Kan ik mijn medicijn tegelijk innemen met voedingssupplementen zoals magnesium, ijzer, calcium of multivitaminen met mineralen? Supplementen zoals calcium-of ijzertabletten kunnen de opname van uw schildkliermedicijn vertragen.
Krijg genoeg vitamine A en D
Vetoplosbare vitamines A en D zijn ook cruciaal voor een optimale schildklier- en hersenfunctie. Vitamine D is nodig om schildklierhormoon in uw cellen te transporteren en een tekort komt vrij vaak voor bij mensen met schildklierproblemen.
Om je schildklier gezond en in balans te houden, is het belangrijk dat je voldoende vitaminen en mineralen binnenkrijgt. Met name vitamine A, B6, B12, C, D, eiwitten, CoQ10, zink, ijzer en magnesium zijn belangrijk.
Eet niet meer dan 1-2 keer per week vis – Je lichaam kan maar een beetje van de metalen verwerken die veel vis bevatten. Eet te veel vis? Dan kunnen deze metalen zich ophopen in je lichaam en je schildklier in de weg zitten.
Voeding rijk aan selenium
Een gemiddelde paranoot bevat al snel 50 microgram selenium. Met vier paranoten per dag verhoog je eenvoudig je selenium inname wat je schildklier ten goede komt. Let wel op dat je niet dagelijks een hele zak leeg eet want dan riskeer je een selenium vergiftiging.
Magnesium is een belangrijke co-factor in de omzetting van T4 naar T3. Daarnaast speelt magnesium een rol in de energiehuishouding, die weer van invloed is op het functioneren van de schildklier. Er zijn vele vormen van magnesium, maar magnesiumtauraat wordt het beste opgenomen door het lichaam.
Vitamine D tegen schildklier-antistoffen
analyseerden daarom vorig jaar zes studies met in totaal 344 patiënten met een schildklierauto-immuunziekte 4). De resultaten laten zien dat suppletie met vitamine D zorgde voor significant lagere anti-TPO en anti-Tg titers (markers voor schildklierauto-immuunziekten).
Een te langzaam werkende schildklier is goed te behandelen met medicijnen met schildklierhormonen. U merkt pas na een paar weken dat de medicijnen helpen. Het kan een paar maanden duren tot er weer genoeg schildklierhormoon in uw bloed is. Meestal verdwijnen de klachten dan helemaal.
De T3-receptor heeft zink nodig om zijn actieve vorm te kunnen aannemen. Zink is dus noodzakelijk voor de synthese van schildklierhormonen. Echter, er bestaat ook een omgekeerd verband: schildklierhormonen zijn essentieel voor de absorptie van zink, en daarom kan hypothyreoïdie leiden tot een zinkdeficiëntie.
Eiwitten en gezonde vetten activeren de stofwisseling. Maar ook een dieet met te veel eiwitten zorgt weer voor verstoring van de schildklier. Het gaat gewoon om de balans: eet in elke maaltijd iets van langzame koolhydraten, gezonde vetten en eiwitten.
Ook stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het efficiënte schildklierhormoon (T3) kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte schildklierhormoon (rT3) wordt aangemaakt.
Te weinig schildklierhormoon leidt ook tot hartfunctiestoornissen, omdat de energievoorziening van het hart onvoldoende is, maar bovendien wordt het weefsel van het hart en bloedvaten stijver, waardoor de hartfunctie minder wordt en de bloeddruk kan oplopen.
Onderzoek heeft aangetoond dat koffie de opname van het schildklierhormoon (levothyroxine) remt. Zelfs als je enkele uren na inname van je schildkliermedicijn koffie drinkt, kan dat nog invloed hebben.
Voor mensen met een 'trage schildklier' is het van belang dat de stofwisseling gestimuleerd wordt en dat gebeurt met name bij krachttraining. Mensen die eerder een 'snelle schildklier' hadden, zijn juist gebaat bij duurtraining zoals hardlopen, zwemmen en fietsen.
Bij TSH-waarden van 5-15 mE/l kan er in enkele gevallen centrale hypothyreoïdie bestaan of het 'sick euthyroid syndrome'.
Een langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie) heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte. Het veroorzaakt een hoger totaal cholesterol en een hoger LDL-cholesterol. Soms veroorzaakt het ook een hoger triglyceridengehalte. Dit komt doordat er minder LDL-cholesterol in de lever wordt afgebroken.
De behandeling bestaat uit medicijnen met synthetisch schildklierhormoon, levothyroxine. Als de schildklier nog gedeeltelijk werkt, vullen de medicijnen het tekort aan. Wanneer de schildklier niet meer werkt, vervangen de tabletten de functie van de hele schildklier.
Na enkele maanden moet de behandeling met schildklierhormoon worden gestopt. Ongeveer zes weken later moet bloed worden afgenomen om te kijken of de schildklierfunctie volledig is hersteld. De meeste patiënten genezen binnen drie tot zes weken, soms duurt het enkele maanden, slechts zelden langer.
De dosering levothyroxine wordt meestal verlaagd als de TSH- en FT4-waarde en/of de klachten wijzen op te veel schildklierhormoon. Meestal is bij licht afwijkende waarden of klachten die passen bij teveel schildklierhormoon, een vermindering van de dosering met 6,25 of 12,5 microgram voldoende.
Selenium is een belangrijk spoorelement en antioxidant voor de schildklierfunctie dat in veel voedingsmiddelen te vinden is. Tegelijkertijd is ook niet van alle voedingsmiddelen bekend hoeveel selenium deze bevatten en kan dus ook niet met zekerheid worden gezegd dat iedereen voldoende selenium binnenkrijgt.
Per laboratorium zijn de grenzen bepaald van het gebied van TSH waarde dat we als normaal beschouwen. Ook voor andere bloedwaarden zijn deze intervallen bepaald. De gebruikelijke ondergrens voor TSH is tussen de 0,30 en 0,50 de bovengrens tussen 4,0 en 5,0 mE/liter.
Tomaten en zeegroenten zijn allemaal goed voor dit vitale orgaan. Vooral zeegroenten zijn rijk aan jodium en daarmee zeer goed voor je schildklier.
De schildklier maakt te veel schildklierhormoon aan, wat kan leiden tot vermageren, een te snelle hartslag en hoge bloeddruk, een overdreven warmtegevoel, diarree en beven.
Veel schildklierpatiënten kampen met psychische klachten: stemmingswisselingen, vergeetachtigheid, depressies of neerslachtige gedachtes.