Het eenmalig vergeten veroorzaakt nog geen problemen, maar beperk dit tot een minimum. U kunt alsnog de vergeten dosering innemen. Het goed functioneren van de mechanische klep hangt mede af van het correct innemen van de bloedverdunners, dus vergeet het niet!
Ontdekt u pas de volgende dag dat u een pil bent vergeten? Neem dan contact op met de trombosedienst om te bespreken wat u moet doen. Misschien moet de hoeveelheid bloedverdunner aangepast worden. Of misschien moet u uw bloed sneller laten controleren.
Voor de andere bloedverdunner zal, afhankelijk van uw risicoprofiel, besloten worden of de behandeling voortgezet wordt. Het kan dus zijn dat u na een jaar te horen krijgt dat u mag stoppen met één van de bloedverdunners. Dit is meestal het geval als u geen verhoogd risico heeft om opnieuw een hartinfarct te krijgen.
Doorgaans geven artsen het advies om één keer per dag een dosis in te nemen, best telkens op hetzelfde moment, bijvoorbeeld 's avonds. Op die manier kan de dosis nog aangepast worden naargelang het resultaat van je bloedtest. Als je een dosis vergeet in te nemen, kun je alsnog dezelfde dag een dosis innemen.
De werking van acenocoumarol houdt enkele dagen aan, bij fenprocoumon tot 2 weken. Directe Orale Anti Coagulantia (DOAC) werken anders dan VKA's: zij hebben rechtstreeks invloed op één van de stollingseiwitten (trombine en stollingsfactor Xa). Artsen schrijven DOAC voor aan een beperkte groep patiënten.
Mag ik andere medicijnen gebruiken als ik een bloedverdunner (cumarine) gebruik? Gebruik geen pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac, acetylsalicylzuur (aspirine) of celecoxib. Dit zijn NSAID's of ontstekingsremmers. Deze medicijnen maken de kans groter dat u een bloeding in uw maag en darmen krijgt.
Wie bloedverdunners slikt, moet oppassen met vitamine K. Deze vitamine is nodig voor de aanmaak van stollingseiwitten. De meest gebruikte bloedverdunners (acenocoumarol en fenprocoumon) zijn vitamine-K-antagonisten: ze vangen vitamine K weg en zorgen ervoor dat je minder stollingseiwitten maakt.
Het is daarom raadzaam om alcohol zoveel mogelijk te vermijden wanneer je bloedverdunners gebruikt. Net als alcohol hebben veelgebruikte pijnstillers zoals aspirine en ibuprofen een 'bloedverdunnende' werking. Ook mensen met leverproblemen lopen een verhoogt risico.
De antistollingsbehandeling op zichzelf is geen reden om de zon te vermijden. Wel kunnen eventuele extreem hoge temperaturen die daar soms mee gepaard gaan indirect invloed hebben, bijvoorbeeld door veel vochtverlies. Misschien gebruikt u wél andere medicatie waarbij het niet zo verstandig is om in de zon te liggen.
Slik je bloedverdunnende medicijnen? Pas dan op met pijnstillers. Bij langdurig gebruik (langer dan vier dagen) en in hoge dosering (4g per dag) van paracetamol kan de werking van orale bloedverdunners worden versterkt.
Het korte antwoord: ja, dat kan. “Als iemand bloedverdunners gebruikt voor de behandeling van trombose, longembolie of boezemfibrilleren, en diegene neemt de medicatie zorgvuldig alle dagen in, is de kans om trombose of longembolie te krijgen laag”, aldus dr. Gerdes.
Trombocytenaggregatieremmers, ook wel plaatjesremmers. Dit worden in de volksmond ook wel de 'lichte' bloedverdunners genoemd. Deze tabletten zorgen ervoor dat de bloedplaatjes, die een rol hebben in de stolling van het bloed, minder snel samenkleven.
Persantin (Dipyridamol): Dit is een bloedverdunner die in combinatie met Ascal wordt gegeven. Bijwerkingen kunnen zijn: hoofdpijn, duizeligheid, diaree, lage bloeddruk en spierpijn.
Deze middelen blokkeren stollingsfactoren en werken vrijwel direct (na ± 20 min.). De werkingsduur is kort 12-24 uur. Ze worden vaak gegeven na een ingreep ter voorkoming van trombose of ter “overbrugging” bij start of tijdelijk staken van een VKA.
Lang(er) doorbehandelen met de gebruikelijke twee bloedverdunners verlaagt bijvoorbeeld het risico op stollingsproblemen (nieuw hartinfarct, stolling in de stent), maar het verhoogt tegelijkertijd wel het risico op bloedingen.
Inmiddels zijn NOAC's de eerste keus bij atriumfibrilleren en bij de behandeling/preventie van diepveneuze trombose en longembolie. Bij atriumfibrilleren blijkt er zelfs een mortaliteitsvoordeel ten opzichte van vitamine-K-antagonisten (VKA's). Alle NOAC's halveren de kans op een intracraniële bloeding.
Bepaalde medicijnen kunnen de bloedstolling verstoren en zo voor blauwe plekken zorgen. Een bekend voorbeeld zijn bloedverdunners. Deze medicijnen beïnvloeden de dikte van uw bloed en de aanmaak van bloedplaatjes.
Groene of zwarte thee drinken verlaagt de bloeddruk en verkleint de kans op een beroerte, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Met 3 koppen thee per dag heb je al gezondheidsvoordeel. Groene en zwarte thee zijn verkrijgbaar in smaken als citroen, bosvruchten, earl grey, ceylon, Engelse melange et cetera.
Gember kan de suikerspiegel in het bloed verlagen (3) en bloedverdunnend effect hebben (3). Aan mensen die hier al 'klassieke' medicatie (vooral bij warfarine, fenprocoumon en salicylaten als aspirine) (4) voor nemen, wordt aangeraden het gebruik zeker te melden aan hun arts.
Sporten zoals vechtsporten, gewichtheffen en parachutespringen worden tijden de behandeling met bloedverdunners afgeraden.
(Novum) - Een stof in rode wijn zorgt ervoor dat bloed minder snel klontert. Daardoor verkleint het risico van hart- en vaatziekten. De zogeheten polyfenolen in de wijn remmen via een speciale receptor bloedplaatjes af, zodat het bloed minder snel stolt.
Het duurt ongeveer 1,5 uur voordat een standaardglas alcohol uit je bloed is. Dus drink je tussen 6 en 7 uur 's avonds drie glazen wijn, dan is de alcohol om ongeveer half 11 uit je bloed. Hoelang het precies duurt, verschilt per persoon. Er bestaan geen speciale middelen om de afbraak van alcohol te versnellen.
Chocola heb je in vele variaties, maar voor je gezondheid moet je pure chocolade hebben. Het gunstige effect van flavonolen is een gevolg van hun bloedverdunnende eigenschappen. Ze gedragen zich wat dat betreft in het lichaam ongeveer hetzelfde als aspirine.
Niet combineren. Magnesium: magnesium is een antagonist van calcium en kan de biologische beschikbaarheid van calcium verder verlagen en hierdoor de werking van calcium-antagonisten versterken (en het risico op bijwerkingen vergroten). Niet combineren.