Stroom is de hoeveelheid elektrische lading die ergens doorheen stroomt (bijvoorbeeld door een draad). Symbool van stroom is I, eenheid de Ampère (A). Spanning kan het makkelijkst begrepen worden door het te zien als de 'kracht' waarmee de stroom door de draad 'geduwd' wordt.
Dit verband tussen de spanning, stroom en weerstand is vastgelegd in de wet van Ohm (naar de Duitse natuurkundige Ohm): In een geleider waardoor een elektrische stroom vloeit, is de stroom recht evenredig aan de spanning, en omgekeerd evenredig aan de weerstand.
Elektriciteit is een vorm van energie van bewegende elektronen. Dat zijn kleine deeltjes die deel uitmaken van een atoom. Elk elektron heeft een kleine elektrische lading. Als elektronen zich verplaatsen, komt er energie vrij.
'Elektriciteit' wordt vaak kortweg 'stroom' genoemd. Dat komt omdat de elektronen door een elektrische draad heen 'stromen', net zoals water door een tuinslang stroomt.
De hoeveelheid energie die wordt meegegeven aan de elektrische lading is de spanning (U). De eenheid van spanning wordt gemeten in volt (V). Een andere veelgebruikte benaming hiervoor is voltage. De elektrische energie wordt afgegeven binnen de stroomkring en eenmaal terug bij de bron is de lading alle energie kwijt.
Stroom is de hoeveelheid elektrische lading die ergens doorheen stroomt (bijvoorbeeld door een draad). Symbool van stroom is I, eenheid de Ampère (A). Spanning kan het makkelijkst begrepen worden door het te zien als de 'kracht' waarmee de stroom door de draad 'geduwd' wordt.
Spanning betekent elektrische energie voor een lading van 1 Coulomb. Dit is altijd zo en dit is niet afhankelijk van de weerstand. Wel bepaald de weerstand de stroomsterkte van de stroom die er door de spanning zal gaan lopen.
Netspanning is wisselspanning van minder dan 1000 volt die via het elektriciteitsnet aan de kleinverbruikers wordt geleverd. Gewoonlijk wordt met netspanning de elektriciteit die thuis uit het stopcontact komt bedoeld, met een spanning van circa 220 tot 240 volt.
De meeste gewone trafo's voor halogeenspotjes 12 Volt geven wisselspanning (AC). Een LED-trafo daarentegen geeft gelijkspanning (DC), zodat de LED-lamp een stabiele voeding heeft.
Spanning is de druk die de voedingsbron van een stroomkring uitoefent om geladen elektronen (stroom) door een geleidende lus te duwen, waardoor deze bijvoorbeeld een lamp kunnen laten branden. In het kort, spanning = druk en deze wordt gemeten in volt (V).
Elektrische spanning kan worden gezien als het verschil in potentiële energie tussen twee punten per eenheid van lading. Als twee dezelfde ladingen dicht bij elkaar zijn, dan proberen ze elkaar af te stoten. Ze hebben dan dus een hoge potentiële energie.
Een elektrische spanning kan veroorzaakt worden door: een elektrisch veld. een elektrische geleider die dwars ten opzichte van een magnetisch veld beweegt. een batterij of een oplaadbare batterij.
Stel je hebt een 12volt motor die 30 Ampère trekt. Wat is het vermogen van deze motor? Antwoord: W = V x A. In dit geval doe je dus 12V x 30A = 360W.
Ondergrondse middenspanningskabels transporteren de elektriciteit naar transformatorhuisjes in woonwijken. Transformatoren in die huisjes zetten de middenspanning om naar laagspanning van 230 volt. Dat is de spanning die apparaten in huis gebruiken.
Algemeen wordt er aangehouden dat 60 volt gelijkspanning en 48 volt wisselspanning (50 Hz) de maximale veilige spanning is. Maar een stroom van 6 mA door je hart is dodelijk.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: De elektriciteit die de netbeheerders leveren op de aansluiting in de meterkast (het aansluitpunt) heeft een 'spanning' van ca. 230 volt (50 Hz) (voorheen was dat ca. 220 volt). Netspanning (oude benaming = lichtnet) betreft wisselspanning met een netfrequentie van 50 Hz.
Om een zo nauwkeurig mogelijke DC-spanningsmeting te doen, meet en registreert u eerst de AC-spanning. Vervolgens meet u de DC-spanning door (met de toets RANGE) een DC-spanningsbereik te selecteren dat gelijk is aan of hoger is dan het AC-spanningsbereik.
Stroom heb je in twee smaken: gelijkstroom (Direct Current – DC) en wisselstroom (Alternating Current - AC). Met beide soorten elektriciteit kan je een vermogen verplaatsen, beide hebben een spanning en een stroomsterkte en beide hebben een stroomkring nodig, maar ze gedragen zich heel anders.
De meeste elektrische apparaten en installaties werken op basis van gelijkspanning - maar stopcontacten werken dus op basis van wisselspanning. Dit vormt over het algemeen geen problemen, want het omzetten van wisselspanning naar gelijkspanning is relatief eenvoudig.
Als de spanning te hoog wordt, kunnen bepaalde elektrische toestellen iets sneller slijten. Vaak gebeurt dat pas als er langere tijd hoge spanning op de toestellen staat. Omvormers die stroom terugleveren, meten de netspanning.
Een stopcontact is geen spanningsbron, dit contact maakt verbinding tussen jouw apparaat en de elektriciteitscentrale! Alle spanningsbronnen leveren een hoeveelheid spanning (Volt). Op een spanningbron staat vermeld hoeveel spanning er uit gehaald kan worden. Daarnaast is er ook een hoeveelheid stroom nodig.
Een geladen deeltje bezit in een elektrisch veld een bepaalde energie. Deze energie wordt elektrische energie genoemd. De elektrische energie per ladingseenheid wordt ook wel de spanning genoemd. De eenheid hiervan is Joule per Coulomb (J/C).
Alles wat met een stekker in het stopcontact zit, werkt op elektrische energie. Ook uit een batterij komt elektrische energie. De zon geeft ons energie. Elektriciteit uit zonne-energie kun je opwekken door middel van zonnepanelen.