Sinds 1 juli is de nieuwe donorwet van kracht, waarbij iedereen die na maart 2021 nog geen keuze heeft gemaakt, automatisch donor is. In het vorige systeem was het precies andersom: daar was je in beginsel géén donor, tenzij je daar uitdrukkelijk toestemming voor had gegeven.
Elke meerderjarige Belg wordt verondersteld akkoord te zijn om na zijn overlijden een mogelijke donor te zijn tenzij hij tijdens zijn leven formeel of informeel verzet heeft aangetekend. Formeel verzet is een registratie in het nationaal register dat er een weigering is tot orgaandonatie.
Bel de Donorinformatielijn 0900 - 821 21 66. Of kijk op www.donorregister.nl.
Wij blijven bij ons standpunt dat iedereen verplicht orgaandonor moet worden omdat het vele levens kan redden. Organen worden zorgvuldig toegewezen, dus ze worden niet zomaar aan mensen gegeven die roken of drugs gebruiken. Voor veel mensen is het te veel moeite om zich te registreren als orgaandonor.
Als u geen keuze invult in het register, dan komt 'geen bezwaar tegen orgaandonatie' bij uw naam te staan. Dat betekent dat uw organen en weefsels na uw overlijden naar een patiënt kunnen gaan. De arts in het ziekenhuis bespreekt dit met uw familie.
Donatie na overlijden
Donatie vindt plaats na het overlijden. Voordat organen of weefsels verwijderd mogen worden voor donatie, moet een arts de dood van de patiënt vaststellen. De arts doet dat door vast te stellen dat de patiënt hersendood is of dat het hart en de bloedsomloop voor altijd gestopt zijn.
Als iemand echt hersendood is, is er geen enkele kans dat diegene nog wakker wordt, zegt Hoogerwerf. Om vast te stellen of er echt sprake is van hersendood wordt er verplicht een serie tests uitgevoerd, van het testen van reflexen tot metingen van de hersenactiviteit.
Eind 2020 stonden er in totaal 1.257 mensen op de wachtlijst voor een orgaan, waarvan 828 voor een nier (al dan niet in combinatie met een ander orgaan).
Voor een Boeddhist is het scheiden van lichaam en geest tijdens het sterven belangrijk. En dit proces mag niet verstoord worden. Als je een orgaan of weefsel doneert, dan verstoor je dit proces wel. Een Boeddhist wil het lijden in de wereld graag stoppen.
Iedereen is donor
In principe is iedereen orgaandonor, tenzij anders aangegeven. In de praktijk zullen artsen altijd met uw familie overleggen.
Het aantal mensen dat expliciet geen toestemming voor orgaandonatie geeft, neemt sinds 2016 toe, van bijna 1,6 miljoen in 2016 tot 2,3 miljoen in 2020 en tot 4,3 miljoen in 2021.
Iemand die hersendood is, kan nooit meer herstellen. In Nederland is er een verplicht Hersendoodprotocol dat artsen in alle ziekenhuizen zorgvuldig en nauwkeurig doorlopen om de hersendood vast te stellen. Pas als dat protocol helemaal is doorlopen, kan hersendood worden vastgesteld.
De prijzen per rietje/inseminatie verschillen per donor en per kwaliteit, en variëren van € 600 tot € 800* of meer. Voor het verzenden naar een Nederlandse kliniek betaal je ca. € 300*.
Als de overledene geregistreerd staat als orgaan- of weefseldonor, kunnen nabestaanden donatie alleen tegenhouden bij zwaarwegende redenen of bij jongeren onder de 16 jaar. Staat de overledene geregistreerd met geen bezwaar, dan kunnen de nabestaanden aannemelijk maken dat de overledene echt geen donor had willen zijn.
Organen doneren is gratis
De wet geeft aan dat het schenken van organen gratis moet zijn en dat elke handel in organen en weefsels verboden is.
U mag tijdens uw leven een orgaan of weefsel afstaan aan iemand die dit nodig heeft, bijvoorbeeld een nier of deel van de lever. Dit heet ook wel donatie bij leven.
De Bijbel zegt niet duidelijk iets over orgaandonatie.
Donoroperatie. Een speciaal team van de WUON (Weefsel Uitname Organisatie Nederland) neemt de weefsels uit. Uitname van oogweefsel, huid, bloedvaten en hartkleppen gebeurt meestal in de obductiekamer of het mortuarium van een ziekenhuis, of in het uitvaartcentrum.
U kunt de volgende organen en weefsels doneren: organen: alvleesklier, darmen, hart, lever, longen en nieren; weefsels: bloedvaten, botweefsel, hartkleppen, kraakbeen, pezen, huid, oogweefsel en zenuwweefsel.
Als een donor alle organen kan doneren, dan kan hij 8 levens redden: met het hart, 2 nieren, 2 longen, de lever, de alvleesklier en de dunne darm. Gemiddeld doneert een donor 3 organen. Ieder jaar redden orgaandonoren zo de levens van ongeveer 1200 mensen.
Direct na de transplantatie houdt gemiddeld ongeveer 10 procent van de donorharten op met werken. Daarna gaat het percentage werkende organen steeds langzamer omlaag. Na 5 jaar werkt nog rond de 80% procent van de getransplanteerde harten.
De gemiddelde levensverwachting voor mensen met een donorhart is zo'n tien tot vijftien jaar.
Je hersenstam is ernstig beschadigd en kan niet meer functioneren. Je kunt dus ook niet meer zelfstandig ademhalen en je zult hier altijd hulp bij nodig hebben. Bij een coma kan je vaak nog zelfstandig ademhalen.
Het feit dat de patiënt de ogen open heeft en rondkijkt, wil niet zeggen dat hij iets ziet en herkent. Hetzelfde geldt voor horen. Maar het is niet altijd te merken of een patiënt geluiden hoort. Daarom moet u er eigenlijk van uitgaan dat hij u wel verstaat en begrijpt, ook al weet u dat niet zeker.
Als de patiënt niet meer wakker wordt na sedatie noemen we dat een coma. Dat kan gebeuren na hersenletsel of bijvoorbeeld bij ernstige infectieziekten. Mensen die we in slaap houden met sedatie kunnen pas wakker worden als we de sedativa stoppen. Na het stoppen verschilt het per patiënt wanneer hij wakker is.