Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Tijdens de operatie bent u onder narcose en is uw hele lichaam verdoofd. Doordat u tijdelijk buiten bewustzijn bent, merkt u niets van de operatie. Na afloop herinnert u zich ook niets van de operatie. Tijdens de narcose controleren de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker uw ademhaling, hartslag en bloedsomloop.
De anesthesioloog gebruikt hiervoor een combinatie van medicijnen, zoals slaapmiddelen, pijnstillers en soms ook spierverslappers. Deze schakelen tijdelijk het bewustzijn, de pijngevoeligheid en de spierkracht in het hele lichaam uit. De medicijnen worden toegediend via een infuus of een mondkapje.
Anesthesie is tegenwoordig zeer veilig en wordt zelfs door oude patiënten en patiënten met meerdere aandoeningen goed verdragen. Maar direct na een narcose is de patiënt niet meteen “de oude”. Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Kan ik toch pijn voelen ondanks de verdoving? Het is mogelijk dat de verdoving onvoldoende werkt. Bij regionale anesthesie kunt u dat zelf aangeven, maar ook bij narcose hoeft u zich geen zorgen te maken. De anesthesioloog en de anesthesiemedewerker houden u gedurende de hele operatie goed in de gaten.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.
Als de paniek groot is, stellen we soms voor de anesthesie snel te starten. Graag, zeggen patiënten dan vaak.” Bij extreme angst die zich al voor de datum van de operatie openbaart, kan psychologische begeleiding nuttig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van gedragstherapie.
“Aan het begin van de narcose geven we altijd wat extra zuurstof, zodat we rustig de beademingsbuis kunnen inbrengen. Hetzelfde gebeurt aan het eind. Dan heeft de patiënt een buffertje bij het wakker worden.”
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Over het algemeen bent u vrij snel wakker. Als alles stabiel is mag u na een bepaalde tijd (minimaal 30 minuten) terug naar de verpleegafdeling. U kunt hier meer lezen over pijnbestrijding na de operatie.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen.
Waarschijnlijk ken je de afdeling PACU onder de naam 'uitslaapkamer'. Hier worden patiënten voor en na een operatie extra bewaakt (maximaal 24 uur) voordat ze terug gaan naar de verpleegafdeling, de Medium Care of de Intensive Care.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
Samenvatting. Na een behandeling onder algehele anesthesie kunnen tijdelijke geheugenstoornissen optreden en pre-existente geheugenstoornissen verergeren. In de literatuur wordt een frequentie van postoperatieve cognitiestoornissen van tussen de 10 en 50% gesteld.
Wij vragen u • geen nagellak en/of make-up te gebruiken omdat anders de controle- apparatuur niet werkt. De anesthesist ziet namelijk aan de natuurlijke kleur van uw huid en nagels hoe uw lichame- lijke conditie is.
U kunt overgevoelig zijn voor het roesje. Geef altijd uw allergieën door aan de verpleegkundige voor het onderzoek start! Ook kunt u minder gevoelig zijn voor het roesje. Het regelmatig gebruiken van slaapmiddelen, pijnstillers of alcoholische dranken kan de werking van het roesje verminderen.
Dat kan door de narcose komen. Die gooit het concentratievermogen soms danig overhoop. Kan tijdelijk zelfs vergeetachtig maken. Maar ook de emoties die met een operatie gepaard gaan, maken ons vermoeid en ongeconcentreerd.
Keelpijn. Komt voor bij ongeveer 1 op 100 verdovingen, enkel bij algemene anesthesie. Keelpijn treedt soms op na algemene anesthesie omdat een buis in de luchtweg of in de maag werd geplaatst. Dit pijnlijke gevoel kan enkele uren tot dagen duren, maar kan behandeld worden met zuigtabletjes of mondspoelingen.
Aan beide vormen van anesthesie zitten voor- en nadelen. Evident voordeel van de ruggenprik is dat je met de arts kunt communiceren en zo goed geïnformeerd bent wat hij/zij doet. Een nadeel kan zijn dat de ruggenprik niet helemaal goed werkt en je alsnog onder volledige narcose moet worden gebracht.
De middelen die voor een narcose worden gebruikt zijn slaapmiddelen, spierontspanners en pijnstillers. Ook wordt er vocht toegediend. Slaapmiddelen (anesthetica) worden meestal als eerst toegediend. Dit gebeurt meestal via een infuus.