Als midden in niet met een zelfstandig naamwoord of met er gecombineerd wordt, schrijven we de combinatie in één woord. Middenin is dan een bijwoord van plaats. De motor is middenin gemonteerd.
Als boven in gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord, schrijven we de combinatie in twee woorden. In is dan een voorzetsel en boven een bijwoord bij dat voorzetsel. De vaas staat boven in de kast.
Tijdig is een synoniem van op tijd. Formuleringen met op tijd zijn het gebruikelijkst, zowel in gesproken als geschreven taal. Tijdig is een formeler woord.
In de standaardtaal kan midden bijwoordelijk gebruikt worden in combinatie met (en als nadere precisering van) een voorzetsel. Dit gebruik komt zowel in plaats- als in tijdsbepalingen voor. (1a) Daar stond ze midden tussen de bloemen. (2a) Er lagen een paar junkies midden op het asfalt.
Juist is: 'Ik woon vlak bij mijn ouders. ' Combinaties als vlak bij, dicht bij, dichter bij, dichtst bij en midden in zijn twee woorden als het voorzetsel (bij, in) bij een eropvolgende woordgroep (met een zelfstandig naamwoord), een eigennaam of een persoonlijk voornaamwoord hoort: Ik woon vlak bij mijn ouders.
Juist is: 'Die heeft te veel gegeten. ' Als te veel 'meer dan nodig' betekent, staat er een spatie tussen te en veel. Als het teveel 'het overschot' betekent, is het wél één woord.
Er is een eenvoudige spellingregel die luidt: als het bijwoord er wordt gevolgd door een voorzetsel, dan schrijven we dat voorzetsel aan er vast. Het is dus erop, en bijvoorbeeld ook eraan, erbij, erbuiten, erdoor, erin, erover, eruit en ervan. Een makkelijke regel zonder uitzonderingen.
De correcte spelling is te midden van.
Nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden
Onderschikkende voegwoorden zijn bijvoorbeeld: dat, voordat, nadat, tot, terwijl, als, toen, omdat, doordat en zodat.
Is het stagelopen of stage lopen? De juiste spelling is stage lopen, met een spatie. Hoewel het in de praktijk vaak aan elkaar wordt geschreven, is er geen enkel naslagwerk dat stagelopen als één woord vermeldt. Ook de vervoegde vormen zijn met een spatie.
'8.2 Algemene regel: aaneenschrijven
De algemene regel houdt in dat de volgende gevallen aaneengeschreven worden: 1. de leden van een samenstelling: agendapunt, aspergebed, bedrijfsklaar, bessensap, leverkwaal, lichtblauw, …
Als achter in gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord, schrijven we de combinatie in twee woorden. In is dan een voorzetsel en achter een bijwoord bij dat voorzetsel. Je wandelschoenen liggen achter in de auto.
Het regent ook binnenin het gebouw. 'Binnenin' is natuurlijk juist als het de rol van bijwoord mag spelen: 'de schoonheid van vele mensen zit binnenin'. Zeggen ze toch ... Maar hier moet je natuurlijk een voorzetsel bij 'het gebouw' hebben en dat kan alleen maar door 'binnen in' ... in twee woorden te schrijven.
We schrijven ervoor aan elkaar als het een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na ervoor kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Wanneer is tenminste juist en wanneer ten minste? Tenminste als één woord betekent 'althans, in ieder geval'. Ten minste als twee woorden betekent 'op z'n minst, minstens'. Als tenminste 'althans, in ieder geval' betekent, is het één woord.
Timide (afkomstig van het Latijn, timidus) is een manier om een persoon te beschrijven en betekent zoveel als verlegen, schuchter, schuw en bedeesd.
duidt een conditie aan ondanks dewelke iets plaatsvindt. 1) Desalniettemin 2) Desondanks 3) Evengoed 4) Hoewel 5) Hoezeer ook 6) In weerwil van 7) Ofschoon 8) Onaangezien 9) Ondanks 10) Ondertussen 11) Ongeacht 12) Spijts 13) T...
[9] voegwoorden , bijv. als, alvorens, hoewel, nadat, of ; [10] tussenwerpsels , bijv. bah, hè, foei, ach, o .
ten aanzien van (vz) : aangaande, met betrekking tot, omtrent, ten opzichte van.
We schrijven ervan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na ervan kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
In andere zinnen weet u dat het om het voornaamwoordelijk bijwoord waarin gaat, als u van het gedeelte dat met waarin begint, een aparte zin met daarin kunt maken. In die zin kan daarin worden vervangen door in + het naamwoord waar het op slaat. In andere gevallen schrijven we waar in in twee woorden.
We schrijven erin aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Je kunt 'het' dan ergens in of in iets stoppen/schenken/steken. Erin wordt ook aan elkaar geschreven in enkele vaste combinaties. Samen met een werkwoord vormt dit een eenheid met een specifieke betekenis.
Tekort, aaneengeschreven, is een zelfstandig naamwoord met als betekenis 'hoeveelheid die ontbreekt, nadelig saldo'. U kunt er een lidwoord voor zetten: een tekort, het tekort. Het tegengestelde van het tekort is het teveel. Er is ook een groot tekort aan huisartsen.