De regel is eenvoudig: schrijf 'er' vast aan het voorzetsel dat erachter staat. Dus 'erin', 'eraan', 'ertegen', 'erop', 'ervoor', enzovoorts. Overigens geldt dit ook voor 'hier' en 'daar'.
Juist is: ervoor zorgen. Het is dus bijvoorbeeld: 'Je moet ervoor zorgen dat je op tijd bent', 'Zorg ervoor dat alles klaarstaat', 'Ik zal ervoor zorgen. '
Eén schrijf je alleen met accenttekens als je het cijfer 1 bedoelt of als er een lezing mogelijk is met 'een'. Dus bijvoorbeeld in een zin als 'Ik heb thuis een hond en een kat' of 'Ik heb thuis één hond en één kat'. Als je wilt dat de lezer hier 'één' leest en niet 'een', dan moet je wel streepjes zetten.
Uitleg: Er is een eenvoudige spellingregel die luidt: als het bijwoord er wordt gevolgd door een voorzetsel, dan schrijven we dat voorzetsel aan er vast. Het is dus erop, en bijvoorbeeld ook eraan, erbij, erbuiten, erdoor, erin, erover, eruit en ervan. Een makkelijke regel zonder uitzonderingen.
We schrijven ervoor aan elkaar als het een voornaamwoordelijk bijwoord is.
Geen spatie tussen 'er' en voorzetsel
De regel is eenvoudig: schrijf 'er' vast aan het voorzetsel dat erachter staat. Dus 'erin', 'eraan', 'ertegen', 'erop', 'ervoor', enzovoorts. Overigens geldt dit ook voor 'hier' en 'daar'. Dat zijn de woorden waar je 'er' vaak door kunt vervangen.
We schrijven daarvoor aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. In andere gevallen schrijven we daar voor in twee woorden. Daar kan dan vervangen worden door 'op die plaats'.
We schrijven erop aan in twee woorden als aan deel uitmaakt van een afzonderlijk zinsdeel. Erop is dan een voornaamwoordelijk bijwoord dat we kunnen vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel op en een naamwoord. Na erop kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Eropuit wordt aan elkaar geschreven in enkele vaste combinaties. In die combinaties is eropuit een voornaamwoordelijk bijwoord dat samen met het werkwoord een eenheid vormt met een specifieke betekenis. eropuit gaan (= op reis, op weg gaan): We gaan eropuit. Zij gingen er elk weekend opuit.
Het kan allebei. Let wel: 'dat' komt stelliger over en 'of' wat twijfelachtiger. Wat je kiest ligt dus ook aan welke impact je wilt geven aan je zin. De correcte schrijfwijze is 'Het ziet ernaar uit dat het gaat regenen'.
Klanken die met twee letters worden geschreven, krijgen twee accenten, bijvoorbeeld: máát, héél, vóór, dúúr, zéúren, níét, móét, fláúw, nóú, kléín, erúít. Ook de tweeklank ij krijgt twee accenten, maar het is moeilijk om met een tekstverwerker het letterteken j een accent te geven.
Het bezittelijk voornaamwoord ons krijgt de vorm onze als het bij een de-woord of een meervoudig woord staat.Bij een enkelvoudig het-woord is ons de correcte vorm.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Het werkwoord openstaan wordt in één woord geschreven.
Ook de vervoegde vormen schrijven we in één woord, tenzij de twee delen (open en staan) gescheiden worden door andere woorden (bijvoorbeeld: die open heeft gestaan), of de volgorde ervan gewisseld is (bijvoorbeeld: het stond open).
Het woord "before" is een voorzetsel in de zin: "Before lunch, we shopped at a new mall." In feite is "before lunch" een voorzetselzin die hier functioneert als een bijwoordelijke zin . Merk op dat voorzetselzinnen over het algemeen functioneren als bijwoordelijke zinnen of adjectieve zinnen.
De correcte spelling is zorg dragen, in twee woorden.
Antwoord. Correct is: Ik zal ervoor zorgen. Ervoor is een voornaamwoordelijk bijwoord. Het kan vervangen worden door voor + een naamwoord (bijvoorbeeld voor de planten).
hierachter. vervangt achter dit, achter deze.
We schrijven eropaf aan elkaar als het geheel een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is in de praktijk alleen het geval in de uitroep of kreet eropaf. U kunt eropaf vervangen door de oorspronkelijke voorzetselcombinatie op … af en een naamwoord.
We schrijven ertoe aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -toe gaat terug op het voorzetsel tot.
De correcte spelling is ervan op aan kunnen.
Ervan wordt aan elkaar geschreven omdat het een voornaamwoordelijk bijwoord is.
We schrijven erbij aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na erbij kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Het verschil tussen opzoek en op zoek
Als je op zoek bent naar iets, is het woord zoek een zelfstandig naamwoord. Als je iets opzoekt, gebruik je een vorm van het werkwoord opzoeken. Je bent dus op zoek naar iets, maar om dit te kunnen vinden, moet je het opzoeken.
Beide zijn correct. Ik kijk ernaar uit, ik kijk ernaar uit, ik kijk ernaar uit en Ik kijk ernaar uit betekenen hetzelfde. We kunnen 'kijken uit naar' aan het einde van formele brieven en formele e-mails gebruiken. We gebruiken in dit geval meestal de enkelvoudige tegenwoordige tijd.
Eraan toekomen is juist. Toe maakt deel uit van het werkwoord toekomen. Aan vormt een geheel met er. Eraan verwijst naar iets in de context, bijvoorbeeld 'aan een klus (toekomen)'.