Zijn de bewezen feiten strafbare feiten? Deze vraag komt erop neer dat de bewezenverklaarde feiten daadwerkelijk in de wet als strafbaar zijn gekwalificeerd. De rechtbank kan bijvoorbeeld wettig en overtuigend bewijzen dat een verdachte zijn tanden heeft gepoetst, maar dit feit staat niet in de wet als strafbaar feit.
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Indien uit het bewezen verklaarde volgt dat de verdachte één uit meer strafbare feiten heeft begaan, dan kan de rechtbank het bewezen verklaarde feit alternatief kwalificeren indien dat in het belang is van een goede strafrechtspleging.
Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum. Bij huiselijk geweld kan dit bewijs bijvoorbeeld bestaan uit een aangifte en een proces-verbaal van bevindingen van de politieagenten die bevestigen dat de aangeefster letsel had.
Feiten waarvoor een strafbeschikking opgelegd kan worden
Dat zijn strafbare feiten als: eenvoudige mishandeling, winkeldiefstal, openbare dronkenschap, bedreiging, rijden onder invloed, ordeverstoring, bedelen, en vandalisme.
Vier voorwaarden voor strafbaarheid
menselijke gedraging; 2.delictsomschrijving; 3.wederrechtelijkheid; 4.schuld.
procesrecht (strafprocesrecht) - feiten en omstandigheden die de strafrechter wettig en overtuigend bewezen acht.
Volgens het Nederlandse strafrecht kan iemand alleen veroordeeld worden als er wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor zijn of haar schuld.
Grote hoeveelheid informatie. Nadat een smartphone (rechtmatig) is ontgrendeld heeft de politie in beginsel toegang tot alle informatie op het apparaat. De gemiddelde smartphone bevat informatie over locaties en bezigheden van een verdachte. Op die manier kan er een enorme hoeveelheid privégegevens worden uitgelezen.
Een gekwalificeerd delict is een ernstigere vorm van een delict waar een zwaardere straf op straat. Een gekwalificeerd delict ten opzichte van doodslag is moord: het opzettelijk doden van iemand met voorbedachten rade, oftewel met een van tevoren uitgedacht plan om daadwerkelijk iemand te vermoorden.
Het beginsel van de grondslagleer stelt dat de rechter die een uitspraak moet doen, gebonden is aan de tenlastelegging. Zie artt. 348 en 350 Sv. Deze leer is vooral relevant voor de beantwoording van de 1e vraag van art.
In de rechtszaal treedt de officier van justitie op als aanklager. Hij vertelt aan het begin van de zitting waarvoor de verdachte terecht staat (tenlastelegging) . De rechter stelt hierna vragen aan de verdachte en eventueel aan getuigen.
De wettige bewijsmiddelen staan opgesomd in artikel 339 Sv. Als wettig bewijsmiddel hebben te gelden: de eigen waarneming van de rechter, de verklaringen van verdachten, getuigen en deskundigen en schriftelijke bescheiden. Alleen door de wet erkende bewijsmiddelen zijn voor het bewijs bruikbaar.
Diefstal, mishandeling en rijden onder invloed zijn voorbeelden van misdrijven. Openbare dronkenschap en onverzekerd rijden zijn voorbeelden van overtredingen. Ook grove snelheidsovertredingen en ernstige verkeersovertredingen kunnen strafrechtelijk worden afgehandeld.
Om tot een bewezenverklaring te komen, moet er sprake van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De eis dat er voldoende wettig bewijs is, houdt in dat er een minimum aan bewijs aanwezig moet zijn in het dossier om een verdachte te kunnen veroordelen.
maximaal 2 keer 3 dagen inverzekeringstelling; maximaal 14 dagen bewaring; maximaal 90 dagen gevangenhouding.
Mishandeling is een strafbaar feit, een zogenoemd misdrijf. Iets waarvoor u kunt worden gestraft door de rechter.
Het 'intrekken van een verklaring' wordt vaak gewenst door verdachten, maar dat gaat zomaar niet. Een rechter zal dan vragen waarom u de verklaring wil intrekken, en verklaringen als: 'Ik ben door de politie onder druk gezet', of ' Ik begreep het niet', zullen u doorgaans niet redden.
Onvergankelijkheid is een begrip dat in de Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters-orthodoxe kerken wordt gebruikt wanneer een menselijk lichaam na overlijden jarenlang uitzonderlijk goed bewaard blijft, en dit niet verklaard kan worden door externe omstandigheden of menselijk ingrijpen.
Daderkennis of daderwetenschap is informatie die alleen de dader van een misdrijf ter beschikking kan hebben. Als iemand daderkennis heeft, dan is dat een duidelijke aanwijzing dat hij de dader is. Voorbeelden van daderkennis zijn: de plaats waar de buit is verstopt, de wijze waarop de moord is gepleegd.
Een dader die een poging tot een bepaald misdrijf doet en vrijwillig terugtreedt, is niet strafbaar (art. 46b Sr, art. 48b Sr BES). Het moet echter gaan om een spontane vrijwillige terugtreding.
Denk bij een misdrijf aan mishandeling, een zedenmisdrijf zoals ontucht of verkrachting, diefstal, oplichting, een economisch delict, drugshandel, moord of doodslag.