Faalangst kan veel oorzaken hebben. Hoewel faalangst waarschijnlijk ook erfelijk is, kunnen kinderen faalangst ontwikkelen door onzekerheid, een reeks vervelende gebeurtenissen op school of problemen thuis. Ook een stoornis als dyslexie kan een aanleiding zijn om faalangstig te worden.
Faalangst is een aandoening waarbij je continu bang bent om niet goed genoeg te presteren. De oorzaak van faalangst is vaak de angst om waardering te verliezen, te hoge verwachtingen van de omgeving of moeilijkheden door een leerstoornis zoals dyslexie.
Als kinderen veel negatieve ervaringen opdoen, bijvoorbeeld op school, dan is de kans dat ze faalangst ontwikkelen groter. Kinderen met dyslexie hebben bijvoorbeeld vaker faalangst. Ook kinderen die van nature onzeker zijn, hebben meer kans op het ontwikkelen van faalangst.
Lichamelijke klachten
Ze kunnen onrustig zijn, veel zweten, snel blozen of last hebben van hartkloppingen, hyperventilatie en een droge mond. Je ziet ook wel pubers met faalangst die gaan stotteren, trillende handen hebben, oogcontact vermijden of vaak naar de wc moeten.
Een psycholoog zou jou goed kunnen helpen om jouw faalangst te overwinnen. Cognitieve gedragstherapie is bijvoorbeeld een therapievorm die effectief kan zijn bij faalangst. Samen met een psycholoog kijk je naar hoe gedachten jouw gedrag beïnvloeden.
Het kan soms zo zijn dat faalangst aangeboren is. Maar het kan ook ontstaan omdat één van je ouders faalangstig is. Jij kopieert vaak (onbewust) het gedrag van je ouders en in dit geval dus het faalangstig gedrag. Daarnaast kan faalangst ook ontstaan, omdat jij in een bepaalde omgeving vaak moet presteren.
Ze denken negatief over zichzelf en presteren daardoor vaak onder hun niveau. Hierdoor worden zij bevestigd in het negatieve beeld dat ze van zichzelf hebben en kan een negatieve spiraal ontstaan. Hetzelfde kan gebeuren bij faalangst in sociale situaties.
Een voorbeeld is EMDR-therapie, hierbij worden negatieve gebeurtenissen gekoppeld aan iets neutraals, waardoor je minder snel in de stress schiet wanneer je in een soortgelijke situatie terecht komt. Ook cognitieve therapie kan helpen bij faalangst.
Faalangst kan grote invloed hebben op jouw dagelijks functioneren. Het kan leiden tot stress en spanningsklachten die op allerlei gebied klachten kunnen geven. Denk aan hoofdpijn, slecht slapen, prikkelbaar zijn of piekeren. Er zijn verschillende manieren waarop mensen met faalangst omgaan.
Faalangst wordt in de DSM-5 niet als een aparte aandoening opgenomen, maar meestal als een onderdeel van sociale angst of gegeneraliseerde angst beschouwd. Hierbij wordt dan vaak verwezen naar 'testangst' of 'prestatieangst' (American Psychiatric Association, 2014).
Faalangst betekent letterlijk 'de angst om te falen'. Soms wordt het ook wel prestatieangst genoemd. Je bent bang dat je niet kunt voldoen aan eisen die door jezelf zijn opgelegd. Voor iedereen zijn die eisen anders.
Acceptatie, tolerantie, respectvol en structurerend omgaan met de leerling. Hem serieus nemen, positieve verwachtingen uitspreken, veiligheid bieden via warmte en betrokkenheid, aangeven dat fouten maken mag en hem leren hoe hij beter kan reageren op fouten en mislukkingen.
Wees niet te positief maar ook niet te negatief. Laat uw kind veel dingen zelf doen en veel zelf kiezen. Geef uw kind een compliment als het iets doet wat het spannend vindt, ook als het niet perfect gaat. Geef zelf het goede voorbeeld door ook dingen te doen waar u tegenop ziet.
Een andere benaming voor sociale fobie is een sociale angststoornis. De angst om in ogen van anderen te kort te schieten oftewel faalangst is een vorm van sociale angst.
Bij een beetje onzekerheid is er geen reden om naar een psycholoog te gaan. Als je echt zó onzeker bent of te negatief bent over jezelf dat je sociale leven eronder lijdt, is het raadzaam hulp te zoeken. Door middel van cognitieve gedragstherapie kun je positiever leren denken en doen.
Als passief faalangstige spendeer je veel tijd aan andere activiteiten of aan de randvoorwaarden van het studeren, zonder echt te studeren.
Zeg niet tegen een persoon met faalangst dat hij niets heeft om zich zorgen om te maken en dat het onzin is dat hij of zij zich zorgen maakt. De ander voelt zich op zo'n moment dan eenvoudigweg niet gehoord. 'Ik zou het zus en zo doen'. Goedbedoelde tips geven is evenmin een goed idee.
Meestal zijn er bij faalangst lichamelijke signalen te herkennen vlak voordat je kind een stressvolle taak moet voltooien. Dit zijn onder andere zweten, een rood gezicht krijgen, hartkloppingen, hoofdpijn, buikpijn en diarree.
Onderzoek wijst steeds weer uit dat tussen de 10% en 13% van alle jongeren tussen 12 en 14 jaar last hebben van faalangst. Vlaams onderzoek noemt bij kinderen van 10/11 jaar een percentage van 8%.
Er geen energie verspild wordt: alle onnodige verbindingen in jouw hersenen worden verbroken. Het mentale deel en het emotionele deel in jouw hersenen wordt uitgeschakeld. Het wordt dan moeilijk om na te denken of emoties als liefde te ervaren.
In je brein is er een verbinding gemaakt tussen de gebeurtenis (die wiskunde toets) die je als totale mislukking hebt ervaren, en de emotie (faalangst).