In zeldzame, ernstige gevallen van longembolie is het nodig het stolsel op te lossen met medicijnen. U mag naar huis als de bloedverdunning goed is.
Herstel na een longembolie
Na de behandeling van een longembolie herstelt u meestal helemaal. Soms blijft uw conditie wat minder als een stukje van uw longen beschadigd is. Een enkele keer kan er na een longembolie een groot bloedvat van de longen beschadigd zijn. U kunt dan hartfalen krijgen.
Het herstel van een longembolie kan even duren, vaak wel 3 maanden. In die periode blijft u onder controle van uw arts. Houd rekening met het feit dat u bloedverdunners gebruikt. Hierdoor kunnen sneller bloedingen ontstaan.
' Omdat een longembolie vaak vanzelf verdwijnt, zijn andere medicijnen meestal niet nodig. 'Alleen als iemand een levensbedreigende longembolie heeft, wordt soms een medicijn gegeven dat het stolsel echt laat oplossen.
Hebt u een bloedstolsel in uw been (trombosebeen) of in uw longen (longembolie), dan komt u op de Spoedeisende Hulp. Er wordt gestart met bloedverdunnende medicijnen. Bij een longembolie is een ziekenhuisopname nodig van ongeveer vier dagen om u de juiste injecties te kunnen geven.
Stop met roken en voorkom meeroken, dit verkleint de kans op een longembolie. Leef op een gezonde manier, beweeg voldoende, eet gezond en behoud een gezond gewicht. Overgewicht is een risicofactor voor een longembolie. Gebruik u een anticonceptiepil?
Volgens voorzichtige schattingen sterven elk jaar 1250 Nederlanders aan trombose en 7000 aan een longembolie die niet op tijd is ontdekt. “Bij een kwart tot de helft van hen was de dood mogelijk te voorkomen.
De vernauwing door het vastgegroeide stolsel kan hoge bloeddruk in de longslagader veroorzaken. Dat is gevaarlijk voor je longen en je hart, en uiteindelijk ook voor je leven. Veel patiënten zijn te laat voor een operatie.
Een longembolie treedt op als een gedeelte van een stolsel losraakt uit de ader van het been of de buikholte. Dit stolsel wordt meegevoerd met de bloedstroom en komt via de ader door het hart in de longslagader terecht. Het longweefsel achter de bloedprop kan afsterven als niet snel genoeg behandeld wordt.
Belangrijke klachten bij een longembolie zijn:
Hartkloppingen en / of pijn op de borst. Flauwvallen. Bloed of slijm ophoesten. Benauwdheid.
Uw arts start de behandeling met antistolling die uw bloed verdunnen, zoals: Direct werkende orale anticoagulantia (DOAC's). DOAC's zijn tabletten die het samenklonteren van het bloed doen verminderen. Ze remmen de vorming van bloedstolsels en verminderen de kans op afsluiting van een bloedvat.
Tijdens een langere behandeling is de kans op een nieuwe longembolie laag zolang de behandeling duurt, maar bij het stoppen is de kans op een recidief ook in dat geval 10%/jaar in het eerste jaar. Ongeveer 1/20 van deze recidieven is fataal, dus 0.5%/jaar.
Voor de behandeling van een longembolie gaat u naar het ziekenhuis. Daar krijgt u waarschijnlijk zuurstof, zodat u zich minder benauwd voelt. U krijgt direct bloedverdunners. Deze zorgen ervoor dat er geen nieuwe bloedpropjes kunnen ontstaan.
Veelvoorkomende symptomen die horen bij een longembolie zijn een benauwd gevoel, pijn op de borst tijdens het ademhalen, een verhoogde hartslag en bloed ophoesten. De klachten bij een longembolie hangen af van een aantal dingen.
Het korte antwoord: ja, dat kan. “Als iemand bloedverdunners gebruikt voor de behandeling van trombose, longembolie of boezemfibrilleren, en diegene neemt de medicatie zorgvuldig alle dagen in, is de kans om trombose of longembolie te krijgen laag”, aldus dr. Gerdes.
Bij een longembolie zit een bloedvat in of naar uw longen verstopt. Daardoor krijgt u minder zuurstof in uw bloed. U krijgt het dan benauwd. Een longembolie kan worden veroorzaakt door een bloedstolsel uit uw been of onderbuik.
Hoe lang, dat wordt bepaald in overleg met uw behandelend arts. Meestal is dat 3 tot 6 maanden, maar soms ook voor een langere periode. Dit hangt van de oorzaak, en of u voor de eerste keer of al vaker een longembolie of trombose heeft gehad.
Een bloedvat in uw hersenen is afgesloten door een bloedprop. De arts kan de bloedprop oplossen of weghalen. Dit kan in de eerste uren na het herseninfarct. De bloedprop oplossen gebeurt met een infuus met medicijnen.
Bij een longembolie zit een bloedvat naar je longen verstopt. Hierdoor komt er minder zuurstof in je bloed en krijg je het benauwd. Dat kan een angstig gevoel geven. De longslagader loopt van je hart naar je longen.
Meer dan de helft van de patiënten met een longembolie blijft klachten van kortademigheid houden, zelfs nog 40 maanden na de diagnose. Voor een goede verklaring hiervan is nader onderzoek nodig.
Denk aan angst voor antistolling als iemand in de familie is overleden aan een hersenbloeding. Of juist opluchting dat er een behandeling is, omdat een neef is overleden aan een longembolie. Dat zijn dus familiaire omstandigheden en geen erfelijke factoren.”
Een gezond voedingspatroon met veel vezels, groente en fruit, vis en weinig rood vlees, geraffineerde graanproducten en fastfood kan de kans op het ontwikkelen van een trombose in de aders of slagaders verkleinen. Noot 1.
Een longembolie is een afsluiting van een of meer longslagaderen door een bloedstolsel. De longslagaderen zijn de bloedvaten die van het hart naar de longen lopen.
Vaak voelt u iets op de plek van de blokkade. Bij een bloedpropje in uw voet of been voelt u kramp, tintelingen of uw been gaat opzwellen.
Bij het vermoeden van trombose, zal er een echo van de bloedvaten worden gemaakt. Bij het vermoeden van een longembolie, wordt er meestal een CT-scan van de bloedvaten van de longen gemaakt. Hierbij wordt contrastvloeistof met jodium gebruikt.