21 cent per kilometer belastingvrij uitbetalen. In 2024 stijgt dit bedrag naar 23 cent. Daarmee geeft het kabinet gehoor aan de wens van de Tweede Kamer.