De hele plant zit boordevol pyrrolizidine alkaloïden (PA's). Het grootste slachtoffer van deze giftige stofjes is uw lever. De giftigheid uit zich vooral in een leverziekte, die 'veno-occlusieve ziekte' wordt genoemd en onomkeerbaar is.
De plant heet Groot hoefblad omdat het blad groter is dan het blad van een familielid dat er op lijkt, het Klein hoefblad. Al bij de oude Grieken werd Groot hoefblad, dus al vanaf zo´n 100 jaar vóór Christus, als geneesplant gebruikt. Het blad werd gebruikt voor zalven tegen huidzweren. De plant is niet eetbaar.
Groot hoefblad is het beste te bestrijden door deze vóór de bloei af te maaien. De plant zal telkens terugkomen, maar op termijn raakt de plant uitgeput.
Het klein hoefblad houdt van bewerkte, geploegde en leemachtige grond. Zoals al hierboven beschreven werd het klein hoefblad gebruikt als medicijn om hoesten tegen te gaan, maar inmiddels is duidelijk dat de plant giftig is, namelijk de plant zorgt voor leverschade en is kankerverwekkend.
Klein Hoefblad is een overblijvend wortelonkruid dat in het najaar kiemt. Het is een algemeen voorkomend kruid in bermen, akkers, greppels en op plaatsen met kaalslag.
Voor en tijdens de bloei is de hondsdraf eetbaar als kruid. Vers sap van hondsdraf geeft een heerlijk aroma aan soepen en sla. Jonge blaadjes kan men als spinazie eten. In soepen, omelet en stamppot is het kruid lekker.
De oplossing is niet zo moeilijk. Leer hoe onkruid er uit ziet en de rest van de planten is dan geen onkruid. Bij twijfel kan je het beste wachten tot de plant groot genoeg is of gaat bloeien. Een volgroeide plant is vaak beter te herkennen en is het onkruid dan kan het alsnog gewied worden.
Groot hoefblad is makkelijk te herkennen aan zijn lange stengel en daarop een volle bos bladeren. Deze plant wordt ook gezien als moeilijk onkruid omdat de wortelstokken lastig te verwijderen zijn. Daarom wordt deze plant door mensen allemansverdriet genoemd.
Klein hoefblad is een echte pioniersoort en je vindt Klein hoefblad op vochtige, zeer voedselrijke grond, die omgewerkt is en meestal kalkhoudend en soms tegen het brakke aan. Je vindt de soort dan ook op zandige oevers van rivieren, langs bermen, akkerranden en dergelijke.
Vooral op vochtige, voedselrijke, licht beschaduwde plekken, zoals op de aanspoelselgordels langs beken, de benedenrivieren en de Randmeren, komen massavegetaties voor met bladen tot wel een meter in doorsnee. Daarnaast groeit Groot hoefblad langs vijvers, sloten en kanalen, al dan niet tussen de stenen beschoeiing.
Niettemin moet in Vlaanderen op grond van artikel 43 en 44 van het federale KB van 19 november 1987 de bloei, de zaadvorming en het uitzaaien belet worden van vier soorten distels die voor de landbouw “schadelijk” worden geacht. Het gaat om Akkerdistel, Speerdistel, Kale Jonker en Kruldistel.
Brandnetels prikken om zichzelf te beschermen tegen planteneters. Aan de bladeren en stengels van de plant zitten brandharen waarin een stofje zit. Zodra je in contact komt met de plant, dan breekt er een stukje van de brandharen af en komt het stofje in je huid. Dit veroorzaakt de jeuk en rode bultjes op je huid.
Alleen de bladstelen worden gegeten. Deze worden in stukken van 2 cm gesneden en met weinig water gekookt. Als de stukken geheel in vezels uit elkaar vallen is de rabarber klaar. Rabarber kan warm of koud worden gegeten.
Zevenblad groeit op heel wat plekken. Je vindt de plant in beschaduwde wegbermen, heggen, tuinen, sloten akkerranden, … op vochtige voedselrijke grond.
De buddleja is niet giftig en daardoor ook geschikt voor tuinen, waarin kinderen spelen. Het afsnijden van de uitgebloeide bloemen bevordert een verdere bloeiperiode. Bij goede groei- en weersgesteldheid kan de buddleja een hoogte tussen de 2 en 3 meter bereiken.
Hortensia's sieren heel veel tuinen. De bloemen kunnen variëren van roze tot blauw. Toch zijn deze prachtige bloemen giftig voor honden; het voordeel is dat ze niet snel een hapje zullen nemen van deze klassieke tuinplant.
Heermoes is te vinden op voedselrijke omgewerkte grond in akkers, bermen, grasland, langs spoorwegen en in tuinen. Soms vind je de soort ook in loofbossen.
Bestrijding: Het onkruid der onkruiden. De ultieme nummer 1, de Japanse duizendknoop. Deze invasieve soort is niet te bestrijden. Toch zijn er mogelijkheden om de plant te bestrijden, maar dat duurt jaren.
"Denk bijvoorbeeld aan de taxus. Alles daaraan is giftig, behalve het vruchtvlees van de besjes." Andere giftige planten die we vaak in de tuin of in de natuur tegenkomen zijn het vingerhoedskruid, de monnikskap en de berenklauw.
Er zijn vele soorten onkruid. Vooral de wortelonkruiden zijn daarvan het moeilijkst te bestrijden. De zogenaamde wortelonkruiden hebben een gevreesd en breed vertakt wortelgestel. Alleen door deze wortels volledig te verwijderen, kan men de plant uiteindelijk uit de tuin verwijderen.
Er zijn veel planten die giftig zijn voor dieren. Hieronder ook de bosanemoon, dotterbloem, stinkende gouwe, hondsdraf en kruipende boterbloem. Deze 5 worden hier kort besproken.
Hondsdraf, Glechoma hederacea L., is een kruipende plantensoort uit de Lipbloemenfamilie of Lamiaceae. De vierkante stengel kruipt over de bodem en wortelt telkens weer op de knopen. De bladeren zijn niervormig tot rondachtig, gekarteld en met een hartvormige voet.
Veel dieren eten het niet. Voor paarden en muizen is het giftig, koeien hebben er geen problemen mee. Konijnen lusten het niet maar mensen lijken er wel tegen te kunnen.