U is een persoonlijk voornaamwoord, uw is een bezittelijk voornaamwoord. Als je een persoon bedoelt, gebruik je het woord u: ik stuur u een brief.
Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief.Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt. Uw koffie staat klaar.
Het antwoord op de vraag hoe het nu zit met die u/jou en uw/jouw problemen is: U en jou zijn persoonlijke voornaamwoorden.Uw en jouw zijn bezittelijke voornaamwoorden. U en jou gebruik je dus als je verwijst naar personen. Uw en jouw gebruik je als je verwijst naar iemands bezit.
In een zin als 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u en uw partner juist. In de zin 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u een persoonlijk voornaamwoord en uw een bezittelijk voornaamwoord. Uw betekent 'van u'. U en uw partner betekent dus 'u en de partner van u'.
Uw is een bezittelijk voornaamwoord.
Uw kan worden vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mijn of zijn. Wat is uw naam?, zoals Wat is mijn naam? Dat is uw boek, uw zaak, uw zus, zoals Dat is zijn boek, zijn zaak, zijn zus.
Het woord jou gebruik je dus om te verwijzen naar een persoon. Bijvoorbeeld: 'Ik heb jou gisteren opgehaald' of 'Mijn moeder zag jou door de stad lopen'. Het woord 'jouw' wordt dus gebruikt om bezit aan te duiden. Een voorbeeld hiervan is: 'Is dat jouw tas?
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: zij wil, wil zij. De vorm zij wilt* (of wilt zij*) is niet correct.
Antwoord. Correct is: u beider belang. Deze uitdrukking wordt gevormd met het persoonlijk voornaamwoord u, niet met het bezittelijk voornaamwoord uw.
In de spreektaal en ook wel in de informele schrijftaal (tweets, appjes), wordt me vaak gebruikt als bezittelijk voornaamwoord: me moeder. De gereduceerde vorm van mijn is echter m'n, niet me. Met m'n moeder is dus niets mis.
'U' is een persoonlijk voornaamwoord: 'U bent op tijd', 'Ik heb het u gevraagd'.'Uw' is een bezittelijk voornaamwoord: 'Het is uw boek', 'Ik heb om uw mening gevraagd'. Je schrijft 'u' met een kleine letter, behalve natuurlijk aan het begin van een zin.
U is een persoonlijk voornaamwoord, uw is een bezittelijk voornaamwoord. Als je een persoon bedoelt, gebruik je het woord u: ik stuur u een brief.
Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”.Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.
Your is een bijvoeglijk naamwoord dat betekent "betrekking hebbend op of behorend tot u." Yours is een voornaamwoord dat betekent "dat wat van u is." Yours wordt ook gebruikt in brieven als afsluiting. Your wordt minder vaak gebruikt als afsluiting in brieven. Hieronder staan enkele voorbeelden van hoe elk wordt gebruikt.
Je kunt controleren of je jou of jouw moet gebruiken met een ezelsbruggetje. Als je het door “zijn” kunt vervangen, is het jouw (bezittelijk voornaamwoord).Als je het door “hem” kunt vervangen, is het jou (persoonlijk voornaamwoord).
Bij je en jullie horen de bezittelijke voornaamwoorden je/jouw en jullie; bij de beleefdheidsvorm u hoort het bezittelijk voornaamwoord uw. Met de beleefdheidsvormen u en uw drukken we tegenover de toehoorder, gesprekspartner of lezer afstand of afstandelijkheid uit.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Bijvoorbeeld: 'Dat is mijn fiets. ' Ook kun je met een bezittelijk voornaamwoord relaties aanduiden: 'mijn vader, zijn broer'. In spreektaal wordt het woord 'mijn' vaak afgekort tot 'm'n'.
Als je een volledige zin schrijft/uitspreekt, moet je " It's a picture of Mom and me " gebruiken. Het juiste voornaamwoord is "me", omdat het het object is van het voorzetsel "of". Je kunt de zin vereenvoudigen tot "It's a picture of me", wat je kan helpen het juiste voornaamwoord te kiezen.
In gesproken taal wordt vaak als gebruikt in plaats van dan. Hoewel groter als door velen niet meer wordt afgekeurd, is groter dan nog steeds verzorgder, zeker in geschreven taal. Hij is ouder dan ik. Ze is veel energieker dan ik.
Het zelfstandig naamwoord dat erop volgt, kan zowel in het enkelvoud als in het meervoud staan: in u beider belang, u beider keus, u beider doel, u beider doelen. De combinaties uw beider* en uwer beider* zijn niet correct. Formuleringen met u beider zijn erg formeel. U kunt meestal een gewonere formulering gebruiken.
Ja, de zinnen "many thanks" en "many congratulations" zijn beide geldig in het Engels .
De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct. Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang -t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt, het sneeuwt.
Wat is juist: 'Ik realiseer dat hij ouder is' of 'Ik realiseer me dat hij ouder is'? Juist is: 'Ik realiseer me dat hij ouder is.
Het is allebei goed. Je kunt is ouder en daardoor voor sommige mensen beter. Je kan is voor anderen juist weer wat moderner en aansprekender. In Nederland krijgt 'Je kunt je nu inschrijven' vaak de voorkeur in de schrijftaal.