De verhuurder en de huurder zijn verplicht om een huurcontract van gebouwen die niet of niet uitsluitend voor bewoning zijn bestemd, te registreren. Dit kunnen bijvoorbeeld industriële gebouwen, terreinen, of parkeergarages zijn.
Sancties. Laat de verhuurder na om het contract te registreren binnen twee maanden na ondertekening, dan is hij een boete verschuldigd. Ook kunnen huurders dan de schriftelijke negenjarige huurovereenkomst opzeggen zonder een opzegtermijn van drie maanden te hanteren en zonder opzegvergoeding.
De registratie is gratis. Na deze termijn betaalt de eigenaar een administratieve boete als hij een aanvraag doet om het huurcontract te registreren. Als het huurcontract niet geregistreerd werd, kan de huurder het op elk moment stopzetten, zonder opzeg of schadevergoeding.
Wat er gebeurt als je als verhuurder nalaat om de huurovereenkomst tijdig te registreren, of wanneer je als huurder het contract geregistreerd wil zien en je huisbaas dat weigert? Een verhuurder die zijn overeenkomst niet binnen de twee maanden laat registreren, moet daar een boete van 25 euro voor betalen.
Wie moet er de registratierechten voor het huurcontract betalen? De verplichting tot registratie en betaling van de hiermee samengaande rechten ligt zowel bij de verhuurder als bij de huurder. In geval van een boete voor een laattijdige registratie zal deze ook door beide partijen moeten worden gedragen.
Mondeling of schriftelijk huurcontract
Een huurcontract hoeft niet op papier te staan. Afspraken met uw verhuurder kunt u ook in een gesprek maken. Die afspraken zijn wel moeilijker te bewijzen. U legt ze daarom beter vast op papier.
Waarom moet een huurcontract geregistreerd worden? Het registreren van een huurcontract verleent het huurcontract een 'vaste datum'. Dat wil zeggen dat niemand die datum nog kan betwisten en dat het contract 'bindend' is 'voor derde partijen'. Dat is belangrijk voor zowel de huurder en de verhuurder.
Het is niet zo dat je zonder contract geen rechten zou hebben. De meeste rechten (waaronder huurbescherming) zijn namelijk wettelijk vastgelegd. Wel moet je, om daar aanspraak op te kunnen maken, aantonen dat je desbetreffende woning of kamer huurt.
Je kan dit controleren bij het registratiekantoor dat verantwoordelijk is voor jouw regio. Dat vind je via deze link of via 02 572 57 57. Informatie over de registratie van een huurcontract lees je hier.
De laattijdige registratie van het huurcontract wordt bestraft met een boete die kan oplopen tot 25 Euro. Deze zal verschuldigd zijn door: de verhuurder als de verantwoordelijkheid voor de registratie bij hem ligt, de verhuurder en de huurder in geval van gedeelde verantwoordelijkheid voor de registratie.
Als u een woning wilt huren of verhuren moet u een huurcontract opstellen of ondertekenen. In het huurcontract moet o.a. de huurprijs en de huurtermijn vastgelegd worden. De verhuurder is verplicht om het huurcontract te laten registreren binnen de 2 maanden na de ondertekening.
Ben je getrouwd of woon je wettelijk samen, dan volstaat het dat één van beide partners de huurovereenkomst ondertekent. De partner die niet tekent, wordt automatisch medehuurder.
Een huurwaarborg is niet wettelijk verplicht. Het is een recht waarvan de verhuurder gebruik kan maken. Als er een huurwaarborg gevraagd wordt, moet dit ook uitdrukkelijk in de huurovereenkomst vermeld worden.
De mondelinge huurovereenkomst is een huurcontract dat niet schriftelijk werd vastgelegd. Het is perfect geldig van zodra er een akkoord bestaat tussen de verhuurder en de huurder over het gebouw (of het meubilair) en de prijs (de huur).
Beide partijen kunnen wel opzeggen tegen het einde van de afgesproken korte duurtijd (drie jaar of minder) met een opzegtermijn van drie maanden. Een contract van 9 jaar kan ten allen tijde door de verhuurder worden opgezegd om er zelf te gaan wonen. De opzegtermijn is 6 maanden.
Het opmaken van een gedetailleerde plaatsbeschrijving bij aanvang van de huur is een verplichting die de huurwet oplegt. De plaatsbeschrijving kan zowel door de partijen zelf als door een deskundige worden opgesteld. Hierover sluiten huurder en verhuurder een akkoord.
Een overeenkomst van meer dan drie jaar valt onder de categorie 'lange duur' en wordt automatisch beschouwd als een overeenkomst van negen jaar. Dit is wat men in de volksmond het 3-6-9-contract noemt. 3-6-9 omdat zo'n contract standaard negen jaar loopt in drie etappes van drie jaar.
Ook bij een handelshuur moet de huurovereenkomst verplicht geregistreerd worden. Deze verplichting rust zowel op de huurder als de verhuurder. De registratie gebeurt op het registratiekantoor waaronder het verhuurde pand valt.
In principe heeft de huurder zonder contract geen rechten maar als de huurder kan aantonen dat hij huur betaald kan hij toch huurbescherming krijgen. Dat kan het geval zijn als hij de huur per bank overmaakt. Als de huurder weigert te vertrekken overleg dan met het juridisch loket.
Een verhuurder van een woning heeft eigenlijk drie hoofdverplichtingen die dagelijks moeten worden uitgevoerd. De verhuurder moet een woning ter beschikking stellen, woning onderhouden en rustig woongenot verschaffen. Daar staat tegenover dat de verhuurder wel op tijd zijn geld moet ontvangen.
Er bestaan huurovereenkomsten die 'naar hun aard van korte duur' zijn. Met dit type contract heeft de huurder geen huurbescherming. Slechts in enkele situaties is deze vorm van tijdelijke verhuur toegestaan, bijvoorbeeld voor vakantiehuisjes of wisselwoningen.
Als de plaatsbeschrijving niet omstandig is, dan is zij niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en wordt er meteen vermoed dat de huurder het gehuurde goed ontvangen heeft in dezelfde staat als waarin het zich bevindt op het einde van de huurovereenkomst.
In praktijk gaat het meestal over overeenkomsten in verband met onroerende goederen, maar ook onderhandse aktes tot oprichting van vennootschappen, onderlinge overeenkomsten, of verklaringen dienen geregistreerd te worden.
Lastgeving, volmacht of mandaat een handeling, waarbij een persoon (de lastgever) aan een ander (de lasthebber) de macht geeft om iets voor de lastgever en in zijn naam te doen. Deze opdracht dient door de lasthebber aanvaard te worden, bij gebreke waaraan de lastgeving niet ontstaan is.