Drie onderdelen in een tekst Of het nu een brief, artikel of e-mail is, een tekst bestaat altijd uit drie onderdelen: een inleiding, een kern en een slot. Een tekst waarin je deze drie onderdelen niet snel kunt terugvinden, is meestal niet goed.
Tip: meestal bestaat het slot uit enkele of slechts één alinea; het kan soms ook maar één zin zijn. Er zijn wel uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld krantenartikelen. Deze teksten hebben geen slot.
Elke dag lees je teksten. Soms doe je dit bewust; soms heb je helemaal niet door dat je een tekstje leest. Bijna elke tekst bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een slot.
Om de verschillende deelonderwerpen te onderscheiden, kun je letten op de witregels en tussenkoppen. Als deze er niet zijn, kijk je naar kernzinnen. Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. Het slot herhaalt meestal het belangrijkste uit de tekst.
Slot: meestal is dit de conclusie of samenvatting. Het kan ook zo zijn dat je je eigen mening over het onderwerp moet geven of dat je terugblikt op het schrijven van het verslag.
De conclusie van je essay eindig je met een krachtige slotzin om je lezer nog meer te overtuigen, aan het denken te zetten of aan te sporen tot actie. Je slotzin kan zijn: Oneliner. Vraag.
De inleiding en het slot bestaan meestal beide uit maar één alinea. De kern bestaat daarentegen uit een aantal alinea's. In de alinea's worden alle deelonderwerpen besproken. De inleiding van een tekst kan zes verschillende functies hebben.
Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. In het slot wordt meestal de belangrijkste informatie uit de tekst herhaald.
Een motiverende titel maakt de lezer nieuwsgierig naar de tekst. De inleiding van een tekst heeft twee functies: Bijzondere vorm is de anekdote : een kort, grappig(waargebeurd) verhaaltje. Slot Het slot bevat meestal de hoofdgedachte(de conclusie) van de tekst (meestal in één zin geformuleerd).
Het slot komt direct na het middenstuk. In het slot komt een korte samenvatting, een conclusie en een uitsmijter.
Slot (sluiting), een mechanisme waarmee een voorwerp kan worden afgesloten. slotwoord, slotstuk of epiloog van een verhaal of een speelfilm. Kasteel of burcht, een versterkte woning. Slot (klooster), gedeelte van een klooster dat niet toegankelijk is voor niet-religieuzen.
Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. In het slot wordt een conclusie, samenvatting of oplossing van het probleem vermeld. Probeer de tekst origineel af te sluiten en hetzelfde in andere woorden samen te vatten (andere formulering).
De inleiding en het slot zijn vaak één alinea. De kern bevat vaak meerdere alinea's.
- Slot: Maak een samenvatting (in het kort nog even herhalen wat je allemaal hebt geschreven) of geef in het slot je eigen mening (conclusie). - Nawoord: Beschrijf hoe je alle stappen uitgevoerd hebt en wat je er van vond. Wat was het moeilijkste, het leukste?
Bij schriftelijke presentaties kan het slot concluderend of samenvattend zijn. Omdat het bij een mondelinge presentatie zo essentieel is dat je redundante informatie inbouwt, komt bij een concluderend slot altijd nog een samenvatting van het verhaal na de conclusie.
Een slot doet wat je in de inleiding hebt beloofd. Je geeft antwoord op de vraag die je hebt gesteld of het voorgaande samenvatten. Je kunt het zien als een geslaagde date: je begint met een handdruk en eindigt samen in bed met een ontbijtje de volgende ochtend.
Een slot wordt altijd gemonteerd aan de kant van de deur die beweegt, niet aan de scharnier zijde. Deuren kunnen echter links of rechts gemonteerd zitten, en ze kunnen binnendraaiend of buitendraaiend zijn.
De 7 tekstdoelen
Nou: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
Een alinea begint meestal met een inleidende zin, die het onderwerp van de alinea introduceert. Daarna volgen een aantal zinnen die dit onderwerp verder uitwerken en toelichten. De alinea eindigt meestal met een conclusie, die de belangrijkste boodschap van de alinea samenvat.