De teller en de noemer van een breuk worden los van elkaar geschreven: /3: een derde.
En volgens de witte spelling is het tweederde, zonder spatie.
Volgens de officiële spelling schrijf je breuken als 'een derde', 'drie vierde', dus met een spatie. De Spellingwijzer van Onze Taal (2015, niet de officiële spelling) zegt dat 'eenderde' en 'drievierde' de juiste schrijfwijze is, dus zonder spatie.
(twee derde), ook geschreven als 2/3 (2/3) en 2:3. We noemen zulke getallen breuken. We schrijven het als een streep, de breuk- of deelstreep, met een getal erboven en een getal eronder.
Met de hoofdtelwoorden een en drie corresponderen de rangtelwoorden eerste en derde. Voor het schrijven van rangtelwoorden in cijfers zijn twee systemen in gebruik. Aan het cijfer kan alleen een e toegevoegd worden, ofwel -ste/-de: 1e, 2e, 3e of 1ste, 2de, 3de.
Elk kind krijgt dan een derde pannekoek want één gedeeld door drie is gelijk aan een derde; 1 : 3 = 1/3. Een derde stuk pannekoek is een afgebroken stuk van een hele pannekoek. Het is minder dan één pannekoek. Je hebt de pannekoek gedeeld in stukken.
Alle flesjes zijn nog voor tweederde vol. Alle flesjes zijn nog voor twee derde vol. Voor dit besluit is een viervijfde meerderheid vereist. Voor dit besluit is een vier vijfde meerderheid vereist.
3/4 deel = 0,75 × 100 % = 75 %
In de Nederlandse taal gebruiken wij de 4de. Deutsch: 4. | Bekijk of het der of die 4. is. Français: 4e | Bekijk of het Le o La 4e is.
De teller en de noemer van een breuk worden los van elkaar geschreven.
Op 'een' worden accenttekens gezet als het om het telwoord gaat én als het telwoord met het lidwoord verward kan worden. De accenttekens worden ook gezet als het telwoord speciale nadruk krijgt: één, niet twee of meer. De twee lettertekens vormen één klank.
1) voor drie van de vier delen, voor drie vierde deel
`Driekwart van de bevolking wil een rookverbod.
De teller en de noemer van een breuk worden los van elkaar geschreven: /3: een derde. /5: twee vijfde(n)
In niet-gespecialiseerde teksten is het gebruikelijk om euro (met kleine letter) voluit te schrijven of het euroteken (€) te gebruiken. In Nederlandstalige teksten wordt € voor het bedrag gezet, met een spatie ertussen.
Driekwart is een breukgetal en de benaming voor ¾. Driekwart is een term waarmee iets wordt aangeduid als er een kwart van ontbreekt, anders gezegd: drie maal een kwart of drie gedeeld door vier. Driekwart wordt als één woord, dus als één begrip gezien.
Driekwart kan altijd aaneengeschreven worden, zowel bij bijvoeglijk als bij zelfstandig gebruik. Driekwart is bijvoeglijk gebruikt als er onmiddellijk een zelfstandig naamwoord op volgt. Bij bijvoeglijk gebruik schrijven we driekwart altijd aaneen.
De volgende getallen schrijf je uit in woorden:
Honderdtallen tot duizend (tweehonderd, zevenduizendste) Duizendtallen tot en met twaalfduizend (tweeduizend, tienduizend)
Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33... Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.) Dit is logisch, aangezien een 'geheel' steeds 100 % is. 1/3 daarvan is 33,33...
Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
Richtlijnen voor het schrijven van getallen voluit in letters. In een 'lopende tekst' schrijf je getallen tot twintig voluit. Getallen boven de twintig schrijf je in cijfers, dus: drie, acht, achtste, 21. De tientallen tot honderd schrijf je echter ook voluit: dertig, vijftig, 110, tachtigste.
De Europese munteenheid is de euro, met een kleine letter. In de constructie 'een bedrag in ...' heeft het meervoud de voorkeur: 'een bedrag in euro's'.