Zowel het ga je goed als het gaat je goed is correct, maar er is een verschil in betekenis. Het ga je goed betekent 'Ik hoop dat het je goed zal gaan'. De werkwoordsvorm ga is een aanvoegende wijs. We drukken daarmee onder meer een wens uit.
De zin kan ook met anderen worden gecombineerd: 'Het ga jullie/hem/ons/hun goed! ' ('ik wens dat het jullie, hem, ons, hun enz. goed zal gaan'). 'Het gaat je goed' is op zichzelf overigens ook een goede zin, maar dat is geen wens.
De werkwoordsvorm ga is hier een aanvoegende wijs. De aanvoegende wijs heeft in de derde persoon enkelvoud geen -t als uitgang.
Nee. Zowel in de gebiedende wijs enkelvoud als in de gebiedende wijs meervoud schrijven we alleen de stam van het werkwoord, dus: word lid en lever nu uw bijdrage.
We schrijven ervoor aan elkaar als het een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord.
Juist is: 'Die heeft te veel gegeten. ' Als te veel 'meer dan nodig' betekent, staat er een spatie tussen te en veel. Als het teveel 'het overschot' betekent, is het wél één woord.
U is een persoonlijk voornaamwoord, de beleefdheidsvorm van de tweede persoon enkelvoud. In de tweede persoon enkelvoud komt er een t achter de stam (vind). Je krijgt dan: u vindt. Ook wanneer het onderwerp u ná het werkwoord komt, schrijven we een t achter de stam: wat vindt u van de nieuwe minister?
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
' Er komt geen t achter het werkwoord. Meld is een gebiedende wijs. De gebiedende wijs is in het hedendaagse Nederlands gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord. Je voegt er dus geen t aan toe.
Zijn heeft echter een onregelmatige gebiedende wijs: wees. Sommige taalgebruikers vormen de gebiedende wijs van zijn volgens de gewone regel: de eerste persoon enkelvoud is (ik) ben, dus gebruiken ze ben. Dat is echter geen standaardtaal.
General Availability Kenmerk van een softwareversie die algemeen verspreid wordt.
Het rijtje ik, jij, hij, zij
Dat zijn de persoonlijke voornaamwoorden die het onderwerp van de zin zijn. Daarom worden ze ook wel de onderwerpsvorm genoemd. De bekendste van dit rijtje zijn 'ik', 'jij', 'hij' en 'zij'.
Het FGA is het acroniem van « federaal geschiktheidsattest ». De kandidaten voor een betrekking als brandweerman (vrijwilliger of beroeps) moeten houder zijn van een federaal geschiktheidsattest van het basiskader of van het hoger kader.
Een korte, standaardreactie geven. Reageer met 'Prima, bedankt' of 'Alles is oké, bedankt'. Je kunt deze reacties gebruiken als je met iemand die je niet goed kent praat in een sociale situatie, zoals een kennis op een feestje of iemand die je ergens onderweg hebt ontmoet.
Neem de problemen van de andere persoon serieus en luister begripvol. Wat voor jou iets kleins lijkt, kan voor iemand anders heel belangrijk zijn. Zeg dus niet “Zo erg is het toch niet” of “Gewoon niet meer aan denken”. Je kan wel zeggen "Dat moet lastig voor je zijn”.
U is als onderwerp gaan fungeren en dat leidde tot stam + t. Ook in 'Houdt u toch uw hoofd erbij! ' is daarom stam + t juist: houdt. Je kunt het verschil tussen houd en houdt weliswaar niet horen, maar een werkwoord als houden wordt hetzelfde behandeld als een werkwoord als gaan.
Meld u aan is een gebiedende wijs of imperatief. De gebiedende wijs wordt uitgedrukt door de stam van het werkwoord en wordt gebruikt zonder onderwerp. Een gebiedende wijs als meld u aan zorgt weleens voor spelproblemen doordat het wederkerend voornaamwoord u achter de werkwoordsvorm staat.
De gebiedende wijs: word wakker of wordt wakker? De gebiedende wijs is eigenlijk een zin zonder onderwerp waarin je iemand iets beveelt. 'ga naar school', 'meld u aan', 'bestel een broodje'... Eigenlijk is het heel simpel: je kan hier nooit 'dt' zien staan, want in de gebiedende wijs moet je nooit een 't' toevoegen.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
Zo kun je de dt-regels voor de tegenwoordige tijd onthouden met het volgende ezelsbruggetje: ik drink nooit thee, jij drinkt soms thee en hij drinkt altijd thee. In plaats van thee kun je denken aan de letter t, die je bij ik bijvoorbeeld nooit gebruikt. Je schrijft dus ik word in plaats van *ik wordt.
Bij de regelmatige werkwoorden is de regel voor de jij-vorm ik-vorm + t: jij loopt – jij werkt – jij wordt – jij vindt. Maar als het werkwoord vóór jij staat, vervalt die t: loop jij – werk jij – word jij – vind jij.
'Word' gebruik je in de gebiedende wijs en wanneer je de ik-vorm gebruikt. 'Wordt' gebruik je bij de hij/zij/het-vorm.
Als het onzekere element door een ander woord in de zin wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld door het hulpwerkwoord zou(den), is zowel als als dat mogelijk. Beide zinnen betekenen dan hetzelfde. Zou je het goed vinden dat / als ik je een nieuwe versie bezorg? Ik zou het fijn vinden dat / als je kunt komen.
Ik word en word ik zijn allebei zonder t. Als je de ik-vorm van een werkwoord vormt in de tegenwoordige tijd, voeg je geen t toe aan de stam. Het maakt niet uit of het onderwerp ik vóór of achter het werkwoord (de persoonsvorm) staat.