morgen 1 znw.m. 'ochtend', mnl. morghen m.
Bijwoord. (tijdrekening) morgen: de eerstvolgende dag na vandaag.
bijwoorden van tijd: wanneer, morgen, vandaag, gisteren, binnenkort, onlangs.
gisteren = bijwoord (van tijd) op = voorzetsel.
morgen, mnl. morghen, ohd. morgan, morgon, nhd. Morgen, een vlaktemaat met de betekenis 'zoveel land als men met een span op één ochtend beploegen kan', hetzelfde woord als morgen 'ochtend'.
Moi is dus zowel te gebruiken als begroeting als bij het afscheid, en het kan het variëren tussen Moi, Moin, Moie en zelfs Morrie. Dat hangt er maar net vanaf waar in Drenthe je precies bent.
Moi is de alledaagse groet waarmee bewoners van de noordelijke en oostelijke provincies van Nederland, ofwel de streken waar Nedersaksische dialecten worden gesproken, elkaar begroeten. Het woord wordt op zijn Nederlands uitgesproken, dus als [mɔj], en moet niet verward worden met het Franse woord voor mij.
Zelfstandig naamwoord
▸ 'Als je zo midden in de nacht naar beneden springt met een parachute, ja ik weet er niets van, maar ik neem aan dat het midden in de nacht moet zijn, dan ben je toch enorm bang?' Hij verzekerde haar dat hij niet bang zou zijn. (tijdrekening) de tijd tussen het naar bed gaan en het opstaan.
Een zelfstandig naamwoord is een woord waar je de, het of een voor kunt zetten, zoals televisie of huis. Het is de naam van een ding, persoon, dier, plaats etc. Ook abstracte begrippen als gevoelens, tijd, eigenschappen en gebeurtenissen zijn zelfstandige naamwoorden.
Het zelfstandig naamwoord: ZNW
Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten. Je gebruikt ze voor: dieren, mensen, dingen, aardrijkskundige namen (plaatsen, rivieren etc.) en voor (eigen)namen, ook al kun je daar soms geen lidwoord voor zetten.
Ja, namen zijn zelfstandige naamwoorden.
Je gebruikt 'morgen' altijd in combinatie met andere woorden zoals een adjectief, een artikel, een pronomen. We moeten ons iedere morgen haasten.
Bijvoeglijke naamwoorden krijgen bij enkelvoudige het-woorden een buigings-e als ze worden voorafgegaan door het lidwoord het, een aanwijzend voornaamwoord (dit, dat) of een bezittelijk voornaamwoord (mijn, je, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun).
Een woord bestaat uit minimaal één vrij morfeem en nul of meer gebonden morfemen. In de praktijk is het een opeenvolging van aan elkaar geschreven letters, waaraan een door conventie overeengekomen betekenis verbonden is.
Andere woordsoorten hebben die eigenschap niet. Vragende voornaamwoorden): wie, wat, welk en wat voor. Ze staan in vraagzinnen meestal vooraan. Aanwijzende voornaamwoorden): deze, die, dit en dat Deze vrouw, die man, dat kind.
weekend [the ~] zelfstandig naamwoord.
De niet-telbare (zelfstandige) naamwoorden zijn vaak abstract of duiden op een massa of hoeveelheid in plaats van op eenheden. Voorbeelden zijn: *a vandalism, *a music, *a mail etc. Woorden als quality of time kunnen wel telbaar worden gebruikt. Ze hebben ook niet-telbare betekenissen.
's middags 's spreek je uit als: komma es. Vroeger zeiden de mensen: "Des middags ga ik eten." Het zijn eigenlijk twee woorden, dus de s schrijf je los van middags.
Bijwoord. Uilen jagen vooral 's nachts.
gedurende de nacht
Voorbeeld: `Uilen jagen vooral 's nachts. ` Bron: WikiWoordenboek.
Moi, moin, mojen.
Melding Onterechte Incasso (MOI)
Jouw bank zal contact opnemen met de bank van het bedrijf dat geld heeft afgeschreven. Dit is de incassant. Die bank vraagt aan de incassant de machtiging te laten zien. De incassant moet een geldige machtiging hebben.
Zo is 'tot ziens' of 'daag' in het Gronings gewoon 'moi! '.