Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie.
De anesthesioloog gebruikt hiervoor een combinatie van medicijnen, zoals slaapmiddelen, pijnstillers en soms ook spierverslappers. Deze schakelen tijdelijk het bewustzijn, de pijngevoeligheid en de spierkracht in het hele lichaam uit. De medicijnen worden toegediend via een infuus of een mondkapje.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Anesthesie is tegenwoordig zeer veilig en wordt zelfs door oude patiënten en patiënten met meerdere aandoeningen goed verdragen. Maar direct na een narcose is de patiënt niet meteen “de oude”. Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid.
Als de paniek groot is, stellen we soms voor de anesthesie snel te starten. Graag, zeggen patiënten dan vaak.” Bij extreme angst die zich al voor de datum van de operatie openbaart, kan psychologische begeleiding nuttig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van gedragstherapie.
“Aan het begin van de narcose geven we altijd wat extra zuurstof, zodat we rustig de beademingsbuis kunnen inbrengen. Hetzelfde gebeurt aan het eind. Dan heeft de patiënt een buffertje bij het wakker worden.”
De meest voorkomende gevolgen van narcose zijn: slaperigheid, misselijkheid en/of braken, concentratieproblemen, slaapproblemen, hoofdpijn, minder eetlust, spier- en rugpijn en een droge keel of keelpijn (door de beademingsbuis). Deze bijwerkingen zijn van tijdelijke aard.
Uit gesprekken met proefpersonen na afloop van het experiment bleek bovendien dat zij vrijwel allemaal gedroomd hadden terwijl ze onder narcose waren. En die dromen bleken soms vermengd te zijn met de realiteit.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Over het algemeen bent u vrij snel wakker. Als alles stabiel is mag u na een bepaalde tijd (minimaal 30 minuten) terug naar de verpleegafdeling. U kunt hier meer lezen over pijnbestrijding na de operatie.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen.
De middelen die voor een narcose worden gebruikt zijn slaapmiddelen, spierontspanners en pijnstillers. Ook wordt er vocht toegediend. Slaapmiddelen (anesthetica) worden meestal als eerst toegediend. Dit gebeurt meestal via een infuus.
Waarschijnlijk ken je de afdeling PACU onder de naam 'uitslaapkamer'. Hier worden patiënten voor en na een operatie extra bewaakt (maximaal 24 uur) voordat ze terug gaan naar de verpleegafdeling, de Medium Care of de Intensive Care.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
Slaap veel na je operatie
Slaap is een van de belangrijkste onderdelen van het herstel. Streef ernaar dat je minstens 8 uur per nacht slaapt. Vooral diepe slaap en remslaap zijn erg belangrijk. Zorg ervoor dat je slaapkamer donker is en niet te warm om zo diep mogelijk te slapen.
Samenvatting. Na een behandeling onder algehele anesthesie kunnen tijdelijke geheugenstoornissen optreden en pre-existente geheugenstoornissen verergeren. In de literatuur wordt een frequentie van postoperatieve cognitiestoornissen van tussen de 10 en 50% gesteld.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Niet iedereen is misselijk na een verdoving of ingreep. Het is wel een frequent probleem. Volgens sommige bronnen voelt 1 op 3 patiënten zich na een ingreep onder verdoving misselijk.
Wij vragen u • geen nagellak en/of make-up te gebruiken omdat anders de controle- apparatuur niet werkt. De anesthesist ziet namelijk aan de natuurlijke kleur van uw huid en nagels hoe uw lichame- lijke conditie is.
U kunt overgevoelig zijn voor het roesje. Geef altijd uw allergieën door aan de verpleegkundige voor het onderzoek start! Ook kunt u minder gevoelig zijn voor het roesje. Het regelmatig gebruiken van slaapmiddelen, pijnstillers of alcoholische dranken kan de werking van het roesje verminderen.