NmG is een combinatie van de Nederlandse taal met Gebarentaal.Het is sinds kort een officiële taal. Bij NmG blijf je gewoon Nederlands praten maar ondersteun je de belangrijkste woorden met gebaren. Dat is niet hetzelfde als de Nederlandse Gebarentaal, maar je maakt wel gebruik van dezelfde gebaren.
Verschil NGt – NmG
NGt staat voor Nederlandse Gebarentaal. De Nederlandse Gebarentaal is een zelfstandige taal met een geheel eigen grammatica en regels. Het is de natuurlijk ontstane taal van de doven en is niet afgeleid van het gesproken Nederlands. NmG staat voor Nederlands ondersteund met Gebaren.
Nederlands met Gebaren of NmG is een combinatie van de Nederlandse gesproken taal en de Nederlandse Gebarentaal. Een echte combinatie van twee talen kan eigenlijk niet. Het Nederlands en de Nederlandse Gebarentaal zijn zelfstandige talen: elke taal heeft haar eigen kenmerken, grammatica, lexicon, groep gebruikers etc.
Gebarentalen zijn talen met een eigen grammatica, net als gesproken talen, maar het verschil met gesproken talen is dat je met de handen gebaren maakt en er naar kijkt ipv luistert, het zijn dus talen in een visuele manuele modaliteit.
Voor slechthorenden en voor mensen die de Nederlands spreken, is deze taal geschikt. In feite maak je het makkelijker voor anderen om de woorden of de gebaren die je uitbeeld te begrijpen. Mensen die moeite hebben met verbale communicatie kunnen dus dankzij het NmG makkelijker communiceren.
Bovendien moet je leren om met je handen te praten. Voor de hbo-opleiding gebarentolk staat vier jaar, maar dan moet je daarna nog veel werkervaring opdoen om het echt vloeiend te kunnen.” Er is nog een alternatief: Nederlands praten en spraakondersteunende gebaren maken.
Je kan gebarentaal leren door cursussen te volgen. Maar als je ouders kunnen horen, waar kijk kindjes de gebarentaal dan af? Vanaf 2.5 - 3 jaar, gaan de dove kindjes al naar een speciale school waar ze gebarentaal kunnen leren. Dat is later dan de leeftijd waarop horende kinderen leren praten.
Gebarentalen zijn in principe net zo geschikt om over elk onderwerp te praten als gesproken talen. De gedachte ontstaat vaak doordat mensen denken dat je met je handen alleen over concrete zichtbare dingen zou kunnen praten, misschien wel omdat er zo veel iconische, beeldende, gebaren zijn.
De NGT is een natuurlijke taal met een eigen lexicon en grammatica. Die grammatica is heel anders dan de grammatica van het gesproken Nederlands.
Gebarentaal was lange tijd verboden op school
Gebarentaal zou het leren van de spreektaal in de weg zitten, en dus moesten de kinderen maar leren liplezen. Daarna werd gebarentaal verbannen uit het klaslokaal.
Wat zijn de voordelen van gebaren? Door taal te ondersteunen met gebaren kun je als leraar beter communiceren met dove of slechthorende leerlingen en leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (tos). Door gebaren te gebruiken, is de taal minder vluchtig en makkelijker te begrijpen.
Bij Nederlands met ondersteunende Gebaren (NmG) wordt het gesproken Nederlands ondersteund met gebaren, in combinatie met een duidelijk mondbeeld voor spraakafzien (liplezen). NmG is gebaseerd op de grammatica van het Nederlands en kan zowel door slechthorenden, doven als door mensen in jouw omgeving worden gebruikt.
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
“Gebarentaal, wat leuk, is dat nou een internationale taal?” Het is de meest gestelde vraag door horende mensen die niet bekend zijn met gebarentaal. Het antwoord is nee: gebarentaal is niet universeel. Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd.
Gebarentaal kun je leren bij de verschillende welzijnsstichtingen voor doven. De adressen vind je op de site van het gebarencentrum, http://www.gebarencentrum.nl. De cursussen die zij verzorgen zijn voor ouders, familie en werknemers.
Bij gebarentaal gebruik je gebaren met je handen, je gezichtsuitdrukking en je ogen in plaats van je gehoor en je stem. Net zoals gesproken taal is het een taal met een eigen woordenschat en regels. We gebruiken allemaal wel eens gebaren.
Gebarentalen zijn visuele talen: de handen, het gezicht en de ogen staat centraal in plaats van de stem en het gehoor. Gebarentaal is niet universeel. Doven in de hele wereld gebruiken een gebarentaal. Net als bij gesproken talen is er niet één taal die door iedereen gebruikt wordt.
De eerste 'sprekers' van gebarentaal
Het was de Spaanse benedictijner monnik Pedro Ponce de León die in de zestiende eeuw een manier vond om dove mensen toch te leren praten.
Uit Nederlands onderzoek onder tachtig volwassen doven en slechthorenden blijkt dat rond de 70 procent van hen laaggeletterd is en dus onvoldoende kan lezen en schrijven om helemaal mee te doen in de samenleving. Ter vergelijking: onder de gehele volwassen Nederlandse bevolking ligt dat percentage op 18 procent.
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
Deze mensen hebben als hoofdtaal (in Nederland) de Nederlandse Gebarentaal (NGT). In medische (audiologische) zin kunnen we vrijwel nooit van volledige doofheid spreken. Elke dove hoort wel iets en kan wel enigszins spraak herkennen.
Er zijn verschillende vormen van tactiele gebarentaal, afhankelijk van het gezichtsvermogen, maar de meest gebruikte vorm is die waarbij gebaarders de gebaren aftasten door de handen lichtjes op de handen van de gebarende gesprekspartner te houden.
Waarom geen ondertiteling? Omdat gebarentaal belangrijker is dan je misschien dacht. Voor doven is de gebarentaal namelijk een moedertaal. Een Nederlandse ondertiteling kan volgens NPO Focus dus echt voelen als een tweede of zelfs derde taal.