Kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, is niet mogelijk. Als je arts een bepaalde kanker bij jou vermoedt, kan hij soms wel proberen om die op te sporen in je bloed maar meestal volstaat een bloedonderzoek niet.
Specifieke kanker
In 96% van de gevallen werd met de bloedtest bevestigd dat er kanker was. Maar de test kon ook in 70% van de gevallen aangeven in welk orgaan de kanker is ontstaan. Je kunt dan gericht gaan zoeken naar de specifieke plek. Je blijft dus wel onderzoeken nodig hebben maar waarschijnlijk minder veel.
Chemotherapie bijvoorbeeld kan leiden tot een vermindering van: het aantal witte bloedlichaampjes - verhoogd risico op infecties. het aantal bloedplaatjes - verhoogd risico op bloedingen. het aantal rode bloedcellen - bloedarmoede.
Chronische kankerpijn wordt ook aanhoudende pijn genoemd en is altijd aanwezig. Naast aanhoudende pijn kunt u ook last hebben van doorbraakpijn bij kanker. Doorbraakpijn is pijn die vaak plotseling opkomt en snel weer verdwijnt of minder wordt. Het is pijn die boven op pijn komt die u al langer heeft (chronische pijn).
Met behulp van een bloedtest kan longkanker ontdekt worden nog voordat er symptomen van de ziekte aanwezig zijn.
Een CEA-waarde hoger dan 5 kán een aanwijzing zijn voor kanker. CEA is een zogenaamde tumormarker. Het kan ook iets zeggen over de grootte van een tumor en of er wel of geen uitzaaiingen zijn. Maar een verhoogde CEA-waarde kan ook wijzen op bijvoorbeeld een darm- of leverontsteking.
Onderzoek bij de huisarts
Ook krijg je vragen of je andere ziekten hebt of hebt gehad en of er longkanker in de familie zit. De arts zal een algemeen lichamelijk onderzoek (klinisch onderzoek) uitvoeren. Hij zal naar je hart en longen luisteren en voelen of je klieren en lever vergroot zijn.
Het lichamelijk onderzoek is vooral aan de buitenkant van het lichaam. Soms onderzoekt de arts een bepaald deel van het lichaam meer uitgebreid. Lichamelijk onderzoek is de eerste stap in het onderzoek naar de diagnose kanker. Om te kunnen vaststellen of het om kanker gaat, is bijna altijd verder onderzoek nodig.
Kanker ontstaat vaak zonder dat je het in de gaten hebt. Gelukkig is het in sommige gevallen mogelijk om de ziekte op tijd op te merken. Dat vergroot de kans op een succesvolle behandeling. Daarom werkt KWF aan manieren om kanker beter en eerder op te sporen.
Het is een gevoel van uitputting die heftiger is dan gewone vermoeidheid: Voordat u ziek werd kon u ook moe zijn, als u druk was geweest of na het sporten. Maar vermoeidheid bij kanker is anders. De vermoeidheid is er vaak of steeds.
Kanker gaat niet altijd gepaard met pijn. In de beginfase van de ziekte heeft ongeveer 30% van de patiënten pijn, in een later stadium gemiddeld 60-80% van de patiënten. De meeste pijn ontstaat als er sprake is van uitzaaiingen. Naast lichamelijke oorzaken spelen ook emoties een rol bij de beleving van pijn.
Voorbeelden van kankers die via het bloed kunnen uitzaaien en de plaatsen waar de uitzaaiingen meestal voorkomen: borstkanker: botten, lever, longen, huid, hersenen. dikkedarmkanker: lever, buikvlies, longen. longkanker: botten, bijnieren, lever, hersenen, longen.
Als kanker is uitgezaaid naar de wervels, is de eerste klacht meestal pijn in de rug of de nek. De pijn voelt vaak 'zeurend' aan. Dat betekent dat de pijn niet heel heftig is, maar wel aanhoudt. De pijn kan soms ook aanvoelen alsof er een 'band' om je borst of buik zit, die steeds strakker wordt.
Een van de eerste onderzoeken als men blaaskanker vermoedt, is een urineanalyse. Indien er abnormale cellen in de urine ontdekt worden, zijn er bijkomende onderzoeken nodig om de plaats van de tumor te bepalen. Deze tumoren kunnen immers overal in de urinewegen verschijnen, van de nieren tot de urinebuis.
Het gebruik van zelftesten op kanker door mensen op eigen initiatief, buiten het bevolkingsonderzoek en zonder tussenkomst van een arts wordt door KWF afgeraden. Kanker is geen ziekte om zelf te onderzoeken zonder tussenkomst van een arts.
De CRP-waarden is vaak het hoogst (> 100 mg/L) bij bacteriële infecties, pancreatitis, appendicitis, trauma, kanker en reuma. Matig verhoogde CRP-waarden (< 100 mg/L) passen meer bij virale infecties, tuberculose en chronische ontstekingen.
Jeuk komt voor bij 10% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase, met name bij patiënten met hematologische aandoeningen (vooral maligne lymfomen en polycythaemia vera). Jeuk wordt gezien bij 50% van de patiënten met polycythaemia vera en bij 30% van de patiënten met de ziekte van Hodgkin.
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Symptomen van keelkanker
Keelkanker kan ontstaan zonder dat je het doorhebt. Soms kun je het wel herkennen. Let daarom op bij deze symptomen: keelpijn, blijvende heesheid, pijn of problemen bij het slikken, een knobbel in de nek. Heb je 1 van deze klachten langer dan 3 weken?
1 op de 2 Nederlanders krijgt op enig moment in hun leven de diagnose kanker. Dat maakte Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) vandaag bekend. De kans op kanker is in de afgelopen 30 jaar gestegen tot 47 procent voor vrouwen en 54 procent voor mannen.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Röntgenfoto's alleen geven geen duidelijk beeld van een mogelijke tumor. Soms zijn meer of andere onderzoeken nodig, zoals een CT-scan, echografie of een MRI. Veel onderzoeken of behandelingen vinden plaats in ons Centrum voor oncologische zorg. Hierin bevindt zich ook de mammazorg (voor afwijkingen in de borst).
De meest voorkomende symptomen bij longkanker zijn: Een hardnekkige prikkelhoest, die langer dan 9 weken aanhoudt. Bloed in het opgehoeste slijm (zonder dat er een aanleiding voor is. Als je bijvoorbeeld steeds je keel schraapt en je keel geïrriteerd raakt, kan er een daardoor een beetje bloed in je slijm zitten).
Mensen met longkanker hebben in het begin vaak onopvallende klachten, zoals veel hoesten of vermoeidheid. Deze klachten komen ook voor bij onschuldige aandoeningen, zoals een griep of verkoudheid. Hierdoor komen mensen vaak laat bij een arts en wordt de diagnose longkanker ook laat gesteld.
Meestal zaait longkanker uit naar de lymfeklieren, botten, lever, hersenen, bijnieren en de andere long.