Schrijf je de maand oktober/october met een c of met een k? En is de kleine letter juist of moet het een hoofdletter zijn? De juiste spelling van de tiende maand is oktober, met een k en een kleine letter.
Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein. Ze worden als soortnamen beschouwd.
De namen van de maanden worden klein geschreven.
De afkortingen van de maanden bestaan meestal uit de eerste drie letters van de naam: januari wordt jan, februari wordt feb, enz. Na die drie letters mag een punt worden gezet, maar verplicht is dat niet. Van enkele maanden bestaat ook een alternatieve, vierletterige afkorting.
Oktober is de tiende maand van het jaar in de gregoriaanse kalender en heeft 31 dagen. De naam komt van octo, het Latijnse woord voor acht. Oktober was namelijk volgens de Romeinse kalender oorspronkelijk de achtste maand van het jaar, omdat volgens deze kalender tot 153 v. Chr. het nieuwe jaar op 1 maart begon.
De naam komt van novem, het Latijnse woord voor "negen". November was oorspronkelijk de negende maand van het jaar, omdat het Romeinse kalenderjaar tot 153 v. Chr. op 1 maart begon.
De namen van maanden worden met drie of vier letters afgekort. In lopende tekst schrijven we die afkortingen gewoonlijk met een punt, zoals we dat bij de meeste 'echte' afkortingen doen. Mei wordt niet afgekort en krijgt dus nooit een punt. jan., feb., mrt., apr., jun., jul., aug., sept., okt., nov., dec.
De correcte spellingen zijn actie en actief.
de maandag
Verbuigingen: maandagen (meerv.) Periode gedurende welke het naar de aarde gekeerde gedeelte van de maan verlicht is door de zon. een dag van de week, de eerste dag na het weekeinde.
Niet alle eigennamen worden met een hoofdletter geschreven: namen van (cultuur)historische perioden (middeleeuwen, barok) krijgen een kleine letter, evenals de namen van de maanden en de dagen van de week (maandag, januari). In andere talen gelden voor dergelijke eigennamen soms andere conventies.
De correcte spellingen zijn Kerstmis, kerst en kerstfeest. Officiële namen van feestdagen, zoals Kerstmis, schrijven we met een hoofdletter. Niet-officiële en informele namen, zoals kerst, schrijven we met een kleine letter.
Schrijf de maanden met een hoofdletter. Een kleine letter wordt als een teken van ongeschooldheid beschouwd. Dus: January, February, March, April, May, June, July, August, September, October, November, December.
Namen van feestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen krijgen een hoofdletter. Behalve voor Hemelvaart en Hemelvaartsdag geldt dat bijvoorbeeld voor: Pasen, Kerstmis, Suikerfeest, Offerfeest, Chanoeka, Moederdag en Nieuwjaar.
Sinds 1954: kleine letter
Tot halverwege de twintigste eeuw schreef men de namen van maanden, week- en feestdagen met een hoofdletter: Januari, Maandag, Vrijdag, enz. De officiële woordenlijst van 1954 bepaalde dat namen van maanden en de dagen van de week een kleine letter krijgen, omdat het geen unieke namen zijn.
De dubbelspelling werd in het Groene Boekje van 1995 voorgoed afgeschaft. Voortaan was alleen reactie juist; de toegelaten spelling reaktie verdween. (Er bleven trouwens nog wel veel varianten bestaan, zoals mais/maïs.)
Hoe schrijf je: Actie? Actie schrijf je met een C in plaats van met een K. Een veel voorkomende fout is dat Actie met een K wordt geschreven dankzij de sterke K klank in het woord.
Het is waar: taalfouten kunnen behoorlijk irriteren. Wat te denken van veel voorkomende spelfouten als kado, aktie en reaktie, waarvan de officiële schrijfwijze al sinds 1995 gewijzigd werd in cadeau, actie en reactie.
In lopende tekst schrijven we die afkortingen gewoonlijk met een punt, zoals we dat bij de meeste 'echte' afkortingen doen. ma. di. wo.
Persoonlijk voornaamwoord
Het voornaamwoord “I” wordt altijd met een hoofdletter geschreven, ongeacht waar het in een regel valt.
5. Ofc. Nog een handige tijdbesparing om iemand snel te laten weten dat je het met ze eens bent. Frank: Heb je een dutje van drie uur gedaan en weer nul werk gedaan?
Na een zomer vetmesten is het varken klaar voor de slacht. November is van oudsher de slachtmaand en die maand werd vroeger dan ook zo genoemd. In deze tijd van het jaar stookte men flink in huis zodat het verse vlees kon drogen en geconserveerd werd voor de wintervoorraad.
De maanden van het jaar zijn: januari (31), februari (28/29), maart (31), april (30), mei (31), juni (30), juli (31), augustus (31), september (30), oktober (31), november (30) en december (31). Tussen haakjes staat het aantal dagen dat die maand heeft.