' Het meervoud jaren is het gebruikelijkst. hierbij aan. Een aantal jaar is ook juist. Het enkelvoud sluit aan bij combinaties als twee jaar en twintig jaar (en ook bijvoorbeeld drie kwartier en vijf uur).
Na een onbepaald telwoord gebruiken we 'jaren'. Ook 'een aantal jaar' komt voor, maar dat is minder gebruikelijk. Als het telwoord gevolgd wordt door een bijvoeglijk naamwoord, is het altijd 'jaren'.
Zowel een aantal jaar als een aantal jaren is correct, maar een aantal jaren is het gebruikelijkst. De tijdsaanduidende zelfstandige naamwoorden kwartier, uur en jaar staan meestal in het enkelvoud na een bepaald telwoord en na hoeveel, zoveel en een paar.
De jaren '70 (met apostrof) is alleen goed als het een verkorte weergave is van bijvoorbeeld de jaren 1970 of de jaren 1870. De apostrof is een teken dat er iets is weggelaten. Dat gebeurt vaak bij specifieke jaartallen: 'Zij is van '46, van vlak na de bezetting van '40-'45 dus.
Correct is het afgelopen anderhalf jaar. In combinaties met anderhalf en half staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Dat geldt ook voor tijdsaanduidingen met het woord afgelopen. Bij het zelfstandig naamwoord staat het lidwoord de of het, overeenkomstig het geslacht van het woord.
De teller en de noemer van een breuk worden los van elkaar geschreven: /3: een derde. /5: twee vijfde(n)
De correcte spelling is twee en een half. Als het lidwoord een in twee en een half, vier en een half enzovoort wegvalt, is de correcte spelling tweeënhalf, vierenhalf enzovoort.
De jaren 30 staat voor 'de jaren dertig van de twintigste eeuw'. In deze constructie staat geen apostrof, omdat er voor 30 niets is weggelaten. Hetzelfde geldt voor de jaren 20, de jaren 40, de jaren 50 enzovoort.
Beide vormen zijn correct. Volgens sommige taalgebruikers is 'zestiger jaren' letterlijk vertaald Duits. Daarom zeggen we bij voorkeur: jaren zestig.
Zowel de jaren tachtig als de tachtiger jaren is correct. De jaren tachtig is het gebruikelijkst. Hetzelfde geldt voor de jaren twintig / de twintiger jaren, de jaren dertig / de dertiger jaren enzovoort.
Antwoord. In de standaardtaal wordt hier de meervoudsvorm maanden gebruikt.
Een aantal jaar is ook juist. Het enkelvoud sluit aan bij combinaties als twee jaar en twintig jaar (en ook bijvoorbeeld drie kwartier en vijf uur). Met een aantal jaar kun je iets meer nadruk leggen op de periode als geheel, met een aantal jaren meer op de afzonderlijke jaren.
En 'naar' betekent ook 'volgens' of 'zoals': 'naar mijn mening' en 'naar aanleiding van'. 'Na' is het tegenovergestelde van 'voor': 'voor de koffie'/'na de koffie'. En het betekent ook 'nabij': mijn moeder ligt mij na aan het hart.
Over bekendste en meestgebruikte benamingen bestaat consensus: 12½ jaar is koper, 25 jaar zilver, 50 jaar is goud en 60 jaar is diamant. De andere tijdsaanduidingen hebben soms meerdere benamingen - en sommige daarvan hebben meerdere betekenissen.
Als we korte vormen zoals de jaren negentig in cijfers schrijven, zijn er twee mogelijke schrijfwijzen: de jaren 90 of de jaren '90. In combinaties met een van-bepaling, bijvoorbeeld de jaren 90 van de vorige eeuw of de jaren 90 van de twintigste eeuw, mag er nooit een apostrof staan.
Met 40 jaar getrouwd zijn jullie daar nog net niet, maar er hoort wel een andere mooie materiaalsoort bij. Een 40 jarig huwelijk noem je namelijk ook wel het robijnen huwelijk.
Antwoord. In gewone lopende tekst en bovenaan in een brief heeft 14 april 2011 de voorkeur. De verkorte notatie krijgt streepjes of punten: 14-04-2011, 14.04.2011.
Zestiger jaren / de jaren zestig.
Jaren 10 verwijst naar het tweede decennium van een eeuw. Meer specifiek kan het, in de christelijke jaartelling, staan voor: 10-19. 110-119.
De jaren 1980-1989 (van de christelijke jaartelling) zijn een decennium in de 20e eeuw.
De teller en de noemer van een breuk worden los van elkaar geschreven. Breuken maken soms ook deel uit van een samenstelling. In dat geval wordt het geheel aan elkaar geschreven.
Jaartallen volgen dezelfde regels voor aaneenschrijven als gewone telwoorden. Correct is dus vijftienhonderd(en)zes, negentienhonderddrieënnegentig en tweeduizend (en) vier.
met -enhalf erachter, zonder spaties: tweeënhalf, drieënhalf, vierenhalf, achtenhalf, twaalfenhalf, zeventigenhalf. met en een half, in losse woorden, erachter: twee en een half, drie en een half, vier en een half, acht en een half, twaalf en een half, zeventig en een half.