Rabiës begint met griepachtige verschijnselen zoals koorts. Vervolgens kunnen er spierkrampen, stuipen en/of verlammingsverschijnselen optreden. Uiteindelijk treden er slik- en ademhalingsproblemen en soms watervrees op. Rabiës is een zeer ernstige ziekte die vrijwel altijd tot de dood leidt.
Rabiës is een dodelijke ziekte. In de internationale literatuur wordt bij hoge uitzondering melding gemaakt van patiënten met symptomen van rabiës die de ziekte overleefd hebben.
Na een verwonding kan behandeling voorkomen dat het virus in het zenuwstelsel terecht komt. Deze preventieve behandeling kan alleen gegeven worden voordat er ziekteverschijnselen zijn. Een onbehandelde rabiësinfectie is altijd dodelijk.
Veel voorkomende symptomen zijn gedragsveranderingen, agressie, speekselen, moeite met slikken en verlammingsverschijnselen beginnend aan de achterhand. Als eenmaal de symptomen zich voordoen is het verloop erg progressief en volgt de dood meestal binnen 7 dagen.
Laat u direct behandelen na een beet, krab of lik van een mogelijk besmet dier. De wond moet goed worden schoongemaakt met water en zeep en ontsmet worden met betadine of alcohol. Zorg ervoor dat u, liefst binnen 24 uur, antiserum krijgt. Begin zo snel mogelijk met een serie van vier vaccinaties.
Als u volledig bent ingeënt tegen rabiës is nog steeds een herhaling van de inenting nodig (2 prikken). Met deze prikken moet zo snel mogelijk na de beet gestart worden. Dat verkleint de kans om ziek te worden. In veel landen zijn vaccinaties wel, maar de antistoffen niet of moeilijk verkrijgbaar.
Rabiës kan in een vroegtijdig stadium, dus zo snel mogelijk na een eventuele besmetting, worden behandeld. De behandeling bestaat uit toediening van het specifieke antiserum Menselijk Anti Rabiës Immunoglobuline (MARIG) (aan reizigers zonder voorafgaande vaccinaties) en aanvullende vaccinaties.
Incubatietijd: Meestal 20-90 dagen. Besmettelijke periode: Mens-op-menstransmissie nooit beschreven. Symptomen: Prodromaal: niet-specifieke symptomen. Neurologische fase: encefalitis (rabiës furiosa, rabiës paralytica, en aerofobie of hydrofobie.
Buitenland. Het risico voor reizigers (toeristen en expats) op een beet door een dier bedraagt in het algemeen gemiddeld 0,4% per maand bij verblijf in een land waar het rabiësvirus endemische is [Gautret 2012]. Via de website van de WAHIS is informatie beschikbaar over het vóórkomen van rabiës in een land.
Oorzaak hondsdolheid
Vrijwel elk zoogdier kan de ziekte oplopen. In Europa komt dit vooral door vossen en vleermuizen. Het Rabiësvirus dat vleermuizen met zich meebrengen is een andere vorm van Rabiës, maar wordt net zo goed overgedragen op mensen, katten en honden.
Rabiës is een dodelijke infectieziekte die onder andere voorkomt bij honden en katten. Rabiës komt niet voor in Nederland, maar komt nog wel voor in Oost Europa.
De ziekte van Weil geeft veelal wel ernstige verschijnselen, die tot in 20% van de gevallen een dodelijke afloop kunnen hebben, indien behandeling niet tijdig wordt gestart.
Rabiës is een infectieziekte die de hersenen aantast. Het virus wordt alleen overgedragen op mensen door dieren met rabiës. In Nederland komt rabiës zeer zelden voor en alleen bij bepaalde vleermuissoorten.
Vaccinaties. Sommige mensen lopen extra kans op een infectie met rabiës. Zij kunnen na 5 jaar een nieuwe vaccinatie (herhaling vaccinatie) nodig hebben.
Rabiës komt in de meeste delen van de wereld voor en met name veel in Afrika, India, Zuidoost-Azië, China, en Zuid- en Centraal-Amerika (vooral Brazilië, Peru en Mexico). In enkele landen komt het rabiësvirus niet voor (bijvoorbeeld Engeland, Ierland, Australië, Noorwegen, Zweden en Japan).
Door uw huisdier niet regelmatig te laten vaccineren bestaat het risico dat uw hond ziek wordt. En met regelmatig bedoelen we ook regelmatig. Indien de herhalingsvaccinatie (booster) niet op het juiste moment gegeven wordt, kan er geen goede immuniteit opgebouwd worden.
Besmetting met het rabiësvirus kan optreden na contact met een besmet dier. Met name het speeksel van een besmet dier is gevaarlijk. In Nederland komt besmetting van honden niet voor maar vleermuizen kunnen wel besmet zijn. Als u een zieke of dode vleermuis met blote handen aanraakt, is er een kans dat u besmet wordt.
Katten kunnen levende vleermuizen zelf vangen. Het hoeft niet zo te zijn dat het al een dood exemplaar was. Vaak vinden katten (dwerg)vleermuizen bij u in of nabij uw huis of bij een spouwmuur.
Als je gekrabd of gebeten wordt door een vleermuis, moet je de wond langdurig wassen onder stromend water. Daarna moet je zo snel mogelijk medische hulp zoeken. Je krijgt dan, afhankelijk van de wond, vaccinaties en/of antistoffen toegediend. De antistoffen zijn niet verkrijgbaar bij de apotheek.
Iedereen die in contact komt met vochtige aarde en water waar ratten zitten, kan de ziekte krijgen. Mensen die werken met riool, grond of oppervlaktewater hebben een grotere kans. Iemand die de ziekte van Weil heeft gehad, kan opnieuw ziek worden door deze bacterie.
Honden krijgen de ziekte van Weil via wilde dieren. Ratten zijn berucht, maar ook andere zoogdieren (mis, rund, paard, varken) kunnen de ziekte bij zich dragen. Knaagdieren kunnen de bacterie in de urine hebben zonder zelf ziek te zijn. De hond, koe en mens worden vaak wel (ernstig) ziek.
De diagnose van de ziekte van Weil kan worden gesteld aan de hand van de ziekteverschijnselen. De klassieke tekenen zijn geelzucht, nierfalen en bloedingen. Daarnaast kan bloed of urine afgenomen worden om de leptospiren aan te tonen met behulp van laboratoriumonderzoek.
Hondsdolheid is een dodelijke ziekte, die voorkomen kan worden door onmiddellijk na de blootstelling aan het besmette dier een reeks vaccinaties te geven en een behandeling met antistoffen te starten.
Maar wist je ook dat ratten ons ziek kunnen maken? Zij kunnen de bacterie Leptospirose bij zich dragen. Deze bacterie kan de ziekte van Weil veroorzaken. Ratten verspreiden de ziekte door hun urine in grond, riool en in openbaar water achter te laten.