E is normaal gesproken energie. Een van de vormen van energie is warmte. Die vorm wordt traditioneel met Q aangeduid - omdat men dat deed voordat men doorhad dat warmte en energie hetzelfde zijn.
Wat is het verschil tussen de elektrische kracht en de elektrische veldsterkte? Het verschil zit hem in de elektrische lading (q). Veldsterkte is de elektrische kracht die er werkt op een lading van 1 Coulomb.
(natuurkunde) symbool voor het elektron.
In formule is de soortelijke warmte c = ΔQ / (m * ΔT) en de eenheid is [J/kgK]. In formule is de warmte die toegevoerd moet worden Q = c * m * ΔT [Joule].
Wat is de eenheid van energie? De eenheid van energie is de Joule (J). Uitgedrukt in grondeenheden: J = kg·m2·s-2.
Wat is één Joule? 1 joule wordt gedefinieerd als de energie die nodig is om een bepaalde massa te verplaatsen met een kracht van 1 Newton over een afstand van 1 meter. 1 Joule is dus 1 Wattseconde.
Met Q=c*m*delta T reken je uit hoeveel energie er nodig is om het water te verwarmen. De massa die je hier moet invullen is de massa van het water (en niet de massa van de verbrande brandstof).
Q = warmte. Dit is de energie die nodig is om een voorwerp in temperatuur te laten stijgen. Of de energie die vrijkomt om een voorwerp in temperatuur te laten dalen. Om Q te berekenen heb je C of c nodig.
1 watt = 1 joule per seconde. Een stofzuiger die 1000 watt (ofwel 1 kilowatt, 1 kW) vermogen heeft, gebruikt dus elke seconde 1000 joule.
De e in de formule van de Poissonverdeling staat voor het getal 2.718. Dit getal wordt de constante van Euler genoemd. Je kunt e simpelweg vervangen door 2.718 als je een kans van de Poissonverdeling berekent. De constante van Euler is een heel nuttig getal en is vooral belangrijk in de wiskunde.
Het getal e is een wiskundige constante en het grondtal van de natuurlijke logaritme. De waarde van e is 2,71828. Het getal heet euler, verwijzend naar de ontdekker en wiskundige Leonhard Euler.
Het getal e is een essentieel getal in de wiskunde, en het is tegengesteld aan rationele getallen. Het heeft een oneindig aantal cijfers achter de komma die zich in geen enkel patroon herhalen. De numerieke waarde van e, afgekapt tot 50 decimalen, is: 71 828 182845 904 523 536 028 747 135 266 249 775 724 709 369 995…
De letter Q is hier een goed voorbeeld van. De letter Q komt maar 1x in het spel Wordfeud voor en krijgt daarom 10 punten toegewezen. De letter E daarentegen komt 18x in het spel voor en krijgt daarom een waarde van 1 punt toegewezen.
De 'q' staat voor queer, de term voor een brede seksuele of genderidentiteit. De term wordt gebruikt voor en door mensen die zichzelf niet willen identificeren met een vaststaande gender- of seksuele oriëntatie. Of die zich juist willen identificeren met iets wat niet heteroseksueel of cisgender is.
De Q-waarde bij een fiets is de afstand in millimeters tussen de buitenzijden van de cranks. Een lagere Q-waarde geeft biomechanische, aerodynamische en mechanische voordelen.
Q=m·c·ΔT
m = de massa (in kilogram) van het water; c = de soortelijke warmte van water (4180 J/°C/kg); ΔT = de totale temperatuurstijging (in °C) van het water. (een liter water een graad opwarmen kost een kcal, wat overeenkomt met 4,18 kJ, oftewel de soortelijke warmte van water ).
De SI-eenheid van de soortelijke warmte is J/kg/K. In deze eenheid vertelt de soortelijke warmte ons dus hoeveel joule aan warmte er nodig is om de temperatuur van één kilogram materiaal één kelvin (of één graden Celsius) te laten stijgen.
Warmte is een energiesoort en heeft als eenheid dus de Joule (J).
De soortelijke warmte van water is 4.19 kJ/(kg. K). Om 1 liter water 1 graad Celsius in temperatuur te laten stijgen is 4.19 kJ/3.6 MJ = 0.00116 kWh nodig.
Warmte is een mate voor de hoeveelheid energie. De grootheid warmte (Q) wordt gemeten in joule (J). Als je warmte toevoegt aan een materiaal dan zal deze energie worden gebuikt om de moleculen sneller te laten bewegen en meer ruimte tussen de moleculen te creëren.
Bij aankomst beneden is de zwaarte-energie volledig omgezet in kinetische energie. De totale hoeveelheid energie is op elk moment hetzelfde: Etotaal = Ek + Ez.
Van licht naar materie
E = mc2 laat dus zien hoeveel energie er vrijkomt bij een daling in massa. Maar je kunt met de vergelijking ook berekenen hoeveel massa er kan ontstaan uit een bepaalde hoeveelheid energie door de vergelijking om te draaien: m = E/c2.