Of je een slachtoffer wordt van pesten, wordt door ongeveer 66 procent bepaald door je genen. Verder spelen allerlei factoren uit de omgeving een rol, zoals de klas waarin je zit. De genetische erfelijkheid komt ook deels door bepaalde eigenschappen die het pestgedrag uitlokken.
Voor de meeste kinderen is pesten vooral een manier om meer (sociale) status en aanzien in een groep te verkrijgen. Ook kan pesten kan een manier zijn voor kinderen om te experimenteren met sociale vaardigheden en te testen welke gedrag wel en niet acceptabel is.
Oorzaken van pesten
De dader is vroeger zelf gepest of bang gepest te worden. Dan probeert hij of zij de aandacht van mogelijke pesters af te leiden door iemand anders te pesten.
Sociale vaardigheden: Kinderen die minder prosociaal gedrag laten zien, hebben meer kans om gepest te worden. Kinderen die bijvoorbeeld goed kunnen onderhandelen, anderen helpen en steunen, zijn minder vaak het doelwit van pesters.
Voortgezet onderwijs
In de meeste gevallen pesten zij medeleerlingen (31 procent). Daarnaast zijn ook familieleden van leerlingen (13 procent), docenten (12 procent) en ander personeel van school (12 procent) slachtoffer van pesten. Verbaal pesten komt met 25 procent het meeste voor.
Je kan heel wat proberen om het pesten te laten stoppen. Het allerbelangrijkste is dat je weet dat je er niet alleen voor staat! Praat erover met je vrienden, broer of zus, ouders, trainer, leerkracht of leiding.
Gevolgen pesten op latere leeftijd
Gevolgen van pesten kunnen onder andere angst en onzekerheid zijn. Pijnlijke ervaringen zoals je bedreigd, buitengesloten of afgewezen voelen kunnen je lang blijven achtervolgen. Een pestverleden verwerken is iets waar veel mensen hulp voor zoeken.
Fysiek pesten kwam het meeste voor in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar. Emotioneel pesten bereikt ook in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar het hoogste aantal, maar blijft even hoog in de leeftijd van 10 tot 13 jaar en neemt daarna af in de leeftijd van 14 tot 17 jaar.
Praat met iemand uit de omgeving waar er gepest wordt. Als dit op school is, bespreek het dan met de leerkracht of met de anti-pestcoördinator (vaak is dit de vertrouwenspersoon). De school, maar bijvoorbeeld ook de sportvereniging, is verantwoordelijk voor een veilige omgeving en kan helpen het pesten te stoppen.
Wie als kind is gepest, kan de gevolgen pesten op latere leeftijd vaak nog voelen. Als een van de gevolgen pesten een trauma is, kan het je leven nog lange tijd kleuren. Een van de gevolgen pesten is een laag zelfbeeld. Je kunt je soms zo waardeloos voelen dat je niet meer wilt leven.
Pesten op kantoor. Het gebeurt, en de gevolgen zijn zwaarwegend. Uit ons onderzoek (uitgezet door IPSOS) blijkt echter dat bedrijven te vaak weinig tot geen aandacht aan dit probleem besteden.
Profiel Pester / De dader
Is impulsief, extravert, wil graag populair gevonden worden en denkt dit alleen te bereiken door te pesten. De dader denkt dat pesten hem populair maakt, maar vaak worden daders niet aardig gevonden (Goossens et al., 2000).
Pesters denken daarnaast vaak dat het hebben van vrienden betekent dat je de baas over hen bent. Kinderen die pesten, hebben doorgaans een paar narcistische kenmerken. Ze denken bijvoorbeeld dat het belangrijk is om beter te zijn dan anderen. Pesters kunnen daarom vanuit een soort morele superioriteit handelen.
Pesten heeft grote gevolgen. Leerlingen die gepest worden voelen zich vaak eenzaam, verdrietig, onzeker en bang. Soms durven ze niet meer naar school te gaan. Het leren wordt dan bemoeilijkt en de schoolresultaten kunnen kelderen.
Sociale positie
Ze krijgen een gevoel van macht en hun status binnen de groep wordt hoger. Pesters zijn vaak populair bij andere kinderen, ook al worden ze niet altijd aardig gevonden. Soms kunnen kinderen ook pesten omdat ze bang zijn zelf gepest te worden, of omdat hun vrienden dat doen.
In Nederland wordt 9,3 procent van de middelbare scholieren gepest, blijkt uit onderzoek van PISA, een onderwijsafdeling van OESO. Scholieren uit Portugal, IJsland, Zuid-Korea en Spanje worden net iets vaker gepest. Leeftijdgenootjes uit Rusland, de Dominicaanse Republiek, China en Tunesië hebben het veel zwaarder.
Mannen en vrouwen werden vrijwel even vaak gepest. Jongeren zijn vaker slachtoffer dan ouderen, en homo's, lesbiennes en biseksuelen vaker dan heteroseksuelen. Bijna een kwart van de 15-plussers – dat zijn bijna 3,5 miljoen mensen - gaf aan ooit (dus ook langer dan een jaar geleden) gepest te zijn.
In 2001 zei ruim 12 procent van de basisschoolleerlingen minstens twee keer per maand gepest te worden. In 2021 is dit gedaald naar 8 procent. Ook in het voortgezet onderwijs is het percentage jongeren dat gepest wordt afgenomen. In 2001 zei 9,5 procent gepest te worden, in 2021 is het gedaald naar 5,3 procent.
Pesten op het werk kan op verschillende manieren: kleinerende opmerkingen, constante kritiek, intimidatie, flauwe grappen en roddelen. Maar ook fysiek geweld en isolatie van werknemers. Pesten gebeurt verbaal, non-verbaal en fysiek, openlijk en verborgen. Pesten valt onder de zogenoemde psychosociale arbeidsbelasting.
Zeg tegen de pester dat hij/zij moet ophouden: het is niet grappig. Vraag hulp aan je vriend(inn)en, samen staan jullie nog sterker! Vertel je meester of juf wat je hebt gezien/gehoord. Maak een foto of screenshot als je ziet dat iemand online wordt gepest: het kan helpen als bewijsmateriaal.
Als je gepest wordt, is het belangrijk om erover te praten, om hulp te vragen en duidelijk te zeggen of uit te leggen dat je iets niet fijn vindt. Gepest worden kan pijn doen. Misschien ben je verdrietig of heel boos. Het is in elk geval belangrijk om te weten dat het pesten niet jouw schuld is.
Fysiek geweld verdient direct sancties en een straf daarmee mag en kan niet gewacht worden om het te behandelen via een pestprotocol want dit is een misdrijf. Misdrijven zijn bijvoorbeeld diefstal, mishandeling en vernieling.