“Hun” kun je gebruiken als bezittelijk voornaamwoord. Dan verwijst het woord altijd naar meerdere personen. Als persoonlijk voornaamwoord kun je “hun” gebruiken wanneer je er een voorzetsel bij kunt bedenken, zoals aan, van of voor. Als er daadwerkelijk een voorzetsel staat, moet je “hen” gebruiken.
Je kunt 'hun' alleen gebruiken als bezittelijk voornaamwoord of meewerkend voorwerp: 'dat is hun mening'. Of: 'ik geef hun allemaal een nieuw trainingspak'. 'Hun' komt altijd van pas als bezittelijk voornaamwoord.
Als het woord in de zin een bezittelijk voornaamwoord is, dan schrijf je altijd hun. Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. Na het bezittelijk voornaamwoord staat altijd een zelfstandig naamwoord. Dat is hun werkblad.
Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, zijn, haar en ons, die een relatie van bezit of herkomst uitdrukken tussen een persoon of zaak en een zelfstandig naamwoord: mijn auto, haar vader.
Je schrijft 'hun' bij een meewerkend voorwerp zonder voorzetsel. Als er wel een voorzetsel voor staat, hoef je aan de woordvorm niet meer te zien dat het meewerkend voorwerp is. Dan schrijf je 'hen'.
Die/hen/hun zijn genderneutrale voornaamwoorden. Zo verwijs je naar een persoon zonder iets te zeggen over hun gender.
'Hen' wordt wel gebruikt als lijdend voorwerp: ik zie hen, ik vind hen leuk, en dus complimenteer ik hen. 'Hun' wordt ingezet als meewerkend voorwerp: ik geef hun allemaal een nieuw trainingspak, want dat heb ik hun nou eenmaal beloofd.
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie of wat iets is. Als je bijvoorbeeld zegt: “Dat is zijn fiets”, vertelt het woord 'zijn' van wie de fiets is. Let op: Eigennamen en zelfstandige naamwoorden zijn géén bezittelijke voornaamwoorden. Het gaat altijd om woorden als 'mijn', 'jouw', 'zijn' of 'haar'.
Woorden als mijn, jouw, uw en zijn zijn bezittelijke voornaamwoorden: 'Dat is mijn fiets', 'Vergeet jouw/uw tas niet! ', 'Ik houd van de herfst en zijn kleuren. ' Bezittelijke voornaamwoorden geven aan dat er een bepaalde relatie is tussen een persoon, dier, ding of instantie en een zelfstandig naamwoord.
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat (meestal) verwijst naar een levend wezen (persoonlijk). Een bezittelijk voornaamwoord is een woord dat een relatie aangeeft tussen een zelfstandig naamwoord en een persoon, dier of instantie (bezittelijk).
Noorse persoonlijke voornaamwoorden (in het Bokmål)
In Nederland komt dikwijls hun voor in plaats van zij/ze. Het gebruik van hun als onderwerpsvorm is echter geen standaardtaal. Hun is wel juist als persoonlijk voornaamwoord in de functie van indirect object (zin (5)) en als bezittelijk voornaamwoord (zin (6)).
onbepaald voornaamwoord (indefiniet pronomen): iemand, niemand, iets, niets, alle, iedereen.
Je gebruikt hun ten eerste als bezittelijk voornaamwoord. Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets een bezit is van iemand, zoals jouw, mijn, zijn, haar of hun: Hun Nederlandse boeken zijn al binnen. Over 5 minuten begint hun les van de Groepstraining Zakelijk Nederlands (NT1).
Jazeker. In spreektaal maakt bijna niemand zich meer druk wanneer je 'hun' zegt in plaats van 'hen'. Maar in schrijftaal ligt dat anders. In dat geval wordt nog steeds van je verwacht dat je het correcte woord gebruikt.
Beiden voelen zich niet specifiek man of vrouw en willen daarom niet aangesproken worden met zij of hij, maar met hen/hun. Zijn dat de meest geschikte woorden in Nederland of is er een nieuw woord nodig? In Nederland mag je non-binaire personen aanspreken met 'hen', 'hun' en 'die'.
Me is geen bezittelijk voornaamwoord
Me is geen bezittelijk, maar een persoonlijk voornaamwoord. Voor veel taalpuristen is dit taalergernis nummer één. Voorbeelden: me broer, me fiets, me taalfout.
Je is niet alleen de gereduceerde vorm van het bezittelijk voornaamwoord jouw, maar ook van de persoonlijke voornaamwoorden jij en jou.
Zich is een wederkerend voornaamwoord. Er is maar één wederkerig voornaamwoord: elkaar, met de varianten elkander en mekaar.
Een onbepaald voornaamwoord wordt gebruikt om iets niet-concreets aan te duiden, dus verwijst niet naar specifieke personen of dingen. (iets, niets, alles, iedereen, iemand, niemand, andere(n), elk(e), ieder(e), ...)
Uw is een bezittelijk voornaamwoord. Uw kan worden vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mijn of zijn. Wat is uw naam?, zoals Wat is mijn naam? Dat is uw boek, uw zaak, uw zus, zoals Dat is zijn boek, zijn zaak, zijn zus.
Ja, 'je reactie' is ook correct.Dat komt omdat je 'je' als persoonlijk én als bezittelijk voornaamwoord kunt gebruiken.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is zij de correcte vorm. Als het om een lijdend voorwerp gaat, is hen correct. Als het om een meewerkend voorwerp gaat, is hun (of aan hen) correct.
Hen is goed in bijvoorbeeld 'Ik deed het voor hen' en 'Ik bedankte hen. ' Hun is goed in bijvoorbeeld 'Ik vertelde hun de waarheid' en 'Het werd hun te veel. ' Hieronder staan de regels voor het gebruik van de persoonlijke voornaamwoorden hen en hun.
Om naar meerdere vrouwen te verwijzen, gebruiken we de voorwerpsvormen hen, hun of ze. Met dezelfde meervoudsvormen verwijzen we ook naar mannen.