Het antwoord is: de doek (lap).
Beide aanwijzend voornaamwoorden zijn mogelijk.
I het doek zelfst. naamw. Uitspraak: [duk] Verbuigingen: doek|en (meerv.) 1) textiel Voorbeeld: `zeildoek`Synoniem: stof 2) gordijn op het podium theater Voorbeeld: `Als het toneelstuk begint, gaat het d...
Is het de of het doel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het doel.
Het antwoord is: het plan (schets, tekening).
Het antwoord is: de opdracht.
d.w.z. ontzag hebben, prestige hebben; eig. gezegd van bladeren, die door den wind opgejaagd en weggewaaid worden, voor den wind wegvliegen; vgl. Harreb.
Het meervoud van plan is 'plannen'.
Onder plannen (spreek uit 'plennen') verstaan we: uitgaande van de huidige situatie vaststellen van in de toekomst gewenste resultaten en de daarvoor benodigde activiteiten, mensen en middelen.
Factuur is een vrouwelijk de-woord. Een bijvoeglijk naamwoord bij factuur krijgt altijd een buigings-e: de onbetaalde factuur, een onbetaalde factuur, onbetaalde factuur. Stuur de factuur maar naar mijn huisbaas.
Het antwoord is: de mail.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het gesprek.
Kopiëren is het maken van een duplicaat van een origineel. (Reproduceren is een aanverwant, maar breder begrip dat tevens het geheel 'opnieuw hercreëren' omvat.)
klank die we horen tussen de woorddelen* in sommige samenstellingen* en afleidingen*. Voorbeelden: de /s/ tussen station en gebouw in stationsgebouw, de toonloze /ə/*, soms uitgesproken als /ən/, tussen eeuw en oud in eeuwenoud, de toonloze /ə/ tussen vrucht en loos in vruchteloos.
terugvinden = terugvinden werkw. Uitspraak: [təˈrʏxfɪndə(n)] Verbuigingen: vond terug (verl. tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft teruggevonden (volt.
Wij is in het Nederlands het persoonlijk voornaamwoord voor de eerste persoon meervoud in de onderwerpsvorm. De onbenadrukte (gereduceerde) vorm is we. De tegenhanger van deze twee vormen in de voorwerpsvorm is ons.
Hoe langer je wacht, hoe rooier je wordt.