Een andere benaming voor sociale fobie is een sociale angststoornis. De angst om in ogen van anderen te kort te schieten oftewel faalangst is een vorm van sociale angst.
Wat is faalangst? Faalangst is in de DSM niet opgenomen als opzichzelfstaande stoornis, maar is desondanks een bekende vorm van angst. Faalangst komt ook vaak voor bij mensen met een sociale- of gegeneraliseerde angststoornis. Je kunt gedachten hebben als: 'Ik ben niet goed genoeg.
Faalangst is een aandoening waarbij je continu bang bent om niet goed genoeg te presteren. De oorzaak van faalangst is vaak de angst om waardering te verliezen, te hoge verwachtingen van de omgeving of moeilijkheden door een leerstoornis zoals dyslexie.
Faalangst wordt in de DSM-5 niet als een aparte aandoening opgenomen, maar meestal als een onderdeel van sociale angst of gegeneraliseerde angst beschouwd. Hierbij wordt dan vaak verwezen naar 'testangst' of 'prestatieangst' (American Psychiatric Association, 2014).
Faalangst kan veel oorzaken hebben. Hoewel faalangst waarschijnlijk ook erfelijk is, kunnen kinderen faalangst ontwikkelen door onzekerheid, een reeks vervelende gebeurtenissen op school of problemen thuis. Ook een stoornis als dyslexie kan een aanleiding zijn om faalangstig te worden.
Faalangst betekent letterlijk 'de angst om te falen'. Soms wordt het ook wel prestatieangst genoemd. Je bent bang dat je niet kunt voldoen aan eisen die door jezelf zijn opgelegd. Voor iedereen zijn die eisen anders.
Er geen energie verspild wordt: alle onnodige verbindingen in jouw hersenen worden verbroken. Het mentale deel en het emotionele deel in jouw hersenen wordt uitgeschakeld. Het wordt dan moeilijk om na te denken of emoties als liefde te ervaren.
Faalangst kan grote invloed hebben op jouw dagelijks functioneren. Het kan leiden tot stress en spanningsklachten die op allerlei gebied klachten kunnen geven. Denk aan hoofdpijn, slecht slapen, prikkelbaar zijn of piekeren. Er zijn verschillende manieren waarop mensen met faalangst omgaan.
Van alle fobieën komt de angst voor spinnen het meest voor. De helft van de Nederlandse vrouwen en 10% van de mannen lijdt aan spinnenangst.
In principe kan iedereen een fobie ontwikkelen. Specifieke fobieën zoals de angst voor spinnen ontstaan vaak in de kinderjaren en kunnen spontaan over gaan. Andere fobieën (waaronder sociale fobieën) ontstaan vaak tijdens de adolescentie en jonge volwassenheid.
Over het algemeen komt faalangst vaker voor bij mensen die niet zo veel zelfvertrouwen hebben. Wat je veel ziet bij mensen met weinig zelfvertrouwen of een laag zelfbeeld, is dat faalangst zich openbaart op verschillende vlakken. Altijd wanneer er (voor hun eigen gevoel) gepresteerd moet worden, worden zij angstig.
Als kinderen veel negatieve ervaringen opdoen, bijvoorbeeld op school, dan is de kans dat ze faalangst ontwikkelen groter. Kinderen met dyslexie hebben bijvoorbeeld vaker faalangst. Ook kinderen die van nature onzeker zijn, hebben meer kans op het ontwikkelen van faalangst.
In je brein is er een verbinding gemaakt tussen de gebeurtenis (die wiskunde toets) die je als totale mislukking hebt ervaren, en de emotie (faalangst).
Bij negatieve faalangst blijf je alleen maar denken aan wat er fout kan gaan. Dat werkt verlammend. Je probeert het niet eens meer, en bereikt dus ook geen succes. Hieronder hebben we het over deze negatieve faalangst.
Hoeveel mensen hebben last van faalangst? Onderzoek wijst steeds weer uit dat tussen de 10% en 13% van alle jongeren tussen 12 en 14 jaar last hebben van faalangst. Vlaams onderzoek noemt bij kinderen van 10/11 jaar een percentage van 8%.
Als passief faalangstige spendeer je veel tijd aan andere activiteiten of aan de randvoorwaarden van het studeren, zonder echt te studeren.
Bij een beetje onzekerheid is er geen reden om naar een psycholoog te gaan. Als je echt zó onzeker bent of te negatief bent over jezelf dat je sociale leven eronder lijdt, is het raadzaam hulp te zoeken. Door middel van cognitieve gedragstherapie kun je positiever leren denken en doen.
Zeg niet tegen een persoon met faalangst dat hij niets heeft om zich zorgen om te maken en dat het onzin is dat hij of zij zich zorgen maakt. De ander voelt zich op zo'n moment dan eenvoudigweg niet gehoord. 'Ik zou het zus en zo doen'. Goedbedoelde tips geven is evenmin een goed idee.
Faalangst komt voor bij 8% van de basisschoolleerlingen en bij 10-20% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs. Kinderen met faalangst zijn bang dat ze niet kunnen voldoen aan verwachtingen. Ze denken negatief over zichzelf en presteren daardoor vaak onder hun niveau.