Wanneer iemand iets eindelijk begrijpt of zich iets veel later realiseert wordt er vaak door anderen gezegd 'dat het kwartje gevallen is'. De uitdrukking wordt al lang in Nederland gebruikt maar komt waarschijnlijk uit de 19e eeuw vanuit Yorkshire, Engeland.
Wanneer je het eindelijk snapt of iets (te laat) duidelijk voor je wordt, dan is het kwartje gevallen. Je hebt geen vragen meer, want je weet nu hoe het in elkaar steekt.
De uitdrukking werd gebruikt vanwege de penny-in-the-slot gokautomaat in 1980. Veel mensen hadden geen idee hoe deze gokautomaat werkte en wisten daarom niet dat zij een klepje van de automaat omhoog moesten doen. Pas als ze dat doorhebben, was het kwartje gevallen.
Een dubbeltje op z'n kant is een uitdrukking die aangeeft dat iets maar net goed is gegaan. Als je al dan niet met veel geluk een krappe voldoende op een toets haalt en daardoor nét je diploma behaalt, was dat een dubbeltje op zijn kant.
Spreekwoorden: (1914) Op grooten voet leven, d.i. op rijkelijke, ruime wijze leven; ook wel in scherts gebezigd voor: groote voeten hebben.
Den spijker (of den nagel) op den kop (of het hoofd) slaan (of tikken), d.w.z. de zaak juist treffen, juist zeggen waar het op aankomt, het juiste middel aangeven.
Spreekwoorden: (1914) Iemand in de wielen rijden, d.w.z. iemand tegenwerken, hem in het vaarwater zitten, zich tegen iemand kanten; ook iemand onderkruipen. Eig. gezegd van een rijtuig dat tegen de wielen van een ander rijdt en het daardoor in zijn gang belemmert; vgl.
d.w.z. iemand iets van geringe waarde als iets kostbaars in de hand stoppen; hem met ijdele praatjes bedotten, foppen, misleiden; synonieme uitdrukkingen zijn of waren: iemand appelen of eieren voor citroenen, paardekeutels voor vijgen, kladbeeken voor diamant...
Als je geen rooie cent hebt, heb je helemaal niets. Je bent blut, je hebt geen cent te makken. Er zijn verschillende varianten van deze uitdrukking in omloop: geen koperen cent hebben, geen roodkoperen cent hebben, geen rooie rotcent hebben, geen halve cent hebben en kortweg geen cent hebben.
De betekenis van deze woorden is een ieder wel bekend. Iets terug krijgen voor je geld, iets waar je tevreden over bent. Waarvóór uw geld. Hier geeft de klemtoon aan dat we voor het maken van keuzes staan en het stellen van prioriteiten in wat wel en niet moet worden gedaan.
Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwartje. Het spreekwoord betekent Arm geboren zal wel arm blijven. Het spreekwoord Als je voor een dubbeltje geboren bent is een spreekwoord dat vermoedelijk al voor de zeventiende eeuw bestond, toen met andere muntnamen.
De uitdrukking Wie weet? wil zeggen dat iets niet helemaal uitgesloten wordt geacht.
Patriot: degene die het hardst kan schreeuwen zonder te weten waar hij over schreeuwt. Origineel: Patriot : the person who can shout the loudest without knowing where he is crying about .
Blaffende honden bijten niet: Wie het hardst roept is het minst gevaarlijk. Na gedane arbeid is het goed rusten: Wie hard werkt kan daarna van zijn rust genieten.
Wie het hardst roept, heeft gelijk. Zo lijkt het soms. Wie het stevigst zijn mening verkondigt, heeft het goed gedaan.
Iemand zwartmaken: iemands reputatie beschadigen. Het ziet zwart van de mensen: het zijn zo veel mensen dat ze een zwarte massa vormen. Op de zwarte lijst staan: niet (meer) vertrouwd worden, verdacht of uitgesloten worden.
De uitdrukking "Voor een dubbeltje op de eerste rij/rang (willen) zitten" betekent: iemand krijgt (of wil krijgen) meer voor zijn geld dan hij op grond van de betaalde prijs mag verwachten. De uitdrukking "Hoe een dubbeltje rollen kan" betekent: hoe iets een onverwacht verloop kan kennen.
Wat kun je een wensen en verwachtingen hebben hoe anderen jou zouden moeten behandelen. En zulke wensen worden gaandeweg heel makkelijk eisen naar anderen toe. En die eisen lopen onherroepelijk uit op teleurstelling.
bluffen, brallen, grootspreken, hoog opgeven, koketteren met, ophakken, opscheppen, opsnijden, pralen, pronken, snoeven, stoffen, te koop lopen met.
Eene spaak in het wiel steken,
d.w.z. iets door een onvoorzienen hinderpaal beletten; eig. door plotseling eene spaak in het wiel te steken beletten dat het voortdraait, zoodat de wagen moet blijven stil staan.
Wie de plank misslaat heeft het mis: hij beoordeelt iets verkeerd, geeft een verkeerd antwoord of maakt een opmerking die verkeerd valt.