Vroeger werd u als aanspreekvorm met een hoofdletter geschreven, maar dat is tegenwoordig niet meer gebruikelijk. Conform de andere persoonlijke voornaamwoorden, schrijven we u (en ook het bezittelijk voornaamwoord uw) met een kleine letter, behalve als het aan het begin van een zin staat.
Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief.Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt. Uw koffie staat klaar.
Het antwoord op de vraag hoe het nu zit met die u/jou en uw/jouw problemen is: U en jou zijn persoonlijke voornaamwoorden.Uw en jouw zijn bezittelijke voornaamwoorden. U en jou gebruik je dus als je verwijst naar personen. Uw en jouw gebruik je als je verwijst naar iemands bezit.
In het kort
Wanneer je verwijst naar een bezit (bezittelijk voornaamwoord), gebruik je 'uw'. Wanneer je verwijst naar een persoon (persoonlijk voornaamwoord), gebruik je 'u'.
In een zin als 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u en uw partner juist. In de zin 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u een persoonlijk voornaamwoord en uw een bezittelijk voornaamwoord. Uw betekent 'van u'. U en uw partner betekent dus 'u en de partner van u'.
Alleen aller behield de oude naamval, en het persoonlijk voornaamwoord uwer werd u. U is ook juist in: u aller inzet, u aller tegenwoordigheid, u aller aandacht, u aller hulp en steun, u aller medewerking en u aller reacties.
U is een persoonlijk voornaamwoord, uw is een bezittelijk voornaamwoord. Als je een persoon bedoelt, gebruik je het woord u: ik stuur u een brief.
Je zult niet zo snel per ongeluk zeggen: is het u verjaardag vandaag? Daar hóór je dat het 'uw' moet zijn. Zo kun je er gemakkelijk achter komen dat het in dat geval 'jouw' moet zijn. Het is uw verjaardag (met een w), dus het is ook jouw verjaardag (met een w).
In een zakelijk bericht voor externe contacten is Met vriendelijke groet(en) erg gebruikelijk en in elk geval beter dan de formele slotgroet Hoogachtend. In vervolgcorrespondentie kan de slotgroet wat informeler worden, bijvoorbeeld Groeten of Groet.
Uw is een bezittelijk voornaamwoord. Uw kan worden vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mijn of zijn. Wat is uw naam?, zoals Wat is mijn naam? Dat is uw boek, uw zaak, uw zus, zoals Dat is zijn boek, zijn zaak, zijn zus.
Tegenwoordig wordt u niet meer als derde persoon beschouwd maar als tweede persoon enkelvoud. U wordt dan gecombineerd met de persoonsvorm van de tweede persoon: u kunt, u zult, u wilt. De oorspronkelijke vormen u kan, u zal en u wil zijn daarnaast nog steeds in gebruik.
Conform de andere persoonlijke voornaamwoorden, schrijven we u (en ook het bezittelijk voornaamwoord uw) met een kleine letter, behalve als het aan het begin van een zin staat. (1) Ik verzoek u vriendelijk om te vertrekken. (2) We hebben uw boek gevonden. (3) U kunt mij altijd bellen op kantoor.
Jouw dag is correct. In dit geval wordt “jouw” gevolgd door een zelfstandig naamwoord en er is sprake van een bezitsrelatie.
Naar een onzijdig zelfstandig naamwoord wordt altijd verwezen met het bezittelijk voornaamwoord 'zijn'. Het gaat hier namelijk om 'het'-woorden.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is zij de correcte vorm. Als het om een lijdend voorwerp gaat, is hen correct. Als het om een meewerkend voorwerp gaat, is hun (of aan hen) correct.
De correcte spelling is jouw naam. De spelling jou naam* is niet correct. In de combinatie jouw naam kunt u jouw vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld mijn, zijn of uw.
Houd is goed in bijvoorbeeld: 'Ik houd de deur open', 'Houd jij de deur open? ' en 'Houd de deur open! ' Houdt is goed in bijvoorbeeld: 'Jij houdt de deur open', 'Maaike houdt de deur open' en 'Houdt u de deur open? '
Uw gebruiken we zowel voor het enkelvoud als voor het meervoud. Sommige taalgebruikers gebruiken de vorm jullie als beleefdheidsvorm voor het meervoud, maar dat is niet aan te bevelen. We willen met deze uitnodiging graag een beroep doen op uw steun.
Als bezittelijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud kan zowel de volle vorm jouw als de gereduceerde vorm je gebruikt worden. Jouw is nadrukkelijker dan je. Als er geen speciale nadruk nodig is, wordt in de praktijk vaker voor je dan voor jouw gekozen.
Je kunt controleren of je jou of jouw moet gebruiken met een ezelsbruggetje. Als je het door “zijn” kunt vervangen, is het jouw (bezittelijk voornaamwoord).Als je het door “hem” kunt vervangen, is het jou (persoonlijk voornaamwoord).
Jou is een 'persoonlijk voornaamwoord'. Andere persoonlijke voornaamwoorden zijn ik, mij, zij, hem, u en wij. Wie twijfelt tussen jou en jouw, kan jou(w) in gedachten vervangen door hem (kan alleen persoonlijk voornaamwoord zijn) of zijn (kan alleen bezittelijk voornaamwoord zijn). Als hem in de zin past, is jou goed.
Beide vormen zijn juist.U hebt klinkt iets gewoner. Het woordje u is van oorsprong een derde persoon enkelvoud: u is, u heeft, u kan, u wil, u zal. Maar tegenwoordig vat men u op als een tweede persoon enkelvoud, omdat het de beleefdheidsvorm is van jij.
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken. Onderwerpsvorm: deze woorden worden in een zin als onderwerp gebruikt. Voorwerpsvorm: deze woorden worden in een zin als lijdend voorwerp of als meewerkend voorwerp gebruikt.
Het woordje 'me' is vooralsnog geen bezittelijk voornaamwoord. Het kan wel een persoonlijk of wederkerend voornaamwoord zijn: 'de leraar vroeg ME of ik ME verveeld had tijdens het maken van MIJN proefwerk'. Dat mooie woordje 'mijn' is het enige bezittelijk voornaamwoord dat aangeeft dat iets echt van mij is.