Een isolator laat geen elektriciteit door omdat alle elektrische deeltjes in de stof een vaste plek hebben. Je kunt voorbeelden noemen van elektrische geleiders. Alle metalen zijn goede elektrische geleiders. Voorbeelden zijn: aluminium, ijzer, staal, nikkel, lood, zink, chroom, tin, zilver, goud, kwik en koper.
Een isolator is een materiaal of medium dat geluid, elektriciteit of warmte tegenhoudt en in het bijzonder een voorwerp van glas, porselein of kunststof waarmee hoogspanningskabels of -draden, telefoondraden en schrikdraad veilig bevestigd kunnen worden, zodat er geen lekstroom loopt en geen overslag optreedt.
Isolatoren zijn stoffen die atomen bevatten waarvan de elektronen stevig gebonden zijn. De verplaatsing van elektronen doorheen het materiaal zal onmogelijk zijn. Bijgevolg kan er geen elektrische stroom doorheen het materiaal vloeien. Goede isolatoren zijn PVC, rubber, porselein, glas, hout, steen, enz..
Dit wijst op een duidelijk verband tussen elektrische geleiding en warmtegeleiding. Metalen die goed warmte geleiden, zoals zilver, geleiden ook goed elektriciteit en andersom. Metalen die relatief slecht warmte geleiden, zoals lood, geleiden ook minder goed elektriciteit.
Alle metalen zijn geleiders. De beste, dat wil zeggen met de kleinste soortelijke weerstand, zijn zilver en koper, omdat hun enige valentie-elektron zich vrijwel als een vrij gas door het kristalrooster beweegt, maar ook aluminium is een goede geleider.
[technologie en techniek] Materiaal dat energie, zoals warmte of elektriciteit, nauwelijks doorlaat. Voorbeelden zijn (droog) hout, plastic, glas en porselein.
Een isolator is een stof die slecht warmte geleid. Lucht is een goede isolator maar als je alleen lucht gebruikt ontstaat er ook stroming. Bij piepschuim is de lucht opgesloten in kleine balletjes waardoor er geen stroming mogelijk is. Andere oplossingen zijn bijvoorbeeld wol of glaswol.
Metalen als aluminium, koper, zilver en goud geleiden elektrische stroom erg goed. Koper wordt daarom op grote schaal als geleider, bijvoorbeeld in stroomdraad, toegepast.
We denken meteen aan metalen en plastic als geleider of isolator. Wat de meesten niet weten is dat (zuiver) water een slechte geleider is! Dat heet weerstand (Ohm). Hoe meer weerstand (dus hoe hoger de Ohm), hoe slechter de elektriciteit erdoor raakt.
Onder normale omstandigheden zal er zeker niet veel stroom lopen. Een haar bestaat vooral uit vaste stof en vloeistof opgesloten in cellen. Er kunnen zekr geen electronen vrij stromen.
Zilverdraad corrodeert niet
Zilver(draad) heeft van alle metalen de beste elektrische geleidbaarheid. De zilver(draad) van Thessco B.V. geleidt zelfs beter dan goud of koper. Goud wordt echter vaker gebruikt omdat het niet corrodeert.
In een isolator zitten de elektrische deeltjes vast. Hierdoor kan een spanningsbron de elektrische deeltjes niet door de stof duwen. Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Zouten kunnen alleen stroom geleiden wanneer het zout vloeibaar (l) of opgelost in water is (aq). Verantwoordelijk voor de stroomgeleiding zijn de aanwezige ionen. Een ion is een atoom dat niet een gelijk aantal protonen en elektronen bevat.
Stoffen die een zeer slechte warmtegeleiding hebben heten (warmte)isolatoren. Stilstaande lucht is een erg goede isolator, vandaar dat het vaak als isolatie gebruikt wordt (in een spouwmuur, in gaatjes van een wollen trui of in glaswol).
Stoffen die warmte niet goed geleiden, heten slechte warmte geleiders. Een paar slechte warmtegeleiders zijn: glas-hout-stro-plastic en wol. Een slechte warmtegeleider wordt ook wel een goede warmte-isolator genoemd.
Het tegenovergestelde van een geleider is een isolator, dit materiaal laat elektriciteit niet makkelijk door. Rubber is een perfect voorbeeld van een isolator. Een eenvoudig voorbeeld is een ballon, deze kan wel statische elektriciteit maken, maar niet geleiden naar iets anders.
Smeermiddelen zijn normaal beperkt geleidend. Maar in sommige gevallen kan olie een elektrische stroom geleiden. De geleidbaarheid van smeermiddelen hangt af van verschillende aspecten: Basisolie.
Materialen die de stroom niet doorlaten noemt men isolatoren. Plastiek, rubber, wol, droog papier, droog hout, glas, porcelein... zijn goede isolatoren.
Zonder doping geleiden de kunststoffen niet of nauwelijks. De valentieband is dan vol, zodat de elektronen zich niet kunnen bewegen, en de geleidingsband is leeg. De doping van geleidende kunststoffen lijkt in vele opzichten op die van halfgeleiders.
Warmtegeleiding is de mate waarin een materiaal de (toegevoerde) warmte doorgeeft. Deze eigenschap is belangrijk bij warmte-isolatie. Van de gebruikelijke metalen zijn zilver, koper en aluminium de beste warmtegeleiders.
Koper is een betere geleider dan aluminium. Een factor 1,57 beter om precies te zijn. Voor dezelfde geleidbaarheid moet je in aluminium in de meeste gevallen dus één doorsnede hoger inschalen. Maar in gewicht voor dezelfde geleidbaarheid is de verhouding 1 op 2 in het voordeel van aluminium.
Messing als metaal is sterker en stijver in vergelijking met koper.
Dat betekent dat als de ruwe betonvloer een temperatuur heeft van 18 °C en de het vloeroppervlak (de tegels) een temperatuur zal moeten krijgen van 26 °C, per graad Celsius dus 18 °C tot 26 °C = 8 °C maal 0,8 Watt/m²K is 6,4 Watt per m² naar beneden "verloren" gaat.
Kalkzandsteen en cellenbeton zijn bij uitstek materialen die warmte en koelte op kunnen slaan en af kunnen geven. Dankzij hun hoge warmtecapaciteit hebben ze een sterk warmteaccumulerend vermogen, dat toeneemt naarmate het materiaal dikker wordt toegepast.